Vier inspecteurs op één dag
Ook de recreatiebranche wordt geplaagd door regeldruk en inspectieoverlast. De rijksinspecties hebben het toezicht vereenvoudigd, maar over de regionale inspecties is Walibi-manager Ton Merkx minder lovend: ‘Ik volg het niet meer.’ Brancheorganisatie Recron bepleit een betere analyse van de risico’s.
Beter toezicht
De inspectiediensten proberen sinds twee jaar efficiënter te werken. Binnenlands Bestuur bezoekt enkele sectoren en kijkt of er al vooruitgang is geboekt. Aflevering 4: de recreatiebranche.
Het is gemeengoed in ondernemingskringen om te klagen over regeldruk, inspectieoverlast en bureaucratie. Maar het stigma van de immer klagende ondernemer is niet van toepassing op Ton Merkx. Het hoofd technische zaken van attractiepark Walibi World kijkt tevreden terug op de laatste inspectieronde. Al zijn attracties hebben weer een groene codering gekregen van de Voedsel en Warenautoriteit (VWA). Dat betekent dat Merkx voorlopig waarschijnlijk niet meer lastig wordt gevallen met onaangekondigde controles.
De recreatiebranche is een bedrijfstak die door de diversiteit van de activiteit bij uitstek wordt geplaagd door regeldruk en inspectieoverlast. Binnen de branche waren vorig jaar 21 inspectiediensten actief, die 55 verschillende inspecties uitvoeren, zo blijkt uit een inventarisatie van SIRA Consulting. De administratieve lasten voor recreatiebedrijven bedragen ruim vijf miljoen euro per jaar, waarvan 71 procent wordt ‘veroorzaakt’ door lokale inspecties, met name gemeenten, provincies en brandweer.
De groene codering die Walibi in de laatste ronde kreeg, past in het nieuwe beleid van de rijksinspecties om bij het toezicht uit te gaan van vertrouwen in plaats van wantrouwen jegens de geïnspecteerde. Transparantie, samenwerking en eigen verantwoordelijkheid zijn daarbij de nieuwe uitgangspunten. Met wat de VWA zelf systeemtoezicht noemt, worden ondernemers na een inspectie gecategoriseerd op kleurcode. Rood betekent dat er structureel ernstige tekortkomingen zijn, oranje dat er sprake is van beperkte risico’s, maar nog onvoldoende vertrouwen om de inspecties op een lager pitje te zetten. Krijgt de ondernemer een groene code, dan schroeft de VWA de controles terug naar één in de drie jaar, met monitoring tussendoor.
Achtbaan
Op deze druilerige doordeweekse dag is het vrij rustig in Walibi World. De stilte in het kantoor van Merkx wordt alleen onderbroken door het gegil vanuit achtbaan de Goliath, een van de vele attracties die het park rijk is. Technisch personeel kijkt in de loods om de hoek een rijtuig van de Walibi Express na. Het attractiepark in de Flevopolder bij Biddinghuizen krijgt jaar in jaar uit te maken met zo’n twaalf verschillende inspectiediensten. Het gaat om veel meer dan de veiligheidscontroles op de attracties, vertelt Merkx.
Wat hij daarmee bedoelt wordt snel duidelijk tijdens een rondje door het twintig hectare metende park. Op het centrale plein achter de met palmbomen versierde hoofdingang wijst het hoofd technische zaken met zijn paraplu op de talloze winkeltjes en horeca-uitspanningen. ‘De souvenirs die we daar verkopen, de kwaliteit van het voedsel, de koelinstallaties, brandblusapparatuur, alles moet voldoen aan de eisen en wordt daarop gecontroleerd.’ Maar ook het park met 140 bungalows en het door Walibi beheerde evenemententerrein waar jaarlijks het popfestival Lowlands plaatsvindt, moeten aan allerlei regels voldoen.
Merkx vervolgt zijn weg langs zweefmolen, spookhuis, wildwaterbaan en reuzenrad. Hier en daar wijst hij op de veiligheidseisen waaraan de attracties moeten voldoen, zoals dat ene hekje dat een minimale hoogte moet hebben om ervoor te zorgen dat kinderen er niet overheen kunnen klimmen. Voor de kinderboerderij, waar een geit de snoepautomaat probeert te kraken, blijft hij staan. ‘Tja, veterinaire inspecties, daar hebben we ook nog eens mee te maken. Toen de vogelgriep vorig jaar toesloeg moesten alle beesten naar binnen.’
In het merendeel van de gevallen krijgt Merkx echter te maken met de Voedsel en Warenautoriteit, die alle attractieparken beoordeelt op veiligheid van attractieen speeltoestellen, voedselkwaliteit en de naleving van de Drank- en Horecawet en de Tabakswet. Klagen hoor je hem daar niet over, integendeel. ‘De inspecteurs van de VWA hebben zich de vereenvoudiging en verbetering van het toezicht het meest ter harte genomen,’ stelt Merkx tevreden vast.
Hij doelt ermee op de inspanningen van het rijk, dat sinds 2006 onder het mom van het Project Eenduidig Toezicht de inspectieoverlast terug probeert te dringen. De VWA komt sinds vorig jaar vaker met verschillende inspecteurs op één dag langs. Eén komt de koelinstallaties controleren, een ander controleert tegelijkertijd de attracties, een derde kijkt naar de productveiligheid en een vierde onderzoekt of het personeel voldoende is geïnstrueerd. ‘Dat scheelt ons veel tijd’, constateert Merkx tevreden.
Over de gemeentelijke en provinciale inspecties is hij minder lovend. ‘De omliggende gemeenten hadden hun milieu-inspecties ondergebracht in een samenwerkingsverband, maar dat is nu weer teruggebracht. Ik volg het niet meer.’ De brandweer komt volgens Merkx nog steeds apart, ‘terwijl ze hun afspraken ook samen met inspecteurs van de gemeente zouden kunnen afstemmen’. Maar omdat het park in de wijde omtrek weinig buren telt, heeft Walibi World minder problemen met milieuvergunningen en veranderingen in het bestemmingsplan dan bijvoorbeeld de ‘ concurrent in Kaatsheuvel’, waar Merkx eerder werkte. Of Duinrell in Wassenaar, dat door de nabijheid van bebouwing moeilijk kan uitbreiden.
Langs elkaar
Directeur Joep Thönissen van recreatiebrancheorganisatie Recron beaamt de woorden van Merkx: ‘Ik schat dat al gauw zeventig procent van de tijd die onze leden kwijt zijn aan inspecties, voor rekening komt van gemeenten, waterschappen en provincies.’ Regionale inspecties werken nog te vaak langs elkaar heen, constateert Thönissen. Dat komt volgens de Recron-directeur voornamelijk doordat de wetgeving voor meerdere interpretaties vatbaar is. Een navrant voorbeeld daarvan is de controle van de waterkeerklep die je in veel installaties aantreft. Daar komen verschillende inspecties voor langs, die allemaal hun, soms zelfs tegenstrijdige, eisen stellen.
Thönissen merkt onder zijn leden dat de beloofde 25 procent minder inspectieoverlast bij lange na niet gehaald wordt. ‘Op papier misschien, maar in de praktijk niet. In gesprekken met Kamerleden merk ik gelukkig dat het besef groeit dat er meer moet gebeuren.’ Hij zit namens Recron in een stuurgroep om samen met de rijksinspecties te kijken wat beter kan. ‘De conclusie is dat we op de goede weg zitten. Er wordt beter samengewerkt, waardoor de inspectiedruk vanuit het rijk is afgenomen.’
Dat de recreatiebranche volgens Recron nu nog te veel hinder ondervindt van de inspecties heeft volgens Thönissen alles te maken met de neiging van de overheid om alles dicht te timmeren met regels. ‘Wij lopen echt niet weg voor controles, maar zorg voor een goede risicoanalyse voordat je ondernemers opzadelt met onnodige regelgeving.’ Risico’s zijn volgens Thönissen toch niet helemaal uit te sluiten. ‘Geen waterleidingbedrijf kan bijvoorbeeld volledig legionellavrij water garanderen, maar van ondernemers in de recreatiebranche wordt geëist dat ze dat wel doen. Om vervolgens gecontroleerd te worden door dezelfde waterleverancier’, constateert Thönissen.
De Recron-directeur wil niet alleen met de vinger naar de overheid wijzen. ‘We moeten een nieuwe balans vinden tussen vertrouwen van overheidszijde en het nemen van verantwoordelijkheid door de recreatiebranche. Recron werkt daarvoor aan het milieukeurmerk Green Key en een nieuw informatiesysteem dat ondernemers helpt om aan hun vergunningsplicht te voldoen.’
Zelfregulering
Met die eigen verantwoordelijkheid zit het volgens Merkx op Walibi World wel goed. ‘De veiligheidsmaatregelen zijn streng.’ Strenger dan de Nederlandse wet voorschrijft, stelt Merkx. ‘Dat komt doordat we deel uitmaken van een Frans concern en onze collectieve verzekeraar hogere eisen stelt, bijvoorbeeld aan de brandwerende deuren van onze opslagloodsen.’ Al zijn technisch personeel heeft een opleiding gevolgd om de attracties te kunnen bedienen. ‘Zelopen altijd met een logboekje op zak om de controleprocedures in af te vinken’, zegt Merkx. ‘Hebben ze dat niet bij zich, dan mogen ze niet aan het werk.’ Hij wijst nog eens op de kasten vol met multomappen in zijn kantoor. ‘Hierin houden we sinds begin jaren negentig alles bij.’ Een beetje meer vertrouwen kan geen kwaad, wil Merkx er maar mee gezegd hebben.
De waterkeerklep
Bij een controle in een restaurant op een camping verordonneert een brandweerman de eigenaar om een schuimblusser op te hangen. Dat zou vanwege het frituurvet de veiligste oplossing zijn. Een jaar later zegt een andere brandweerman dat er een haspel moet komen. De eigenaar laat een hogedrukleiding en haspel installeren, maar dan krijgt hij bezoek van het waterleidingbedrijf. De controleur van het waterleidingbedrijf oordeelt dat de installatie niet voldoet aan de eisen en vraagt de eigenaar om een (dure) controleerbare waterkeerklep te installeren. Later blijkt dat een simpele kraan voor de keerklep voldoende zou zijn geweest. Bron: Recron
Walibi World
Walibi World stond eerder bekend als Walibi Flevo en Six Flags Holland. Op het terrein waar het attractiepark is gevestigd, zat van 1971 tot 1992 educatief park de Flevohof. Walibi World trekt sinds 2000 jaarlijks tussen de zevenhonderdduizend en twee miljoen bezoekers.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.