Kritische brief De Jonge hangt boven statendebat Zuid-Holland
De minister eist een gesprek met de gedeputeerde die over de woningbouw gaat.
De uiterst kritische brief vorige week van minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken stond deze woensdagochtend niet op de agenda in de provinciale staten van Zuid-Holland. Toch kon hij niet onbesproken blijven tijdens het debat van de Statencommissie Bereikbaarheid en Wonen in het Haagse provinciehuis. Dat debat ging namelijk over de hamvraag: hoe kan de te trage woningbouw in Zuid-Holland snelheid krijgen? Getuige zijn brief vindt minister De Jonge daarin één stap cruciaal: dat de provincie naar zichzelf kijkt.
‘De actie van een demissionaire minister om te dreigen met bestuurlijke dwang, dat is ondemocratisch’, reageerde PvdA-statenlid Marleen Maat fel op vragen over de brief van oppositiepartijen. Daarmee herhaalde Maat wat de Zuid-Hollandse statenfractie van GroenLinks-PvdA ook eerder naar buiten bracht: ‘Dat een demissionaire minister de beweegruimte van een missionair provinciebestuur – en daarmee de maatwerkmogelijkheden van alle provinciebesturen – op deze manier dreigt aan te tasten, is volstrekt onacceptabel en ondemocratisch.’
Druk op Zuid-Holland
De druk op Zuid-Holland is groot. De provincie heeft met het rijk afgesproken dit decennium zo'n 250.000 woningen te bouwen, en bouwde vorig jaar met 17.000 nieuwbouwwoningen ook veel meer dan de andere provincies. Maar alsnog ligt het tempo te laag. Minister De Jonge heeft kritiek op drie eisen van de provincie die in zijn ogen te ver gaan: Zuid-Hollandse gemeenten zijn verplicht tot 40 procent nieuwe sociale huurwoningen, en hebben een beperkt aantal locaties waar ze behalve binnenstedelijk ook buitenstedelijk mogen bouwen. Als derde verlaagde de provincie de norm voor wat geldt als een ‘betaalbare’ woning. Landelijk geldt een bovengrens van 390.000 euro, in Zuid-Holland is het plafond 355.000.
Hierdoor zijn bouwprojecten vaak niet meer haalbaar, denkt De Jonge. Hij eist een gesprek met GL/PvdA-gedeputeerde Anne Koning. En dreigde: ‘Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om daar waar bestuurlijk overleg niet tot een oplossing leidt, verantwoordelijkheid te nemen door de inzet van juridische instrumenten.’
Ook gemeenten kritisch
De kritiek van De Jonge werd afgelopen januari voor een deel ook geuit door achttien Zuid-Hollandse gemeenten, in een gezamenlijke brief aan de provincie. Hun grootste pijnpunt is de strenge blik van de provincie op het buitenstedelijk bouwen. Alleen bij grote uitzondering mag zo'n uitbreiding groter zijn dan drie hectare. De gemeenten willen dat dit dringend verandert.
Het provinciebestuur heeft nog niet op de ministersbrief gereageerd. Pas op 10 april buigen de provinciale staten zich formeel over de kritiek van De Jonge en beantwoordt de gedeputeerde Anne Koning vragen van de statenleden. Woensdagochtend ontbrak daarvoor de tijd. Tijdens het statendebat bleek wel dat de coalitiepartijen de rijen niet hermetisch hebben gesloten.
Een opvallend moment brak aan toen statenlid Hans Veentjer, van coalitiepartij BBB, een misverstand wilde rechtzetten. Hij benadrukte dat volgens het coalitieakkoord alléén gemeenten die nog niet voldoen aan de norm van 30 procent aan sociale huurwoningen in hun bestaande woningvoorraad de eis opgelegd krijgen om 40 procent sociale huur bij te bouwen.
Alleen, of met name
Dat klopt echter niet, interrumpeerde PvdA-statenlid Marleen Maat, tevens van een coalitiepartij. Ze pakte er de tekst van het akkoord bij: ‘40% van de nieuwbouwwoningen moet sociaal zijn (...) met name in de gemeenten die achterlopen bij de opgave om toe te groeien naar 30% sociale woningbouw in de bestaande voorraad.’ Maat: ‘Die 40 procent geldt dus niet voor alléén die gemeenten die een achterstand moeten inhalen, maar met náme.’
‘Volgens mij zit daar een verschil van inzicht ten aanzien van het coalitieakkoord’, reageerde BBB-statenlid Veentjer. In zijn ogen moet ook de business case blijven meewegen. ‘Ik denk dat we zeker moeten opletten dat we gemeenten niet onrealistische plannen meegeven.’ Ook coalitiegenoten CDA en VVD betoonden zich rekkelijk, zoals VVD-statenlid Peter van Waaij: ‘Ik wil wegblijven van die discussie over 30 of 40 procent. Mij gaat het om die versnelling.’
Meer ruimte voor buitenstedelijk bouwen geeft de provincie niet. Vorige week werd op dit punt een amendement van de ChristenUnie, Ja21 en D66 verworpen.
Op woensdag 10 april vervolgt het debat.
Terugkijken
Kijk hier het debat van woensdagochtend terug.
Zie hier dat Nederland helemaal bovenaan staat. Met de flexibele arbeidsmogelijkheden, waardoor bijvoorbeeld slachterijen en de distributiesector voor 90% kunnen draaien op tijdelijke arbeidskrachten, werkt Nederland als een magneet voor goedkope arbeid. Een nieuw, rechts kabinet zal dit probleem waarschijnlijk niet oplossen vanwege de daarmee gemoeide belangen. Tot slot is het echte vraagstuk: hoe willen wij dat Nederland er over 50 jaar uitziet. In dit tempo is Nederland dan één grote massa met beton en asfalt.