Advertentie
sociaal / Achtergrond

Langer thuiswonen goedkoopste oplossing

Italië maakt zich op voor ‘angstaanjagende’ kosten ouderenzorg

23 december 2022
Puzzelen met oudere vrouw
Shutterstock

Italië heeft, net als Japan, een van de hoogste seniorenpopulaties ter wereld. Volgens een recente studie zal het aantal niet-zelfredzame ouderen er verdubbelen tot bijna 5 miljoen. En dat op een bevolking van 60 miljoen.

Coördinator Informatievoorziening

Veiligheidsregio Kennemerland
Coördinator Informatievoorziening

Kwartiermaker Accijns & Toezicht S14

JS Consultancy
Kwartiermaker Accijns & Toezicht S14

De studie is gemaakt door statisticus Daniele Grechi van de Universiteit van Insubria in Varese. ‘Binnen tien jaar’, zegt hij, ‘zullen we een demografische achteruitgang van 80 procent van de werkende Italianen zien, met pieken van 94 procent in gemeenten in ruraal gebied. In 2050 zal de verhouding tussen Italianen in de werkende leeftijd (15-64 jaar) en niet-werkende leeftijd (0-14 jaar en 65 jaar en ouder) ongeveer één op één zijn.’ De gezondheidszorg en de gemeenten zullen te maken krijgen met angstaanjagende kosten.

De meeste ouderen zijn geconcentreerd in het noorden. Velen zijn werkzoekenden die in de jaren zestig en zeventig naar het zuiden zijn vertrokken. Biella, een stad met 45.000 inwoners in Piemonte, ooit een paradijs voor de textielindustrie, staat nu te boek als de oudste van Italië. Er zijn 282 senioren ouder dan 65 jaar voor elke 100 jongeren van 10 tot 14 jaar. Het stadssymbool is een beer. Misschien waren de mensen, net als de beren, niet vooruitziend: toen de crisis in de textielsector begon, hebben ze hun industrie niet gediversifieerd en zijn veel jongeren vertrokken.

In Biella, zegt Isabella Scaramuzzi, raadslid voor sociaal en welzijnsbeleid, ‘werken we eraan om ouderen zelfstandig te laten wonen. Exploitanten en maatschappelijk werkers houden zich bezig met het steeds verder personaliseren van de thuiszorg. We worden gesteund door vele vrijwilligersverenigingen, gevormd door 60-plussers, misschien gepensioneerd, die zich graag inzetten voor anderen.’ Na de coronapandemie heropende de gemeente de bejaardencentra. Ze proberen socialisatie aan te moedigen, organiseren uitstapjes naar de zee, naar het kuuroord of andere daguitstapjes met de bus. Voor degenen die niet zelfredzaam zijn, zijn er dagcentra.

Daar kunnen de ouderen de dag doorbrengen met recreatieve activiteiten. De verpleging, de kantine en hulp bij het toedienen van medicijnen zijn gegarandeerd. ‘De betaling is afhankelijk van het inkomen, de meeste ouderen zonder eigendom en met een laag pensioen betalen 70 euro per maand. Onder een bepaald inkomen betaalt de gemeente’, voegt Scaramuzzi toe. Naast de centra die door gemeenten worden beheerd, zijn er ook veel centra die eigendom zijn van particuliere instellingen.

Solidariteitsflat

De gemeente stelt ook een zogeheten ‘solidariteitsflat’ ter beschikking, vooral voor mensen die er na de pandemie alleen voor stonden. Daar beschikken ze over individuele ruimtes (een studio met kitchenette en badkamer) en gemeenschappelijke ruimtes, waar activiteiten en diensten worden georganiseerd. ‘Het is alsof ze thuis wonen met buren in de buurt. Ook hier betalen ze volgens hun inkomen. Dit is een stimulerende oplossing; ik ben het niet eens met het creëren van ruimtes waar alle ouderen samen worden ondergebracht. Dat zou betekenen dat ze in een getto worden ondergebracht’, aldus Scaramuzzi.

Biella is een goed georganiseerde gemeente die zuinig omspringt met haar inkomsten. ‘Sommige projecten worden gesteund door de regio Piemonte. Met de Covid-fondsen die we van de regering ontvangen, hebben we de nutsvoorzieningen voor ouderen in financiële problemen betaald en hebben we een aanzienlijk bedrag gereserveerd voor gezinnen die alleen uit ouderen bestaan.  Er zullen eenmalige terugbetalingen zijn (van 250 tot 500 euro) op basis van wat zij in de loop van het jaar hebben uitgegeven.’ De ouderen moeten worden ‘beloond’ omdat ze tijdens de pandemie hebben geleden. Scaramuzzi: ‘De regering heeft hen geen enkele bijdrage aangeboden. Toch zijn zij voor hun kinderen steunpilaren geweest bij het oppassen op hun kleinkinderen, waardoor zij hun familie hebben geholpen de pandemie het hoofd te bieden.’

Katholicisme

Niet ver van Biella, op een tiental kilometers van Zwitserland, ligt de stad Varese, waar 80.000 mensen wonen. 21.329 zijn ouder dan 65 jaar en daarvan wonen er minstens 13.500 alleen. Tussen 65 en 74 jaar zijn er 8.711 mensen, waarvan er 5.200 alleen wonen; en 8.258 ouderen zijn tussen 75 en 84 jaar, waarvan er 5.040 alleen wonen. Er zijn 4.360 85-plussers, waarvan er 3.294 alleen wonen. De gemeente heeft de ouderen in de stad in kaart gebracht. De verzamelde informatie geeft aan in welke wijken de ouderen zijn geconcentreerd en waar de diensten zich bevinden (ziekenhuizen, apotheken, recreatiecentra, supermarkten) en waar zorg nodig is.

De zorg voor de ouderen wordt in onze families uitgevoerd door vrouwen

Dat er zoveel wijken zijn, heeft historische redenen: de stad Varese werd in 1926 gevormd door verschillende kleine gemeenten samen te voegen. Het verschil met andere Europese landen, legt Roberto Molinari, raadslid voor sociale diensten van Varese, uit, ‘is dat wij in Italië een systeem van gezinszorg hebben dat standhoudt. Dat betekent dat in onze families de zorg voor de ouderen wordt uitgevoerd door vrouwen: echtgenotes of dochters of kleindochters.’

Anderen helpen is meer dan een gebod

Het katholicisme heeft een grote invloed op het gedrag: anderen helpen is meer dan een gebod. De oriëntatie van de gemeente, die zich de komende jaren verder zal ontwikkelen, is om het thuiswonen van ouderen te bevorderen. Dit door de thuiszorg uit te breiden, dat zijn diensten die hen in staat stellen hun autonomie zo lang mogelijk te behouden. Inclusief hulp bij de administratieve rompslomp door middel van technologie. ‘Verwacht wordt dat we in de komende tien jaar meer dan een kwart van de ouderen in onze stad zullen moeten ondersteunen’, aldus Molinari.

‘Aan de ene kant is dit resultaat een welzijnssucces, omdat er het leven van mensen mee wordt verlengd. Aan de andere kant is het essentieel om ons af te vragen hoe de levenskwaliteit hoog kan worden gehouden met betrekking tot de vergrijzing. Het is niet alleen een gezondheidskwestie, maar ook een sociale kwestie.’

Domotica

Meer dan 70 procent van de Italiaanse bevolking bezit een huis. Dat vertraagt de verhuizing van ouderen naar verpleeghuizen, omdat het eigen huis het referentiepunt is. ‘We ondersteunen ook activiteiten op het gebied van actief ouder worden: ik denk aan het Grootouderpark, waar hulpmiddelen zijn voor fysieke training in de buitenlucht, maar ook aan het Research Center for Successful Aging van de Universiteit van Insubria, geleid door Bernar dini Giovanni Battista, dat multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek doet naar gezond ouder worden.’ Een ander project waaraan de gemeente werkt, betreft ingrepen in het bouwkundig erfgoed. ‘We willen gemeenschappelijke ruimtes in particuliere gebouwen die worden gerenoveerd, bevorderen. De ouderen zullen zo in hun eigen buurt kunnen wonen in een appartement, misschien kleiner, met gemeenschappelijke ruimtes (keuken, wasplaats, recreatieruimtes), waar de gemeente ook een reeks sociale en gezondheidsdiensten kan aanbieden, bijvoorbeeld verpleeghulp of iemand die eten klaarmaakt’, vervolgt Molinari.

Het is geen wijk voor ouderen, maar een tussenoplossing tussen een autonoom leven in eigen huis en een verpleeghuis. In Varese heeft een groot aantal goedkope woningen, gebouwd in de jaren 50 en 60, geen liften. ‘Hun herstructurering en verbetering van de domotica zouden de autonomie van de ouderen ten goede kunnen komen en tevens een drijvende kracht kunnen zijn voor investeringen en ontwikkeling’, voegt Molinari toe. Deze projecten zouden in plaats van door de Staat kunnen worden gefinancierd door de Regio Lombardije die een kwart van de 65-plussers moet ondesteunen, wat neerkomt op 2.500.000 mensen.

Sociale dienst

De nalatenschap van Roberto Speranza, de minister van Volksgezondheid van de vorige regering, is de bouw van 1.350 ‘Community Houses’, dat wil zeggen centra die hulp bieden aan ouderen en chronisch zieken, met gebruikmaking van 2 miljoen euro uit het coronaherstelplan. Dat zijn geen verpleeghuizen of poliklinieken, maar structuren waarin artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten en ondersteunend personeel werken om de patiënten 24 uur per dag primaire zorg te verlenen.

Het idee lijkt een authentiek voorbeeld van integratie tussen artsen en de sociale dienst van de gemeenten, maar zou kunnen botsen met de werkelijkheid, namelijk met het gebrek aan gespecialiseerd personeel. De laatste jaren is Italië gedwongen personeel buiten zijn grenzen te zoeken [zie kader]. In de provincie Mantua bijvoorbeeld heeft dokter Mara Azzi een oud ziekenhuis hersteld dankzij de steun van de regio Lombardije. Resultaat? Het ziekenhuis heeft weer een reeks fundamentele activiteiten voor de gezondheid van deze stad, maar ook van het hele omliggende gebied.

Maar zolang er geen systeem wordt bedacht en gefinancierd dat alle mensen waardigheid en onafhankelijkheid op hun oude dag biedt, kunnen ze in Italië niet gerust zijn. Dat is de uitdaging.

Anderstalige thuishulpen

Het aantal buitenlandse verzorgers en begeleiders, die voor ouderen zorgen, neemt voortdurend toe. In Italië zijn er 2.100.000 huishoudelijk medewerkers die ouderen helpen. Taal- en cultuurbarrières bemoeilijken vaak de communicatie tussen oudere zorgontvangers, familie en zorgverleners. Na analyse van de studie van Grechi werd in Varese een project opgezet met als doel de dialoog tussen deze realiteiten te vergemakkelijken, met de nadruk op technologie. Hoe? De universiteit van Insubria en de universiteit van Milaan hebben Age.Vol.A (Ageing Volunteers Assistants) gecreëerd, een app voor smartphone in zeven talen, die door de gemeenten is gewaardeerd.

‘Dankzij de oprichting van de Stichting Cariplo hebben we een meertalig technologisch hulpmiddel ontwikkeld dat aan anderstalige thuishulpen de terminologie en praktische informatie verschaft over hun cliënten en de instellingen waarmee ze gewoonlijk in contact komen’, legt professor Alessandra Vicentini (Insubria) uit, die de nieuwe technologie samen met professor Kim Grego (Milaan), professor Daniel Russo (Insubria) en een team van andere deskundigen heeft uitgevoerd.

De mobiele app en de speciale website (www.agevola.org) zijn gratis en bevatten een woordenlijst in het Italiaans, Engels, Spaans, Roemeens, Russisch, Albanees en Oekraïens. ‘Het programma is verdeeld in drie secties: gezondheid, dagelijks leven en instellingen. In elke sectie vindt u vertalingen van nuttige woorden en zinnen. De toegang is heel eenvoudig en ligt binnen het bereik van alle burgers’, legt Daniel Russo uit.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie