Circulair en realistisch: doen wat je kunt in de regio
Hoe kom je van goede bedoelingen naar goede resultaten? En waar begin je?
De Groene Metropoolregio (Nijmegen, Arnhem en zestien omliggende gemeenten) wil een circulaire topregio worden. Klinkt natuurlijk prima, maar ook abstract. Want hoe kom je van goede bedoelingen naar goede resultaten? En waar begin je? Spoiler alert: bij realisme, nuchterheid en gezond verstand. Je moet letterlijk en figuurlijk doen wat je kunt. Dit is een verhaal over het regionaal verwerken van grondstoffen uit ziekenhuizen en van zonneparken
De Groene Metropoolregio begint niet bij nul, als het om circulariteit gaat. Met Nijmegen voorop is de regio al behoorlijk actief op het vlak van duurzaamheid. Een van de logische concrete stappen is het aanpakken van reststromen.
We zijn begonnen bij het begin. De regio had zelf een eerste inventarisatie gemaakt met afval- en materiaalstromen die aangepakt zouden kunnen worden, zo’n twintig in totaal. Daarbinnen kon de regio nog kijken naar stromen die prioriteit krijgen in het beleid van de Rijksoverheid. Maar dan nog was het te veel. Onze boodschap was: probeer niet alles tegelijk aan te pakken, maar concentreer je op zaken waar je grip op hebt, waar je een verschil kunt maken en die je ook qua capaciteit aankunt. Kijk ook naar schaarse grondstoffen en naar de reële mogelijkheden voor een meer hoogwaardige verwerking: kan het technisch, en is het beschikbaar?
Ten eerste zijn we toen uitgekomen bij het ‘niet-specifieke’ (het niet gevaarlijke afval) van ziekenhuizen en zorgcentra. In het bijzonder richten we ons dan op luiers incontinentiemateriaal en andere artikelen voor eenmalig gebruik zoals infuuszakken, behandelpapier, latex handschoenen en mondkapjes. Voor luiers alleen al schatten dat het in de regio gaat om zo’n 10.000 ton per jaar. Je hebt dus al een redelijke schaalgrootte, en die heb je ook nodig. Bovendien is het een afvalstroom die nu nog grotendeels verbrand wordt, dus is het relatief eenvoudig om omhoog te klimmen op de circulariteitsladder. Daarmee ben je er nog niet, het scheiden bij de bron is nog best een uitdaging. Want er is niet overal in een zorgcentrum of ziekenhuis plek om een rij bakken naast elkaar te zetten. Het scheiden van dit soort afvalstromen zit bij ziekenhuizen bovendien van oudsher niet echt in het DNA, hygiëne en goede zorg staan voorop.
Het mooie is: in Nijmegen staat een fabriek die via hydrolyse het absorberende materiaal uit luiers en incontinentiemateriaal kan vergisten. Van één ton aangevoerd materiaal maken ze 93 kilo kunststof, 88 kubieke meter biogas, 47,6 kilo meststoffen en 215,5 kilo compost. En de CO2-uitstoot gaat vergeleken met verbranden ook flink omlaag.
Tot zover de stand van zaken. Vervolgens is de vraag: hoe maak je het circulair? Daarvoor hebben we een serie concrete actielijnen uitgezet. Aan de ene kant willen we zorgen dat de instellingen meer afvalstromen gaan scheiden, en dat dus meer dan nu inpassen in hun systeem. Samenwerken en van elkaar leren is daarbij wezenlijk. Het Radboud UMC is bijvoorbeeld een echte koploper in het apart inzamelen van afvalstromen, maar óók als het gaat om circulair inkopen. Die kennis en ervaring willen ze graag delen.
En aan de andere kant moeten we zorgen dat we met de afvalstromen ergens naartoe kunnen, dat het interessant wordt voor een verwerker. Als je het behandelpapier uit ziekenhuizen apart kunt inzamelen, dan is het recyclen daarvan natuurlijk een inkoppertje. Daarnaast hebben we de ambitie om de capaciteit te vergroten van de vergistingsfabriek voor luiers en incontinentiemateriaal. Ook met weggegooide latex handschoenen en mondkapjes zou je meer moeten kunnen doen. De regio kan innovatie hieromheen een boost geven door experimenten te sponsoren en onderzoeken uit te voeren.
Het goud gaat de shredder in
Zonnepanelen – dat is een heel ander verhaal. Op dit moment gaan afgedankte panelen de shredder in, alleen de omvormers en de aluminium frames worden eraf gehaald. Het aluminium kan worden hergebruikt en de omvormers kunnen zonder veel moeite aan een refurbished tweede leven beginnen. Wat uit de shredder komt wordt bijvoorbeeld gebruikt als bodemverharder onder wegen. Inclusief het silicium, een kritische grondstof. Dus dat is enorm zonde, er gaat gewoon goud de shredder in.
De positieve insteek lijkt dus: we hebben nog tijd, bijvoorbeeld voor innovatie. Verreweg de meeste panelen staan op daken en in weilanden, en daar blijven ze nog een hele tijd staan. Maar er komt een enorme afvalberg aan. In 2020 werd in Nederland 124 ton aan zonnepanelen afgedankt, in 2030 is dit naar verwachting 50 duizend ton, in 2050 maar liefst 400 duizend ton. In de hele wereld gaat het tegen die tijd om 10 miljard afgedankte zonnepanelen. En als er aan het productieproces niets verandert, moeten al die onwrikbaar verlijmde panelen nog steeds de shredder in. Dat is heel veel silicium dan eigenlijk moet worden teruggewonnen.
De Groene Metropoolregio kan daaraan, opnieuw met gepast realisme, een bijdrage leveren. En dan is er eigenlijk geen tijd te verliezen. Want je moet toewerken naar een situatie waarin je de panelen optimaal kunt hergebruiken. En dat betekent dat je nu al moet nadenken over je inkoopbeleid. Overheden kopen zelf immers ook veel panelen en kunnen bijvoorbeeld verlangen dat minstens een deel daarvan demontabel is. Ook kun je nadenken over manieren om consumenten en bedrijven te verleiden om demontabele panelen aan te schaffen.
Die eis is alleen haalbaar als de markt zulke panelen aanbiedt, en graag ook met concurrerende prijzen. Gelukkig wordt daar hard aan gewerkt, de technologie lijkt er te zijn. In de regio kunnen we concreet kijken hoe we de inname van afgedankte zonnepanelen kunnen organiseren, welke onderdelen we sowieso kunnen hergebruiken, wat we al kunnen doen qua inkoopvoorwaarden en of we in de regio de productie van demontabele panelen kunnen stimuleren. En we moeten het vooral samen doen, in de regio en erbuiten, bijvoorbeeld om de inkoopkracht te bundelen. Want hoe sterker je bent, hoe meer eisen je kunt stellen én hoe interessanter het voor producenten wordt, vanwege de schaalgrootte.
De Groene Metropoolregio wil op het gebied van circulariteit de top bereiken. En met haar jarenlange ervaring op het gebied van inzamelen, sorteren, demonteren, recyclen en hergebruiken van grondstoffen, kan zij zich meer dan ooit bewijzen als het kloppend hart van de circulaire topregio en kan ze waarmaken wat we allemaal willen: de cirkel rond maken.
Peter de Boer
Consultant Afval & Circulaire economie
peter.de.boer@rhdhv.com
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.