Advertentie
digitaal / Nieuws

Grote regionale verschillen bij inzet en inhoud NL-Alerts

De ene regio verzendt veel meer NL-Alerts dan de andere. Bijna de helft linkt naar het instabiele Twitter, landelijk toezicht ontbreekt.

14 juli 2023
Het NL-Alert over storm Poly, met verwijzing naar Twitter
Het NL-Alert over storm Poly, met verwijzing naar TwitterANP/Paul van Riel

Op de valreep voor het zomerreces stelde Kamerlid Hind Dekker-Abdulaziz (D66) nog Kamervragen over het NL-Alert dat vanwege storm Poly in Noord-Holland verstuurd werd. Het bericht verwees voor informatie naar Twitter, dat op dat moment niet zonder account te bekijken was. Het NL-Alert over Poly is er eentje in een lange lijst van berichten die burgers naar Twitter doorsturen voor vitale informatie over veiligheid. Landelijke afspraken over waar burgers bij lokale rampen terecht kunnen voor informatie zijn er niet. Toezicht en handhaving op het ‘beleidskader’ van de NCTV ontbreken, terwijl dit lang niet altijd door elke veiligheidsregio wordt nageleefd.

Lokale verantwoordelijkheid

Wie er precies verantwoordelijk is voor wat er in een NL-Alert staat en wanneer het wordt verzonden, is niet makkelijk te ontrafelen. NL-Alert valt onder de verantwoordelijkheid van de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV). Minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz-Zegerius verwees in haar antwoord op eerdere Kamervragen naar het zogeheten inzet- en beleidskader voor het NL-Alert. Dit beleidskader bepaalt dat het ‘bevoegde decentrale gezag’ gaat over het gebruik van NL-Alert. Dat ‘gezag’ is niet één instantie. Bij een lokale ramp of crisis moet de burgemeester informatie verstrekken, maar bij grotere problemen wordt de veiligheidsregio betrokken. Daarnaast heeft de brandweer een verplichting om de bevolking te waarschuwen.

De uiteindelijke tekst van het berichtje wordt bepaald door de lokale instantie die het NL-Alert verstuurt. Het gevolg: of jouw NL-Alert toegankelijke informatie verstrekt of niet, hangt af van waar je woont. Bijna de helft van de recent verstuurde NL-Alerts verwijst naar Twitter voor meer informatie, terwijl de site steeds vaker storingen heeft. Toen vorige week het NL-Alert over storm Poly werd verstuurd, dat eveneens naar Twitter verwees, was de site zelfs niet te lezen voor mensen zonder account.

Adviseur Contractmanagement/Assistent Contractmanager Meanderende Maas

JS Consultancy
Adviseur Contractmanagement/Assistent Contractmanager Meanderende Maas

principal Consultant Inkoop & Contractmanagement

Yacht
principal Consultant Inkoop & Contractmanagement

‘Crisiscommunicatie moet uiteindelijk de mensen bereiken waar je je zorgen om maakt, de burgers’

Michel Dückers, hoogleraar Crises, Veiligheid en Gezondheid

Niet toekomstbestendig

Het gebruik van sociale media als Twitter voor crisiscommunicatie is bepaald niet risicoloos. Michel Dückers, hoogleraar Crises, Veiligheid en Gezondheid aan de Rijksuniversiteit Groningen: ‘Crisiscommunicatie moet uiteindelijk de mensen bereiken waar je je zorgen om maakt, de burgers’. Nu Twitter zo vaak storingen heeft en de regels verandert, is dat nog lastiger geworden. Dückers: ‘Je weet op voorhand al dat je met Twitter niet iedereen gaat bereiken, en kennelijk kan je er ook niet op vertrouwen dat het toekomstbestendig en altijd beschikbaar is’.

Maar wat is het alternatief voor Twitter? Volgens Dückers is het ‘mode’ onder veiligheidsregio’s om sociale media te gebruiken. Hij vindt dit begrijpelijk maar ziet ook een gevaar: welk medium populair is, en dus de meeste mensen bereikt, varieert. ‘Als je al vertrouwt op sociale media, moet je steeds bepalen wat het nuttigste platform is. Het kan wellicht het bereik onder bepaalde groepen die geen traditionele media volgen vergroten, maar het mag niet het basiskanaal zijn, daarvoor is het niet breed toegankelijk genoeg’. Dückers vindt dat er ‘serieus nagedacht moet worden’ over alternatieven.

Regionale verschillen

Hoe je die alternatieven vervolgens in elk NL-Alert doorgevoerd krijgt, is een volgende vraag. Door de versnippering in veiligheidsregio’s, kan het zo zijn dat je in Noord-Holland naar Twitter wordt verwezen, en in Zeeland naar een speciale overheidswebsite. Het landelijke inzet- en beleidskader stelt geen regels voor het al dan niet verwijzen naar sociale media.

‘In de besluitvorming die ten grondslag ligt aan de inzet van NL-Alert worden per regio andere overwegingen gemaakt’

Marije Bakker, senior onderzoeker-adviseur Crisisbeheersing

Ook op andere punten zijn regionale verschillen goed zichtbaar, zegt Marije Bakker, senior onderzoeker-adviseur Crisisbeheersing bij het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid. In sommige veiligheidsregio’s wordt NL-Alert bij bijna elke grotere brand ingezet, andere regio’s maken er nauwelijks gebruik van. ‘In de besluitvorming die ten grondslag ligt aan de inzet van NL-Alert worden per regio andere overwegingen gemaakt’. Wat je als burger in geval van een crisis of ramp te horen krijgt, en waar je dat vervolgens kunt vinden, hangt dus sterk af van de regio waar je woont.

Te lang

Daar komt bij, dat de regels en aanwijzingen die wél in het landelijk beleidskader staan, lang niet altijd worden opgevolgd. De maximale lengte van de berichten wordt regelmatig overschreden. Dat is belangrijk, omdat de berichten ook op matrixborden boven de snelweg of op stations worden weergegeven, om zo honderden of zelfs duizenden reizigers te kunnen bereiken. Te lange berichten kunnen niet worden getoond op veel reisinformatieschermen.

Van de 372 NL-Alerts die op Crisis.nl terug te lezen zijn, waren maar liefst 75 te lang. Een woordvoerder van de NCTV legt de bal bij de regio’s. Hij laat weten dat de organisatie ‘zich ervan bewust is’ dat de NL-Alerts soms te lang zijn, ‘echter ligt de verantwoordelijkheid voor de inhoud van lokale NL-Alerts bij het decentrale gezag’.

Alternatieven zoeken

Volgens Marije Bakker spreken de veiligheidsregio’s momenteel veel over alternatieven voor sociale media. Sommige veiligheidsregio’s hebben al een speciale ‘crisiswebsite’. Dat is, zegt Bakker, ‘een soort lightversie van de normale website, die is toegerust op grotere bezoekersaantallen’. Een goed alternatief voor sociale media, benadrukt Bakker, moet die bezoekersaantallen ook aankunnen. Ook de Brandweer Amsterdam-Amstelland meldde vorige week naar aanleiding van de commotie rondom het NL-Alert over storm Poly ‘de gang van zaken te gaan evalueren’ en op zoek te gaan naar ‘andere manieren om burgers te informeren’.

Een woordvoerder van de NCTV laat weten dat bij communicatie over landelijke rampen, die wel onder directe verantwoordelijkheid van de NCTV valt, geen gebruik zal worden gemaakt van Twitter. Voor wat lokale alerts betreft ‘ziet de NCTV voor zichzelf geen coördinerende of sturende rol weggelegd’. De NCTV ‘heeft de indruk’ dat veiligheidsregio’s ‘goed op de hoogte zijn van de laatste trends’.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie