Ouderenhuisvesting bij een derde van de regio's in beginfase
Uit eerste gesprekken blijkt dat regio’s sterk verschillen in de mate waarin zij deze opgave concretiseren.
In de woondeals is afgesproken om de woningbouwopgave voor ouderen in 2023 uit te werken in de lokale en regionale woningbouwprogrammering van gemeenten. Twee derde van de regio’s is al ver gevorderd of goed op weg. De resterende regio’s bevinden zich nog in de beginfase van dit proces. Dat staat in de voortgangsrapportage van het Programma Wonen en zorg voor ouderen, die ministers Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) en Conny Helder (Langdurige Zorg) naar de Tweede kamer stuurde.
Tot en met 2030 wil De Jonge 290.000 extra woningen voor ouderen bouwen, waarvan 170.000 zogeheten nultredenwoningen, 80.000 geclusterde woonvormen en 40.000 zorggeschikte woningen. Door meer levensloopbestendige woningen te bouwen wil de minister passende woonruimte voor ouderen realiseren.
Voor deze bouwopgave is samenwerking met woon- en zorgpartijen noodzakelijk. De woonminister roept provincies daarom op om dit regionaal te faciliteren en te zorgen voor aansluiting op de woondeals en versnellingstafels. Aan deze tafels overleggen overheden, woningcorporaties en marktpartijen over de voortgang van de realisatie van de woningbouwopgave.
Financiële regelingen
Om knelpunten in de bouwopgave voor ouderen weg te nemen komt het kabinet met diverse financiële regelingen. Zo werkt de regering momenteel de stimuleringsregeling zorggeschikte woningen uit. Deze bepaling moet een stimulans geven aan de bouw van 20.000 geclusterde zorggeschikte woningen in het sociale segment. Ook ontwikkelt de rijksoverheid de subsidieregeling intergenerationeel wonen, om het samenwonen tussen jong en oud te stimuleren.
Eerder was al de Stimuleringsregeling Ontmoetingsruimten in Ouderenhuisvesting in het leven geroepen. Voor een vergoeding voor de bouwkosten van een ontmoetingsruimte kunnen woningcorporaties, marktpartijen, burgerinitiatieven en zorgaanbieders hier een beroep op doen. Initiatiefnemers van ouderenhuisvesting voor bewoners met een zware zorgvraag kunnen sinds 18 oktober 2022 ook een financiële bijdrage aanvragen. Eerder gold dat maximaal 50 procent van de bewoners een zware zorgvraag mocht hebben. In 2022 is voor circa 8.500 woningen met ontmoetingsruimten 28 miljoen euro toegekend.
Gemeenten worden vanaf 2026 verplicht om relevante zorgpartijen te betrekken bij het opstellen van lokale prestatieafspraken
Versterking regie volkshuisvesting
Het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting moet het rijk, provincies en gemeenten de wettelijke instrumenten geven om samen regie te voeren op de volkshuisvesting. Overheden krijgen in de wet meer grip op hoeveel woningen, waar en voor wie wordt gebouwd en de mogelijkheden voor de versnelling van woningbouw. In dit wetsvoorstel is eveneens opgenomen dat gemeenten vanaf 2026 een volkshuisvestingsprogramma moeten opstellen. De woonzorgvisies, die de woon- en zorgbehoeften en woonopgaven voor aandachtsgroepen en ouderen in kaart brengen, worden hierin opgenomen. Gemeenten worden vanaf 2026 ook verplicht om, naast woningcorporaties en huurdersorganisaties, relevante zorgpartijen te betrekken bij het opstellen van lokale prestatieafspraken.
Het wetsvoorstel voorziet ook een aanpassing van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). ‘Op grond van de Wmo 2015 dienen gemeenten zich reeds in het Wmo-plan rekenschap te geven van een groot aantal onderwerpen. Het ligt daarmee in de rede dat het Wmo-plan (middels een toe te voegen huisvestingscomponent) en het woonprogramma aan elkaar gekoppeld worden’, schrijven De Jonge en Helder in hun gezamenlijke Kamerbrief. In de wet wordt dan ook een link gelegd met het Wmo-plan, waardoor er een nauwe verbinding tussen het fysieke en sociaal domein wordt gecreëerd.
Begin 2023 is het voorstel in consultatie gegaan. Naar verwachting treedt de Wet Versterking regie volkshuisvesting in 2024 in werking.
Eén centraal loket
Tot slot werkt het kabinet aan één centraal loket waar gemeenten, provincies, woningcorporaties, zorg- en welzijnspartijen en maatschappelijke organisaties hun vragen kunnen stellen op het gebied van huisvesting van ouderen en aandachtsgroepen. Dit loket wordt belegd bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en is naar verwachting na de zomer operationeel.
Aan het einde van het jaar informeert De Jonge de Tweede Kamer over de verdere voortgang van het Programma Wonen en zorg voor ouderen. Dat doet hij aan de hand van de Staat van de Volkshuisvesting, waarin jaarlijks de voortgang van de Nationale Woon- en Bouwagenda wordt gerapporteerd.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.