Wipkippen en grauw betonsteen
Onwaarschijnlijk snel zijn bloemkoolwijken gedateerd geraakt. De woonidylle van de jaren 70 en 80 manifesteert zich nu vaak als een wat armoedige woonomgeving vol aftandse houten schuttingen. Bloemkoolwijken. Analyse en perspectief bevat fotoseries uit alle hoeken van het land die het probleem in één klap zichtbaar maken.
Naast de foto’s werken ook de vele thematische wijkkaarten (met uitklapbare legenda in het omslag) uitstekend samen met de tekst. Het goed georganiseerde materiaal noodt tot vergelijking en herkenning.
De auteurs, werkzaam als onderzoeker en gemeenteadviseur, zijn beroepshalve goed bekend met de bloemkoolwijk, ook wel woonerf-, macaroni- of doolhofwijken genoemd. Ze baseren hun analyses op kwantitatieve gegevens over honderdvijftig wijken, waarvan er 34 bovendien aan een kwalitatieve ruimtelijke analyse zijn onderworpen. Hoewel hun bevindingen sterk overlappen met die uit Bloemkoolwijken, een tussenstand van wijkaanpak na 2 jaar, het rapport van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting van vorig jaar augustus, biedt hun boek aanzienlijk meer nuance en verdieping.
De hoofdboodschap is eenduidig. De als knus en veilig bedoelde woonerven glijden af. De vroegere aanname dat mensen in die kleine, introverte, verkeersluwe buurtjes meer sociale samenhang zouden ervaren en verantwoordelijkheid zouden nemen voor hun straatjes en pleinen is geleidelijk gelogenstraft.
Er zijn nog genoeg bloemkoolwijken waar mensen graag wonen. Ze genieten er van veel woonruimte en groen voor een relatief lage prijs. Maar de sociale structuur blijkt vaak flinterdun. Enigszins gechargeerd zou je kunnen zeggen dat de huidige bloemkoolbewoner het woonerf dicht plamuurt met auto’s, klust in zijn carport en zijn tuin laat verloederen. Burenoverlast en vandalisme nemen toe.
De auteurs wijten deze ontwikkeling onder andere aan de individualisering en aan de instroom van nieuwe bewoners met afwijkende levensstijlen en een krappere beurs. Ze benoemen ook de ruimtelijke manco’s: het gebrek aan overzicht, onbruikbaar ‘snippergroen’, lelijke wipkippen en grauw betonsteen.
Maar bovenal is het de zwakke aansluiting van de woningen op de openbare ruimte: huizen met bergingen aan de voorkant, huizen die tegen andermans achtertuin aankijken, tuinen op het noorden en blinde kopgevels. Het feit dat bewoners in sommige buurten van hun achterdeur hun voordeur hebben gemaakt, spreekt boekdelen. Het boek beschrijft en duidt ook de verschillen tussen de bloemkoolwijken onderling, op basis van bijvoorbeeld de regionale woningmarkt, de verhouding huur/koop, de ligging ten opzichte van een stadskern en de kwaliteit van de architectuur.
Het hoofdstukje ‘toekomstperspectief’ is vergeleken bij de grootscheepse inventarisatie summier, maar de suggesties zijn behartigenswaardig. Naast broodnodige ruimtelijke ingrepen kan het idee om woonerven te thematiseren in ‘bejaardenbrink, ecohof, thuiswerkerf’, baanbrekend zijn.
Martijn Ubink en Thijs van der Steeg: Bloemkoolwijken. Analyse en perspectief, Sun, Amsterdam, 2011, 168 pagina’s, ISBN 9789461051691, € 34,50
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.