Gemeenten moeten jeugdzorgrekening onderling regelen
Jeugdzorgaanbieders krijgen geen toegang tot de Basisregistratie Personen (BRP) om te checken naar welke gemeente de rekening van de verleende jeugdzorg toe moet. Dat antwoordt minister Hugo de Jonge (VWS) op vragen van GroenLinks Kamerlid Lisa Westerveld.
Jeugdzorgaanbieders mogen niet via de Basisregistratie Personen (BRP) checken naar welke gemeente de rekening van de verleende jeugdzorg toe moet. Als daar twijfel over is, moet een van de gemeenten die mogelijk verantwoordelijk is voor de jongere, de rekening voorschieten.
Onderling verrekenen
Als later duidelijk wordt dat toch een andere gemeente verantwoordelijk is, moet de rekening onderling verrekend worden. Gemeenten moeten de aanbieder in principe binnen twee weken laten weten welke gemeente verantwoordelijk is voor de jongere, en daarmee naar welke gemeente de rekening moet. De aanbieder kan in de tussentijd gewoon starten met de jeugdhulp en is verzekerd van betaling.
Geen uitstel
Dat antwoordt minister Hugo de Jonge (VWS) op vragen van GroenLinks Kamerlid Lisa Westerveld. Zij had vragen gesteld na berichtgeving in Binnenlands Bestuur over het pleidooi van Jeugdzorg Nederland om de invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel met een jaar uit te stellen. Het blijkt technisch niet mogelijk om de daadwerkelijke woonplaats van een jongere met jeugdzorg met een druk op de knop te achterhalen, luidde het bezwaar. Dat zou volgens Jeugdzorg Nederland wel zijn toegezegd. Tweede en Eerste Kamer hebben niet tot uitstel besloten. De wet wijziging woonplaatsbeginsel wordt op 1 januari van kracht.
Geen speciale tool
Vanaf dat moment wordt voor de bepaling van de woonplaats gekeken naar de inschrijving in de BRP. Hiermee wordt voorkomen dat gemeenten met veel zorginstellingen of pleeggezinnen waar veel kinderen met een voogdijmaatregel verblijven onterecht voor de kosten opdraaien. Volgens Jeugdzorg Nederland is de laatste woonplaats van de jongere, voordat hij voor zorg naar een instelling ging, in de praktijk moeilijk te achterhalen. De minister wil echter niet aan een speciale tool die het voor aanbieders makkelijker maakt de rekening meteen naar de juiste, verantwoordelijke, gemeente te sturen, zo blijkt uit zijn antwoord op de Kamervragen. Ook wil hij niet dat de BRP toegankelijk wordt voor jeugdzorgaanbieders.
Privacy-bezwaar
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Jeugdwet ligt ten eerste bij gemeenten, zo stelt De Jonge. ‘Gemeenten moeten zelf vaststellen welke gemeente is aangewezen voor de verstrekking van de jeugdhulp en de betaling daarvan.’ Daarnaast zijn er ‘ernstige privacy-bezwaren’ tegen raadpleging van de BRP door aanbieders. Bij een tool voor aanbieders moeten duizenden aanbieders geautoriseerd worden om in de BRP te kijken. ‘Dit zorgt voor te veel uitvoeringslasten en te veel beheerkosten.’
Betaalplicht
Om te voorkomen dat aanbieders de speelbal tussen gemeenten worden, is in de wet een betaal-, onderzoeks- en informatieplicht voor gemeenten opgenomen. Dat verstevigt volgens de minister de positie van aanbieders. ‘Het verzekert hen van tijdige informatie over de verantwoordelijke gemeente en tijdige betaling voor geleverde jeugdhulp. Gemeenten zijn dus verplicht om te betalen en als later blijkt dat de verantwoordelijkheid elders ligt, kunnen de kosten verrekend worden met de andere gemeente.’
Op verzoek van aanbieders laat De Jonge wel een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden van geautomatiseerde vaststelling van de woonplaats.
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Het wordt hoog tijid dat het rijk zijn verantwoordelijkheid neemt en niet alles afschuift op gemeenten met nog meer regeltjes.