Potje als panacee

Voor sommige problemen lijkt de oplossing bedrieglijk simpel. Omgevingsdiensten hebben na het oordeel van de commissie-Van Aartsen extra handjes nodig om hun taken robuuster ter hand te nemen. Maar die handjes zijn er niet. De oplossing: een extra potje van zoveel miljoen om die noodzakelijke mensen te kunnen werven. Probleem opgelost.

Ander probleem. De ambitieuze nieuwbouwplannen van minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening dreigen te sneven door een gebrek aan gemeentelijke plan-economen en vergunningverleners. En dan komt straks de Omgevingswet er ook nog bij, die een groot beroep zal doen op gemeentelijke capaciteit. De oplossing: een extra potje voor gemeenten om die mensen aan te trekken.

Nog een urgent probleem: de Belastingdienst merkt dat de aanpak van de Toeslagenaffaire door gebrek aan mensen maar geen vleugels krijgt. Zo dreigen getroffen gezinnen niet voor 2030 uit de ellende te worden verlost. De oplossing… U raadt het.

Potjes. Overal in overheidsland duiken ze op. Maar potjes zijn nog geen mensen. Want zie die enthousiaste, op hun taak berekende ambtenaren maar eens binnen te halen. Bovendien verplaatsen potjes uiteindelijk slechts het probleem. Want de mensen die aan de slag gaan bij een omgevingsdienst, de Belastingdienst of een gemeente, laten elders weer vacatures achter. Daarmee zadelen ze andere overheden op met personeelsproblemen. En de roep om … een potje.

Zo oogt de arbeidsmarkt als een steeds sneller rondtollende carrousel. Ambtenaren die net zijn begonnen zijn aan een nieuwe baan, worden met betere arbeidsvoorwaarden alweer naar de volgende gelokt. Werkervaring of opleiding doen er steeds minder toe, blijkt uit recent onderzoek. Handjes, daar gaat het om.

Ik denk niet dat extra wervingsbudget de oplossing is van het probleem. Meer investeren in het zittende personeel lijkt me een stuk beter. Geef royaal aandacht aan hun wel en wee. Bedien ze met cursus- en doorgroeimogelijkheden. Hou ze vast. Dan voorkom je dat je overheden elkaar tegen de klippen op beconcurreren. Kijk, als die potjes dáárvoor worden aangewend, heb ik er vrede mee.