Energietransitie: rijk gaat ruimtelijke plannen sterker controleren
Het Programma Energiehoofdstructuur moet ruimtelijke conflicten voorkomen.
De rijksoverheid gaat de ruimtelijke plannen van provincies en gemeenten weer sterker zelf controleren op mogelijke conflicten met energieprojecten die het kabinet van nationaal belang vindt. Dat staat in het nieuwe Programma Energiehoofdstructuur, dat klimaatminister Rob Jetten samen met een uitvoeringsagenda naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Tot 2012 was, namens het rijk, de Inspectie Leefomgeving en Transport de ruimtelijke controleur. Daarna werd het toezicht over meerdere partijen verdeeld, waaronder landelijk netbeheerder Tennet, de Gasunie, Rijkswaterstaat en ook private partijen, zoals eigenaars van belangrijke buisleidingen.
Delta Rhine Corridor
Een voorbeeld van een gewichtig energieproject is de geplande aanleg van de Delta Rhine Corridor. Het gaat hier om een buisleidingnetwerk dat van de Rotterdamse haven, via het Limburgse industriegebied Chemelot naar de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen moet gaan voeren. Als alles doorgaat, vervoeren de buizen CO2 en waterstof, en mogelijk ook grondstoffen als propeen, ammoniak en LPG. Maar in het reserveringsgebied zouden tweehonderd belemmeringen zijn aangetroffen, onder meer vanwege gemeentelijke omgevingsplannen.
Als het gaat om dit type conflicten, wil het rijk voorop gaan lopen: ‘Hiervoor zal er met de betreffende gemeenten in een zo vroeg mogelijk stadium contact worden opgenomen en in gezamenlijkheid worden gezocht naar oplossingen.’
Ruimtelijke conflicten
Het Programma Energiehoofdstructuur moet voorkomen dat er ruimtelijke conflicten ontstaan in de energietransitie tot aan 2050. Het rijk legt reserveringen van ruimte vast in het Besluit kwaliteit leefomgeving, dat alle overheden bindt. ‘In het verleden is dit niet altijd goed gegaan, mede omdat het nationaal toezicht sinds 2012 is afgeschaald’, staat in uitvoeringsprogramma.
Over projecten van nationaal belang nam de rijksoverheid tot voor kort besluiten via de rijkscoördinatieregeling, die onder de nieuwe omgevingswet is vervangen door de projectprocedure. Met ingang van de nieuwe Energiewet valt hier ook grootschalige elektrolyse onder, net zoals eerder al grote energiecentrales, dito windparken, het hoogspanningsnet en belangrijke pijpleidingen.
Locaties met elektrolyse
De voorkeursgebieden van het rijk voor elektrolyse-installaties zijn de industriegebieden met aanlandingen van de met wind op zee opgewekte stroom. Dan gaat het om het Noordzeekanaalgebied, Delfzijl en Eemshaven, Rotterdam en Moerdijk, Borssele en Terneuzen, en eventueel Chemelot. Dit laatste alleen wanneer er een ‘diepe aanlanding’ tot in Zuid-Limburg zou komen.
In die aanlandingsgebieden moet wel 400 tot 500 hectare aan ruimte worden gereserveerd, meldt het uitvoeringsprogramma. Die ruimte is nodig voor batterijopslag en elektrolyse, evenals voor regelbare centrales, een converterstation en een hoogspanningsstation. De batterij en de elektrolyse zijn bedoeld om piekmomenten van stroomproductie op te vangen. De regelbare energiecentrales zijn nodig op momenten van een tekort aan windenergie.
Hoogspanningsnet
In het programma staan ook de geplande uitbreidingen van het hoogspanningsnet, bij Dodewaard, Eindhoven, Graetheide, de Eemshaven, het Noordzeekanaalgebied, de Maasvlakte, Borssele, Weiwerd en Maasbracht. Daarnaast komen er hoogspanningsverbindingen tussen Ens en Zwolle, en Tilburg en Eindhoven.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.