Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Ongecoördineerd

Om te voorkomen dat een bedrijf meer gaat lozen als het minder mag uitstoten in de lucht - of andersom - moet de verlening van een milieuvergunning en een lozingsvergunning worden gecoördineerd. Ook al vindt de vergunninghouder dat niet nodig.

12 september 2008

Unimills, vroeger bekend als Unilever, wil haar dochter Cleanergy in Dordrecht biodiesel laten produceren uit raapzaad-, soya- en palmoliën. Het bedrijf vraagt hiervoor in 2006 een milieuvergunning aan bij de provincie. Volgens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) heeft Unimills ook een lozingsvergunning nodig, die Rijkswaterstaat moet verlenen. Het bedrijf dient een geïntegreerde aanvraag in.

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland coördineren de vergunningverlening aanvankelijk met Rijkswaterstaat. Er vindt ‘ inhoudelijke afstemming’ plaats, maar die heeft volgens GS geen invloed op de inhoud van de vergunning voor de Wet milieubeheer. Omdat Rijkswaterstaat extra informatie nodig heeft, duurt de behandeling van het verzoek om de Wvo-vergunning langer dan voorzien. GS verlenen het bedrijf in 2007 alvast de gevraagde milieuvergunning, aangezien de ontwerp-Wvo-beschikking nog niet klaar is en op korte termijn ook niet ter inzage kan worden gelegd. De Stichting Natuur en Milieu (SNM) tekent hiertegen beroep aan. De organisatie ‘screent’ de activiteiten van honderden Nederlandse bedrijven op hun gevolgen voor het milieu. SNM had vruchteloos met de provincie overlegd over de beperking van de uitstoot van schadelijke stoffen door Unimills. Nu GS de vergunning toch hebben verleend, legt SNM in beroep de vinger op een evidente procedurefout: GS hebben de in de Wet milieubeheer voorgeschreven coördinatieregeling genegeerd.

 

Volgens deze regeling moeten GS en Rijkswaterstaat de verlening van een milieu- en lozingsvergunning op elkaar afstemmen. ‘Zo moet worden voorkomen dat een bedrijf meer gaat lozen als het minder mag uitstoten, of andersom,’ zegt Ron Wit van Natuur en Milieu. Volgens hem leidt de biodieselinstallatie tot een tien keer hogere lozing van fosfor in de Oude Maas, die onder de Natuurbeschermingswet valt. Dat SNM de biodiesel, die Cleanergy wil produceren, ‘per saldo’ slecht vindt voor het milieu, speelt hooguit op de achtergrond. De Raad van State is onverbiddelijk: de coördinatie is dwingend voorgeschreven in de wet, maar een schriftelijk advies van Rijkswaterstaat ontbreekt. Daarbij komt dat GS hebben verzuimd inzicht te verschaffen in de invloed die de Wvoaanvraag heeft gehad op de inhoud van de milieuvergunning. Het argument van GS dat Unimills ermee heeft ingestemd van coördinatie af te zien, stemt de Raad van State niet milder. GS hadden rekening moeten houden met de mogelijke benadeling van andere belanghebbenden.

 

Gedeputeerde Staten zijn niet blij met de uitspraak. Woordvoerder André Lammerse: ‘Reparatie zal lastig zijn en veel tijd in beslag gaan nemen. Voortaan leggen we alle contacten met andere vergunningverleners schriftelijk vast en maken deze openbaar.’ Unimills-voorlichter Alexander van der Klauw: ‘Het is natuurlijk niet gratis als je zoiets moet uitstellen.’ Volgens Ron Wit komt een gebrekkige coördinatie wel vaker voor. ‘Ook bij de Natuurbeschermingswet.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie