IJslands preventiemodel bruikbaar in alle gemeenten
In alle Nederlandse gemeenten zou het IJslandse preventiemodel, om middelengebruik onder jongeren te voorkomen, moeten worden ingevoerd. Dat adviseren het Trimbos-instituut en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) na evaluatie bij zes gemeenten.
Het IJslandse preventiemodel, om middelengebruik onder jongeren te voorkomen, zou in alle gemeenten moeten worden ingevoerd. De werkwijze heeft toegevoegde waarde ten opzichte van bestaande programma’s en werkwijzen. Cruciaal is wel dat gemeenten voldoende menskracht en budget hebben om de kar te trekken.
Draagvlak
Dat blijkt uit de eindevaluatie van de pilot van het IJslandse preventiemodel in zes gemeenten: Amersfoort, Hardenberg, Súdwest-Fryslân, Texel, Urk en de samenwerkende Kempengemeenten (Bergeijk, Bladel, Eersel, Reusel-De Mierden). De eindevaluatie is uitgevoerd door het Trimbos-instituut in samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). De integrale benadering en de belangrijke rol van monitoring worden als meerwaarde ervaren, evenals de zogeheten community building. Daaronder wordt verstaan dat beleidsmakers en onderzoekers voor draagvlak onder lokale partners zorgen en samenwerking tussen deze partijen stimuleren.
Datagedreven
Het Trimbos-instituut adviseert het ministerie van VWS de verdere implementatie van het IJslandse preventiemodel in Nederland te stimuleren. ‘Het IJslandse model voorziet in de behoefte van gemeenten aan een model voor lokaal, domein overstijgend en datagedreven jeugdbeleid met een wetenschappelijke onderbouwing.’ De gemeente is de aangewezen partij om de regievoerder te zijn in de implementatie, stelt het Trimbos-instituut.
Gezonde omgeving
Sinds de invoering van het IJslandse preventiemodel twintig jaar geleden is het alcohol-, tabak- en drugsgebruik onder IJslandse jongeren sterk gedaald. Het basisprincipe is om voor jongeren een gezonde omgeving te creëren, waarbij middelengebruik wordt voorkomen en het welbevinden van jongeren wordt vergroot. Jaarlijks wordt dezelfde cyclus doorlopen. Jongeren moeten elk jaar een vragenlijst invullen (monitoring). De resultaten daarvan worden snel teruggekoppeld naar de lokale partners, waaronder het onderwijs, maar ook naar het gezin. Op basis van de resultaten wordt beleid gemaakt en vertaald in acties die vervolgens worden uitgevoerd.
Lokale cijfers
Tussen april 2018 en april van dit jaar is gekeken of ook in Nederland de IJslandse aanpak bruikbaar is en zou leiden tot dalend middelengebruik. De deelnemende gemeenten hebben de IJslandse werkwijze ingevoerd, en onder meer de jaarlijkse cyclus doorlopen. De pilotgemeenten zijn positief over de werkwijze, stelt het Trimbos-instituut in de eindevaluatie. ‘De positieve, integrale langetermijnvisie op het jeugdbeleid kan op enthousiasme rekenen. Verder waarderen de gemeenten dat wetenschap en lokale cijfers de basis vormen voor het beleid.’ Wat de pilotgemeenten betreft, voert de GGD voortaan de monitor uit.
Urgentie
Door de resultaten snel terug te koppelen, lukt het gemeenten om zowel een gevoel van urgentie als draagvlak bij de lokale partners te bewerkstelligen. Voor een antwoord op de vraag of het programma al heeft geleid tot vermindering van middelengebruik en gezondheidsverbetering, is het nog te vroeg, stelt het Trimbos-instituut. ‘In IJsland duurde het jaren voordat er effect zichtbaar was.’ De verbeterde en nieuwe samenwerking met lokale partners is al een groot en zichtbaar resultaat, vinden de onderzoekers.
Tijdgebrek
Ook scholen zijn positief over de IJslandse werkwijze. Vooral de integrale aanpak spreekt hen aan, hetgeen een belangrijke motivatie was om aan de pilot deel te nemen. ‘Ze willen iets doen tegen het middelengebruik van hun leerlingen en willen daarnaast een positieve bijdrage leveren aan hun ontwikkeling’, aldus de onderzoekers in hun eindevaluatie. De scholen zouden graag meer tijd stoppen in de IJslandse aanpak, maar tijdgebrek speelt hen parten.
Verruimen
Alle pilotgemeenten gaan door met de IJslandse werkwijze, al is er bij een aantal van hen zorgen over de beschikbare budgetten in hun gemeente. Een paar pilotgemeenten willen de werkwijze verruimen naar het hele sociale domein, waarbij de focus wordt verlegd van middelengebruik naar het welbevinden van de jeugd in brede zin. Alle deelnemende gemeenten raden andere gemeenten aan met het IJslandse model te gaan werken. Voldoende capaciteit en budget is wel een basisvoorwaarde, stelt een van de gemeenten. Een andere deelnemer aan de pilot ziet het positiever in en stelt dat het een mogelijkheid is om met bezuinigingen om te gaan. ‘Niemand wil het met minder doen, maar als het dan toch moet, dan kun je het beter effectief, evidence based en datagedreven doen.’
Het IJslandse model voorziet in de behoefte van gemeenten aan een model voor lokaal, domein overstijgend en datagedreven jeugdbeleid met een wetenschappelijke onderbouwing.’
Stopte ik.
Ik kon alleen maar vaststellen dat mijn beta-brein hier geen pannenkoek van kan bakken.
Wat is die methode en hoe werkt hij?