Advertentie
sociaal / Nieuws

Deel indicaties klopt niet meer

Onderzoek in twintig gemeenten toont aan dat ongecontroleerd overnemen van thuiszorgindicaties niet verstandig is.

22 februari 2008

Ruim acht procent van de mensen met een thuiszorgindicatie heeft deze hulp niet meer nodig of heeft er eigenlijk geen recht op. Dat is af te leiden uit een onderzoek van adviesbedrijf WMO Kantoor. Dit bureau onderzocht in twintig gemeenten opnieuw de indicaties voor mensen die langer dan een jaar thuiszorg ontvangen en legde de bevindingen bij elkaar. Uit de resultaten blijkt dat 5,6 procent van de lopende indicaties kwam te vervallen, bijvoorbeeld omdat de persoon inmiddels is verhuisd naar een woonzorgcentrum, of is overleden.

 

Ook gaf een deel van de mensen zelf aan dat ze geen hulp meer hoefden, al hadden ze een indicatie die nog doorliep. WMO Kantoor wees verder 2,6 procent van de aanvragen af, vrijwel altijd omdat ze zorgontvangers een huisgenoot of partner hebben die voor ze zorgt of dat zou kunnen doen.

 

De resultaten zijn met name interessant omdat eenderde van alle gemeenten indicaties die vóór 2007 zijn gegeven niet onderzoekt, maar deze automatisch verlengt. Daarbij baseren ze zich op de informatie van het Centrum Indicatiestellingen Zorg (CIZ), dat voorheen alle indicaties deed. Een voorbeeld: iemand kreeg in 2005 een indicatie voor hulp bij een aantal eenvoudige huishoudelijke klussen van het CIZ, geldig tot 2012. Veelal nemen gemeenten dit besluit dan nu ongecontroleerd over.

 

'Dit toont aan dat het niet verstandig is om dat zo te doen', zegt Teun van der Linden van WMO Kantoor. 'Als je een indicatie automatisch omzet weet je niet of er iets in de persoonlijke situatie van iemand is veranderd. En dat bleek dus vaak wel het geval. Mensen waren verhuisd naar een seniorenwoning, of de echtgenoot was overleden. Dat soort dingen heeft allemaal invloed op de zorg waar iemand recht op heeft.'

 

De vraag is of gemeenten ook daadwerkelijk betalen voor een verkeerde indicatie. Immers, iemand die overleden is doet geen beroep op zorg en dus stuurt de instelling ook geen rekening naar de gemeente. Volgens Van der Linden gaat dit niet helemaal op. De onderzoekers kwamen bijvoorbeeld tegen dat de zorg aan de 'verkeerde' mensen werd gegeven, bijvoorbeeld aan de echtgenoot of echtgenote van iemand die was overleden. 'Een deel van de aanvragen verviel ook omdat mensen ons zeiden dat ze de zorg eigenlijk niet meer nodig hadden. Ze hadden een indicatie voor een paar jaar gekregen, maar hun klachten waren inmiddels veel minder. Zij en de zorginstelling hadden dat dan niet gemeld.'

 

Het ministerie van VWS vindt het aantal 'verkeerde' indicaties in ieder geval niet verontrustend. 'Het duurt altijd even voor veranderingen in de leefsituaties van mensen in de administratie worden opgenomen. Als je echtgenoot overlijdt bel je niet direct naar de gemeente om je Wmo-indicatie te veranderen', zegt woordvoerder Lilian Jansen.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie