Advertentie
ruimte en milieu / Column

Gaat de PAS ons nog verrassen?

Columnist Peter van de Laak: "De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) is niet erg in lijn met de doelstellingen van de Omgevingswet, blijkt na het eerste halfjaar. Hoe uitvoerbaar is de PAS eigenlijk?"

08 december 2015

De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) kent de nodige onopgeloste kwesties en is niet erg in lijn met de doelstellingen van de Omgevingswet, blijkt na het eerste halfjaar. Hoe uitvoerbaar is de PAS eigenlijk?

De Commissie m.e.r. organiseerde in samenwerking met het netwerk van milieuprofessionals (VVN) onlangs een bijeenkomst over de PAS in de praktijk. De Programmatische Aanpak Stikstof is per 1 juli 2015 in werking getreden. Wat zijn de ervaringen? Tot mijn verbazing - en van velen met mij - bevat de PAS nog onopgeloste kwesties. Zo is er een mismatch met de Wet ruimtelijke ordening en externe saldering is niet mogelijk. Goed beschouwd is de PAS vooral een sectoraal saneringsinstrument. De PAS rekent af per afzonderlijk initiatief en bevat geen stimulansen voor integrale gebiedsgerichte oplossingen. Kortom, niet echt in lijn met de doelstellingen van de Omgevingswet.

De PAS moet een oplossing bieden voor de ecologische gevolgen van stikstofdepositie. Het programma bestaat uit een pakket bronmaatregelen om de stikstofemissie in landbouw, industrie en verkeer te verminderen. Tevens worden effectgerichte maatregelen getroffen in stikstofgevoelige Natura-2000 gebieden. Het totale maatregelenpakket moet bijdragen aan het veiligstellen van de instandhoudingsdoelen en ruimte creëren voor economische ontwikkelingsmogelijkheden. Voor een periode van zes jaar is berekend welke hoeveelheid stikstof kan worden toegedeeld aan nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Daarbij geldt het principe ‘wie het eerst komt wie het eerst maalt’: op is op. 

Stikstoftaart 

Hoe werkt dat nu in de praktijk? De beschikbare depositieruimte kan worden verbeeld met een ‘stikstoftaart’ met vier verschillende taartstukken. Alle nieuwe activiteiten met een stikstofemissie onder de drempelwaarde zijn onderdeel van de autonome groei (taartstuk 1). Hiervoor gelden geen belemmeringen. Bij stikstofemissies boven de drempelwaarde wordt met het verspreidingsmodel Aerius berekend of de depositie in stikstofgevoelige Natura-2000 gebieden beneden de grenswaarde blijft (taartstuk 2). Ook dan zijn er geen belemmeringen; wel moet er een melding worden gedaan. Voor prioritaire projecten van provincie en rijk met een stikstofemissie boven de grenswaarde is ontwikkelingsruimte gereserveerd (taartstuk 3). Daarnaast kan voor nieuwe initiatieven, waarvoor de grenswaarde wordt overschreden en die geen prioritair project zijn, ontwikkelingsruimte worden aangevraagd (taartstuk 4).

Als de ‘stikstoftaart’ niet te groot is, gaat de PAS zijn werk doen. Inmiddels zijn we een half jaar verder en blijkt dat voor 17 Natura-2000 gebieden taartstuk 2 al is uitgegeven. Voor die gebieden wordt de grenswaarde naar beneden bijgesteld en gelijk getrokken met de huidige drempelwaarde. Initiatieven boven de drempelwaarde kunnen dan alleen nog aanspraak maken op de vrije ontwikkelingsruimte. Dit is voer voor de discussie over de uitvoerbaarheid van de PAS. Het is onzeker of de geboden depositieruimte voldoende groot is, maar ook weer niet te groot.

Onbegrijpelijk 

Gebieden met grote stikstofbronnen nabij stikstofgevoelige Natura-2000 gebieden vragen eerder om een gebiedsgerichte aanpak dan een generieke aanpak. Het is dan ook onbegrijpelijk waarom niet gekozen is voor eenzelfde systematiek als het NSL. Het NSL maakt onderscheid tussen generieke en locatie specifieke maatregelen en biedt de mogelijkheid voor gebiedsgerichte saldering. Dat maakt een betere afweging mogelijk van kosteneffectieve maatregelen. Waar het lokaal “pijn” doet, ontstaat bovendien de politieke wil om te zoeken naar creatieve duurzame oplossingen. Kijk maar naar de grote steden waar wordt geïnvesteerd in elektrisch vervoer, fiets en openbaar vervoer ter verbetering van de luchtkwaliteit.

Met een gebiedsgerichte aanpak komt tevens een oplossing dichterbij voor het niet kunnen toedelen van depositieruimte aan bestemmingsplannen. Depositieruimte wordt alleen toegedeeld aan concrete activiteiten. Bovendien beslaat de programmaperiode van de PAS zes jaar en is het onzeker of depositieruimte beschikbaar is voor nieuwe initiatieven voor de gehele periode van het bestemmingsplan. Over zes jaar wordt opnieuw vastgesteld wat de depositieruimte en ‘taartstukken’ zijn voor de volgende PAS-programmaperiode. Als de daling minder snel gaat dan verwacht moeten extra maatregelen worden getroffen. Dat zou zo maar kunnen, want de PAS biedt geen oplossing voor de stikstofdepositie uit het buitenland en van consumenten. 

Lees hier de eerdere columns van Peter van de Laak

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Ivo
De Pas is een instrument om de hoeveelheid stikstof = mest te verminderen om daarmee tegemoet te komen aan de wensen van ecologen. Zij willen graag een voedselarme natuur en daar moet de menselijke ontwikkeling voor boeten.



Ten eerste is er de vraag of het model overeenkomt met de werkelijkheid. Gemeten stikstofdeposities blijken niet overeen te komen met het model. Op dit moment wordt daar onderzoek naar gedaan.



Ten tweede moet je je afvragen of de wens van de ecologen goed is afgewogen tegen de wens van de boeren of de logistieke sector. Waarom mag de ecoloog een keiharde grens stellen en mag de politiek de belangen niet afwegen?
Martijn van Gelderen / Manager Milieu & Omgevingskwaliteit
Terechte opmerkingen van Peter, maar ik ben niet verrast, wat nu gebeurt was te verwachten. Het zou verrassend zijn geweest als het wel had gewerkt.

En kan iemand mij uitleggen waarom er, volgens het model, eigenlijk een (fors) verschil bestaat in stikstofdepositie van een nieuwbouwwoning met of zonder gasaansluiting?
Piet van Noort / Bestuurder DCCM
Ik ben benieuwd wel taartpuntje van PAS beschikbaar is voor kustonderhoud ? De mega tonnen aan verbrandingsgassen die Rijkswaterstaat laat produceren kunnen simpel gehalveerd als Den Haag een gestuurde kustverdediging zou doorvoeren. Als deze politieke wil er komt betekend dit dat er meer en grotere taartpunten zijn te verdelen. Hier hoeft niet vermeld dat kustverdedigingsactiviteiten meestal in Nature 2000 gebieden plaats vinden. Werken met natuur hoeft echt niet zo duur !
John Westerdiep / gemeenteraadslid, milieukundige
De dubbele doelstelling van PAS is economische ontwikkeling én het realiseren van doelen voor Natura 2000 gebieden. In feite zou dat moeten betekenen dat intensieve landbouw alleen op afstand van Natura 2000 gebieden zou moeten worden toegestaan. PAS is echter een systeem dat meer depositieruimte geeft nabij kwetsbare natuur. Het is een instrument dat landbouw nabij Natura 2000 gebieden ongewenst ruimte te geeft.

Ook ik ben een pleitbezorger voor een gebiedsgerichte aanpak, alleen moet je ook durven zeggen dat intensieve landbouw in en nabij gevoelige gebieden niet kan.
Advertentie