‘Beter een goed smoelenboek dan iedere week overleg’
Veruit de meeste gemeenten voeren de nieuwe taken op het gebied van werk, zorg en jeugd uit met sociale wijkteams. 14 procent doet dat niet, waaronder Barneveld en Helmond. ‘Beter een goed smoelenboek dan één keer per week samen alle casussen doornemen.’
Vindplaatsen
Helmond is met 90 duizend inwoners één van de twee gemeenten in de G32 die de afgelopen tijd niet bezig is geweest met het vormen van wijkteams. Het stadsbestuur gelooft er niet in. ‘Belangrijker is dat je op vindplaatsen bent’, vertelt De Leeuw. ‘Neem de jeugd. Die tref je niet in een wijkteam, die vind je op scholen. Daarom hebben wij gekozen voor een andere structuur.’
Inhoud vs structuur
Ook Barneveld heeft heel bewust ervoor gekozen de nieuwe taken zonder wijkteams uit te voeren. ‘Het gaat erom dat mensen in het veld elkaar weten te vinden. En als er overleg nodig is, dan is dat er’, is de nuchtere houding van wethouder Hans van Daalen (Jeugd, Zorg en Welzijn, ChristenUnie). ‘Wij gaan ons storten op de inhoud en niet op de structuur.’ Het merendeel van de vragen die bij de gemeente binnenkomt, is enkelvoudig van aard. En daarom is het optuigen van een team met professionals uit allerlei velden niet nodig, vindt Van Daalen. ‘Waarom zouden wij een structuur bouwen op de uitzondering in plaats van op de regel?’
Toegang
Onder de gemeenten die zonder wijkteams werken, zit een flink aantal kleine gemeenten, weet Hilde van Xanten van kennisinstituut Movisie. ‘Gemeenten met zo’n 15 duizend inwoners als Aalburg en Lopik hebben dezelfde schaal als veel wijkteams. Zo’n gemeente kiest dan om de professionals in dienst te nemen en zelf de toegang te doen in plaats van een nieuw team op te starten. De uitvoering doen ze niet zelf, wel de toegang. Ook zijn er gemeenten die van oudsher gewend zijn om veel taken zelf op te pakken. Een gemeente als Huizen bijvoorbeeld heeft altijd taken rond Wmo of re-integratie zelf gedaan. Die kiezen nu ook voor het zelf organiseren van de toegang. ‘
Voelsprieten in de wijk
Met het inrichten van wijkteams proberen gemeenten te zorgen voor ‘voelsprieten in de wijk’. Helmond probeert dit effect te bereiken door op de vindplaatsen aanwezig te zijn. Naast scholen ook de consultatiebureaus, of het Wmo-loket, of de professionals die toch al in de wijken zorg leveren. ‘Wij geven die professionals handelingsvrijheid’, aldus De Leeuw. ‘Als zij iets signaleren, kunnen ze handelen. En af en toe organiseren we dat mensen elkaar kunnen ontmoeten. Maar wekelijks gezamenlijk de casuïstiek bespreken doen we niet. We vinden het belangrijker dat mensen 06-nummers van elkaar hebben.’
Bloeiend verenigingsleven
Ook in Barneveld zijn geen extra voelsprieten in de wijk nodig, vindt Van Daalen. ‘Wij hebben hier een bloeiend verenigingsleven, kerken en sportverenigingen. Daar lopen alle lijnen door elkaar en is eigenlijk iedereen verbonden. Daar gaan we dus niet nóg een netwerk overheen leggen in de vorm van een wijkteam. Bovendien hebben we wijkplatforms. Bewonersverenigingen die van alles organiseren en signalen doorgeven. Ook daar zitten onze ogen en oren.’
Veruit de meeste zaken kunnen worden behandeld door echte professionals. Het bespreken van incidentele gecompliceerde dossiers kan vervolgens samen met specifieke deskundigheid worden besproken.