Kamer wil landelijk tarief voor jeugdbescherming
De Tweede Kamer wil een landelijk tarief voor jeugdbescherming en een eenduidige verantwoordingsvorm voor gemeenten. Een motie van deze strekking van CDA en PvdA is donderdag door de Kamer aangenomen.
Er moet een landelijk tarief voor jeugdbescherming komen en een eenduidige verantwoordingsvorm voor gemeenten. Met een landelijk minimumtarief wordt voorkomen dat de continuïteit van zorg in gevaar komt. Een motie van deze strekking van CDA en PvdA is donderdag door de Kamer aangenomen.
Kostprijs
Jeugdbescherming moet overal ‘in gelijke mate en op vergelijkbare wijze beschikbaar’ zijn, stelden René Peters (CDA) en Attje Kuiken (PvdA) in hun dinsdag ingediende motie. Daarover is donderdag gestemd. Minister Dekker (rechtsbescherming) moet met gemeentekoepel VNG komen tot een minimumtarief en een eenduidige verantwoordingsvorm voor gemeenten, aldus Peters en Kuiken. Een redelijke kostprijs voor een jeugdbeschermingsmaatregel kan worden berekend. Daarbij tekenen zij aan dat een ‘minimumkostprijs geen maximumprijs is’.
Ondergrens
Er komt geen wettelijke ondergrens voor het aantal specialistische plekken dat landelijk noodzakelijk is. Een motie van de SP, PvdA en GroenLinks om dit te regelen en de regering op te dragen ervoor te zorgen dat die benodigde plekken er ook komen en blijven, is verworpen. De drie partijen vinden het zorgelijk dat nu onduidelijk is hoeveel jongeren momenteel op een wachtlijst staan voor jeugdbescherming, jeugdreclassering en specialistische jeugdhulp. De landelijke overheid draagt stelselverantwoordelijkheid voor kwetsbare jongeren en moet er daarom voor zorgen dat zij voldoende plekken regelt, vinden SP, PvdA en GroenLinks. Een Kamermeerderheid ging hier niet in mee.
Veranderingen onontkoombaar
De minister moet nog dit jaar komen met een voorstel om alle ketenpartners op te dragen mee te werken aan de ‘broodnodige en structurele verbeteringen en vereenvoudiging van de jeugdbeschermingsketen’, aldus Peters (CDA) en Sylvana Simons (BIJ1) in hun motie. Het gaat om de Raad voor de Kinderbescherming, gecertificeerde instellingen (jeugdbescherming) en Veilig Thuis. De Raad voor de Kinderbescherming heeft recent aangegeven niet mee te willen veranderen. Onacceptabel, vinden Peters en Simons. Minister Dekker moet ‘klip-en-klaar duidelijk maken dat veranderingen onontkoombaar zijn en dat van álle partners een constructieve houding verwacht wordt.’ De motie is door de Kamer aangenomen.
Onderzoek fusie
De Kamer vindt ook dat een fusie van de Raad voor de Kinderbescherming, de gecertificeerde instellingen en Veilig Thuis tot één of twee nieuwe organisaties moet worden onderzocht. Een motie hiertoe van D66-Kamerlid Rens Raemakers is donderdag eveneens aangenomen. In het najaar moet de regering de Kamer informeren over de voortgang van dat fusieonderzoek.
Verscherpt toezicht
De moties werden dinsdag ingediend tijdens het zogeheten (plenaire) tweeminutendebat. Dit debat was aangevraagd na het debat van 22 juni, waarin de Kamer over de zorgen in de jeugdbescherming debatteerde met staatssecretaris Sander Dekker (JenV) en staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS). Tijdens dat debat dreigde Dekker met ingrijpen als de Brabantse gemeenten niet doen wat ze wettelijk moeten doen: zorgen dat kwetsbare kinderen kunnen rekenen op een jeugdbeschermer. De regio Brabant staat inmiddels, net zoals een aantal andere regio’s, onder verscherpt toezicht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Ook worden indringende gesprekken met zowel de regio’s als de verantwoordelijke gemeenten gevoerd.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.