‘Veel mis met EU-subsidies voor innovatie’
Er is veel mis met innovatieve EU-subsidies voor samenwerkende lidstaten, bedrijven en onderzoeksinstituten. Tot die conclusie komt het adviesbureau Technopolis dat op verzoek van de EU een inventarisatie maakte van de partnerinstrumenten. Het bureau stelt dat onder meer transparantie, concreetheid van resultaten en versnippering in verantwoordelijkheid een probleem vormen.
Er is veel mis met innovatieve EU-subsidies voor samenwerkende lidstaten, bedrijven en onderzoeksinstituten. Tot die conclusie komt het adviesbureau Technopolis dat op verzoek van de EU een inventarisatie maakte van de partnerinstrumenten. Het bureau stelt dat onder meer transparantie, concreetheid van resultaten en versnippering in verantwoordelijkheid een probleem vormen.
Stimuleringsregelingen voor innovatie
De partnerinstrumenten zijn stimuleringsregelingen voor innovatie die de Europese Commissie in samenwerking met andere partijen beheert en financiert. Volgens het Financieele Dagblad financiert de EU tien verschillende regelingen waaronder honderden projecten vallen. Bij een project voor schonere vliegtuigen werken bijvoorbeeld 560 Europese organisaties samen.
Onderzoeksprojecten met vele partners
Door de onderzoeksprojecten met een grote hoeveelheid partners uit te voeren wil de Europese Commissie ervoor zorgen dat er niet door diverse landen en organisaties ongemerkt aan dezelfde onderwerpen wordt gewerkt. Door de samenwerking moet dubbel werk worden voorkomen. Uit de conclusies van Technopolis wordt duidelijk dat de grootschaligheid van de projecten juist zorgt voor meer versnippering. 'Neem de vervuiling van de Baltische Zee, een praktisch probleem dat je gecoördineerd aan moet pakken. Niet alleen met geld voor onderzoeksprojecten, maar ook met slimme wetgeving, aanbestedingen en standaarden. Dat gebeurt nu niet. Het geld wordt op de klassieke manier verdeeld door in veel verschillende landen kleine onderzoeksprojecten te financieren die aan allerlei subthema's werken’, zo meldt Patries Boekholt van Technopolis aan het Financieele Dagblad.
‘Beperkt bewijs voor nut subsidie’
In de conclusie van het rapport beschrijven de onderzoekers dat zo’n 16 procent van het tachtig miljard tellende budget van het innovatie- en onderzoeksprogramma van de Europese Commissie, Horizon 2020 wordt toegewezen aan partnerships. Nog eens 9 procent toegewezen aan projecten die door deze partnerschappen in gezamenlijke jaarlijkse werkprogramma’s worden verwerkt. Volgens de onderzoekers is er slechts beperkt bewijs dat de gesubsidieerde projecten op een andere manier waren verlopen dan bij een situatie waarin ze géén subsidie hadden gekregen. 'Het potentieel voor toegevoegde waarde ligt zeer waarschijnlijk veel hoger dan nu is bereikt', aldus de onderzoekers.
Complexe structuur moet anders
Er is doordat veel programma’s hetzelfde doel dienen een zeer complexe structuur ontstaan. Voor zowel lidstaten als de Commissie is het moeilijk om de bestaande programma’s via meerdere ministeries en overheidsorganisaties te monitoren. Volgens FD vindt ook staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs de Europese subsidies 'veelomvattend en complex'.
Het hele rapport is hier te vinden.
Als subsidie dan verstrekt wordt, ontbreekt veel te vaak adequate controle m.b.t. behoorlijke besteding en nadien, wat de subsidie onder aan de streep uiteindelijk opleverde.