Stadsbestuur let onvoldoende op de centen
Interview met Paul Hofstra, directeur van de Rotterdamse Rekenkamer
De behoefte van gemeentebestuurders en –raadsleden aan ‘schone’ cijfers en balansen is volgens Paul Hofstra, directeur van de Rekenkamer Rotterdam, aan de geringe kant. ‘Het is geen onkunde, maar gebrek aan prioriteit.’
Deugdelijk
De rekenmeester van Rotterdam heeft sinds zijn aantreden in 2009 nog niet één deugdelijke jaarrekening van de gemeente voorbij zien komen. En stuk voor stuk nog te laat ingediend ook. De concept-jaarrekening over 2013 kon wederom niet door de beugel, oordeelde Hofstra vorige maand. ‘De administratieve basis van de gemeente Rotterdam is al jaren niet op orde. Dat kaarten we samen met de externe accountant keer op keer aan en de politiek gaat daarover in debat, maar doet er vervolgens veel te weinig mee’, aldus Hofstra.
Zorgen
In het bedrijfsleven staat de raad van bestuur op straat als de accountant weer geen goedkeurende verklaring afgeeft. Bij ziekenhuizen wordt onmiddellijk de rente verhoogd. Maar zo werkt het niet in gemeenteland. Niemand staat op straat; niemand die er aanstoot aan neemt. Hofstra: ‘Een jaar geen goedkeurende jaarrekening van de externe accountant kan gebeuren, twee jaar is niet fraai, drie en vier jaar is echt problematisch. Je zou bijna denken dat het niets uitmaakt. Dat baart mij als directeur van de rekenkamer zorgen. Het zou wél moeten uitmaken.’
Speeltje
De basisadministratie is volgens Hofstra namelijk geen speeltje van de accountant, maar van belang voor alle Rotterdammers. ‘Zij moeten zeker weten dat de gemeentelijke uitgaven rechtmatig en betrouwbaar zijn. Volgend jaar gaat in het kader van de decentralisaties 600 tot 700 miljoen euro van het rijk naar Rotterdam. Dat moet goed worden verantwoord. Het probleem is dat de mechanismen om een college daartoe te dwingen niet sterk genoeg zijn. Er zit geen penalty op. Ja, een politieke, maar als de gemeenteraad die niet uitdeelt, dan houdt het op.’
Gebrek aan aandacht
Dat een miljardengemeente als Rotterdam elk jaar weer met een slechte jaarrekening komt, heeft niet te maken met onkunde van het stadsbestuur of van de ambtelijke diensten, maar volgens hem vooral met gebrek aan aandacht en prioriteit. ‘Men weet heel goed wat moet gebeuren, maar doet dat onvoldoende. Het kost veel tijd om de administratieve organisatie en de interne controle op orde te krijgen, zeker in een tijd van reorganisaties en bezuinigingen. Je merkt dat de prioriteit vooral daarin gaat zitten. Onder die omstandigheden is een niet goedkeurende verklaring van de accountant voor de meesten geen issue. Als de Bank Nederlandse Gemeenten opeens moeilijk gaat doen over het ontbreken van een goedkeurende accountantsverklaring en de rente met een half procent zou verhogen, dan wordt het opeens wél een issue. Dat zou niet zo’n rare optie zijn, maar het gaat niet gebeuren. Een gemeente kan immers niet failliet gaan.’
Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur (nr. 7) van deze week.
Maar goed, de overheid is nu eenmaal de ideale speeltuin voor mannetjes vor wie machtsoefening hun enige motivatie is, waaraan alles, ook het presteren van hun diensten is ondergechikt. Dat maakt de overheid ook zo onverteerbaar als werkgever. En dat maakt die machtsmannetjes ook zo ongeschikt voor een functie buiten die overheid: want dan moeten ze iets laten zien,,,,,,