Ollongren gaat in gesprek over gemeentelijke privacy

Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de naleving van de privacyregels. Nu blijkt dat sommige gemeenten gebruik maken van nepprofielen op sociale media om informatie over burgers te achterhalen, gaat minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) in gesprek met de VNG om duidelijk te maken dat ze daar transparanter over moeten zijn. Maar ze gaat er geen toezicht op houden, zegt ze in een antwoord op Kamervragen van de SP.

Grens

In mei en juni bleek dat gemeenten regelmatig gebruik maken van nepaccounts op sociale media. Ze houden sociale media als Facebook en Twitter in de gaten om beter te anticiperen op ongeregeldheden bij demonstraties of speuren naar bijstandsfraude op Marktplaats. Uit onderzoek door NHL Stenden Hogeschool bleek dat de grens tussen wat wel en niet mag voor veel ambtenaren onduidelijk is. Sommige gemeenten zijn na het onderzoek gestopt met het gebruik van nepaccounts, maar een aantal is er toch mee doorgegaan, omdat ze vinden dat de manier waarop ze het gebruiken in lijn is met de AVG.

Taakuitvoering

In haar antwoord zegt Ollongren ook dat niet alle informatieverzameling onwettig is. ‘Het verzamelen van persoonsgegevens door overheidsorganisaties is in veel gevallen van groot belang voor de taakuitvoering van de overheid. Online monitoring kan daarbij een rol vervullen. Het kan bijdragen aan slimmer of effectiever beleid en aan betere dienstverlening. Uiteraard moet dat binnen de kaders van de wet.’ Ze wil de gemeenten daar graag nog eens op wijzen, ook omdat ze vindt dat overheden het goede voorbeeld moeten geven. Maar volgens Ollongren is de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) uiteindelijk de aangewezen toezichthouder.

Rijk

Overigens blijken sommige diensten binnen de rijksoverheid zelf ook gebruik te maken van nepaccounts. Daar wil Ollongren ook meer bewustwording krijgen. ‘(Daarom) beoogt het kabinet versterking en professionalisering te bereiken van de expertise binnen overheidsorganisaties. We ontwikkelen daarom een Rijksbrede richtlijn/handreiking Monitoring waarin we aangeven hoe de departementen en uitvoeringsinstanties binnen de kaders van de AVG kunnen monitoren.’