Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Gemeenten ‘overvragen’ architecten

De Nederlandse aanbestedingspraktijk is ‘roomser dan de paus’. Gemeenten passen de Europese regels zo krampachtig toe, dat nog slechts een beperkt aantal architectenbureaus openbare gebouwen kan en mag ontwerpen. Eenvormigheid dreigt.

22 augustus 2008

Architecten André Kempe en Oliver Thill uiten deze kritiek in een deze week verschenen rapportage over de Nederlandse aanbestedingscultuur. Hun studie is ondertekend door zeventig architectenbureaus. ‘Zelfs voor zeer kleine openbare gebouwen worden buitenproportioneel hoge omzetten gevraagd van architecten die aan de aanbesteding mee zouden willen doen. Die zijn dusdanig hoog dat zelfs wereldberoemde buitenlandse architecten om puur formele redenen niet mee mogen doen voor een doorsnee stadskantoor in een kleine Nederlandse gemeente, louter omdat hun omzet te gering is,’ aldus Kempe en Thill. Befaamde Nederlandse architecten als Rem Koolhaas, Aldo van Eyck en Willem Jan Neutelings zouden er volgens hen in de huidige praktijk naast grijpen.

 

Ook de Bond van Nederlandse Architecten maakt zich ernstig zorgen over teloorgang van de Nederlandse architectuur, die internationaal hoog aangeschreven staat. Gemeenten doen een schep boven op de Europese aanbestedingseisen. Naast een minimale bureauomzet stellen gemeenten eisen op het gebied van financiële spankracht en verwachten zij ervaring met tot in detail vergelijkbare gebouwen. Van ‘Europa’ hoeft dat niet allemaal tegelijk. Open prijsvragen komen nauwelijks meer voor.

 

Volgens Thill en Kempe is de risicomijdende houding te herleiden tot het feit dat gemeenten door de complexe bouwstructuur aankloppen bij commerciële projectmanagementbureaus. ‘Dit om te bereiken dat procedures juridisch en budgettair waterdicht zijn, geen fouten worden gemaakt en niemand klaagt.’ Architecten ontwerpen graag openbare, complexe gebouwen zoals gemeentehuizen, bibliotheken en theaters. Dergelijke projecten trekken de aandacht en dienen als (internationale) springplank.

 

‘Als het zo doorgaat zijn er straks nog een stuk of tien bureaus die alle grote werken doen’, zegt Jeroen van Schooten van Meyer & Van Schooten Architecten, tevens voorzitter van de BNA. En ook zij zullen zich moeten richten op hun eigen niche; eens een bibliotheek, altijd een bibliotheek. In plaats van méér ontstaat zo volgens hem minder marktwerking.

 

Recent hebben volgens de belangenorganisatie zeven van de twaalf toonaangevende bureaus zich teruggetrokken uit een aanbestedingsprocedure voor een nieuw gemeentehuis in de gemeente Westland, onder meer Jo Coenen, Mecanoo, Claus en Kaan, en Quist-Wintermans. Aanleiding voor het terugtreden waren volgens Hanneke Hollander van Mecanoo de ‘enorm hoge eisen’ in het voortraject. Westland verlangde volgens Hollander al min of meer een gedetailleerd voorontwerp (in plaats van een schetsontwerp) mét maquettes, ‘en dat tegen een geringe ontwerpvergoeding. Je trekt het niet als je dat keer op keer moet doen, zelfs niet als groter bureau.’

 

No nonsense

 

Projectmanager van de nieuwbouw en voorzitter van de beoordelingscommissie in Westland Chris van Heel erkent dat het belang van de opdrachtgever en de architect(uur) niet gelijk opgaan, maar vindt dat Westland geen buitensporig eisenpakket heeft. Wel wil zijn gemeente een ‘no nonsens ontwerpbureau’, dat scherp op kosten let en ervaring heeft met innovatieve kantooromgevingen. Westland (dat zelf het projectmanagement doet) laat volgens Van Heel bovendien de mogelijkheid open om bureaus krachten te laten bundelen, waardoor ze sámen wel aan de eisen kunnen voldoen.

 

Van Heel: ‘Het betreft een gebouw met een omvang van twintigduizend vierkante meter en bouwkosten van negentig miljoen euro, dat ingepast moet worden in een historische kern. Niet gek dat je daar stevige voorwaarden aan verbindt. Het verwijt is voorts dat we te sterk insteken op kosten. Kostenbewustzijn hoeft creativiteit noch architectonische kwaliteit in de weg te staan.’ Westland is volgens architecten niet de enige gemeente die overvraagt. De BNA kreeg in de eerste helft van dit jaar 27 klachten van die strekking. Beginnende maar getalenteerde architecten zijn volgens Van Schooten bij voorbaat kansloos.

 

‘We worden op voorhand uitgesloten van deelname aan bijna alle Europese aanbestedingen, omdat er irreëel hoge omzeteisen over een flink aantal jaren worden geëist’, beweert Annemiek Braspenning, directeur van het jonge No Label Architecten, dat voor landelijk organisaties meerdere kinderdagverblijven realiseerde of in aanbouw heeft.

 

‘Voor de overheid kunnen we onze expertise op dit gebied niet inzetten vanwege die omzeteisen. Geen enkele andere organisatie die dat ooit deed. Vaak wordt een omzeteis gesteld van jaarlijks een miljoen euro over de afgelopen vijf jaar. Dat staat gelijk aan de jaaromzet van een bureau van minimaal tien personen. Van alle architecten in Nederland is het overgrote deel werkzaam bij een bureau met een omvang van maximaal negen medewerkers. Voor het ontwerp van een school dien je recent al minimaal twee of drie scholen van dezelfde omvang recent te hebben opgeleverd. Heb je opgaven van net iets andere aard, dan voldoe je niet. Ervaring bij eerdere werkgevers, zelfs als eindverantwoordelijke van projecten, telt niet.’ Kempe en Thill bepleiten de instelling van een onafhankelijke aanbestedingsautoriteit.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie