Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Stenen happen

Tijdens de jaarwisseling veranderde Den Haag in de jaren 80 van de vorige eeuw steevast in oorlogsgebied. Betrokken bestuurders en agenten kijken terug. ‘We deden maar wat.’

09 december 2011

‘Eén dode, vijf gewonde politieagenten, achttien arrestaties, tientallen vernielingen en diverse geplunderde winkels.’ De Haagsche Courant maakt op 2 januari 1982 de balans op van de jaarwisseling. Op de Hoefkade in de Schilderswijk en de Engelenburgstraat (Transvaal), zo staat verderop in de krant, hadden jongeren tijdens de oudejaarsnacht barricades opgericht. ‘De politie werd in die straten herhaaldelijk met stenen en flessen bekogeld.’ Onder toeziend oog van hoofdcommissaris Peijster en burgemeester Schols (CDA) werd de Hoefkade door de Mobiele Eenheid (ME) schoongeveegd. ‘Daarbij vielen rake klappen’, meldt de krant. Ondanks dat Den Haag ‘de meest onrustige jaarwisseling van het land’ kende, spreekt de politie van ‘een normaal beeld voor een stad als Den Haag’.

Rellen, vernielingen en plunderingen; het hoorde in de jaren 80 kennelijk bij een ‘normale’ viering van oud en nieuw in Den Haag. ‘Tientallen winkels geplunderd’ (1984) en ‘Jaarwisseling gewelddadig’ (1985) zijn slechts twee voorbeelden van krantenkoppen uit die jaren. Als oud en nieuw in de rest van het land ‘rustig’ was verlopen, vormde Den Haag vaak een uitzondering. In beruchte wijken als de Schilderswijk, het Laakkwartier, Spoorwijk en Scheveningen liep het vrijwel elk jaar uit de hand. ‘Vuur en rottigheid, dat was oud en nieuw in Den Haag’, zegt politieagent en voormalig ME’er Frank van der Burg. De onrustige jaarwisselingen in de regeringsstad kennen een lange traditie.

Het tv-programma Andere Tijden toont die geschiedenis in de vorig jaar uitgezonden aflevering Kerstbomen rausen. In de jaren 50 strijden jonge Hagenaars in de dagen voor de jaarwisseling om de kerstbomen; elke wijk wil het grootste vuur van de stad hebben. Het gaat er onschuldig aan toe, jongeren proberen elkaar vooral met Haagse bluf af te troeven. Vanaf de jaren 60 wordt de sfeer grimmiger en ontstaan steeds vaker rellen. In 1961 valt zelfs een dode bij een charge. De politie besluit om wat gas terug te nemen na kritiek op het harde optreden.

Helemaal mis
De jaren 70 verlopen volgens de Haagsche Courant relatief rustig. Veelzeggend is het verslag in de eerste krant van 1980: ‘De zo veel genoemde ‘matheid van de jaren 70’ leek in de laatste avond van het decennium het hoogtepunt te hebben bereikt.’ Maar in de jaren ’80 gaat het dus weer helemaal mis.

In Andere Tijden vertellen twee ras-Hagenezen uit het Laakkwartier over hoe het er rond oud en nieuw aan toeging in hun wijk. In de strijd om kerstbomen en autobanden met het nabijgelegen Rijswijk kwamen er kettingen, honkbalknuppels en met spijkers gevulde strijkerbommen aan te pas. Tijdens de oudejaarsnacht gingen auto’s in vuur op en ook ramen van de omwonenden waren niet veilig. Een knokpartij later op de nacht hoorde erbij. Met een andere wijk of de politie, dat was de jongeren om het even. Bang waren de twee nooit, zeggen ze. Dat kwam door de adrenaline.

Agenten die in die jaren op straat dienden keken ook uit naar de actie, zo blijkt uit gesprekken van Binnenlands Bestuur met verschillende politiemannen. Op het hoofdbureau van de Haagse politie vertellen de voormalige ME-leden Frank van der Burg (59), Ron Baay (61) en Gerard Anker (52) met smaak over de beruchte jaren 80.

Anker herinnert zich zijn eerste oud en nieuw als ME’er in 1980 nog goed. Hij werd ingezet in de Schilderswijk. Van een duidelijk vooropgezet plan of orders van bovenaf was geen sprake. ‘Je ging de straat op en wist van niks, terwijl de stenen je om de oren vlogen. Het leek wel oorlogsgebied. Daarom dook je maar de eerste de beste koffietent in.’

In die jaren meldden agenten zich nog vrijwillig voor de ME, zegt Baay, inmiddels met de VUT. Tegenwoordig worden mensen aangewezen en specifiek opgeleid. Baay vertelt hoe zo’n dienst tijdens oud en nieuw verliep. Over de intercom hoorden de ME’ers telkens meldingen binnenkomen, maar de leidinggevenden probeerden zo lang mogelijk te wachten met de inzet van de eenheden. Ondertussen liep de adrenaline bij de klaarzittende ME’ers steeds hoger op. Baay: ‘Als je dan in actie mocht komen kwam dat eruit. Dit waren de momenten dat je erbij wilde zijn.’

Van der Burg, die al 36 jaar op straat rondloopt, zegt: ‘Als je een dienst had gedraaid waarin niets was gebeurd, dan baalde je.’ De politierechter oordeelde harder over het geweld tijdens de jaarwisseling, zo blijkt uit een verslag van de Haagsche Courant. Vier jongens in de leeftijd van 18 tot 25 jaar deden op een zitting de rellen in de Schilderswijk tijdens de jaarwisseling van 1982 af als ‘wat stenen gooien’. De rechter: ‘We praten over openlijk geweld dat schokkend is voor de rechtsorde. Mensen die niet meer de straat opdurfden terwijl jullie het gezellig vonden. Vooral het stenen gooien naar de ME, mensen die hun werk moeten doen, is een heel schokkende en kwalijke zaak.’ De jongens kregen celstraffen van 4 tot 6 maanden opgelegd.

De drie politiemannen mogen inmiddels een bijna romantisch beeld van de jaarwisseling schetsen, ze hebben met oud en nieuw allemaal hachelijke momenten beleefd. Vaak genoeg stonden ze tegen een overmacht aan relschoppers en dachten: ga ik dit overleven? Zo is Anker ooit in een portiek klemgezet door een groep jongens. ‘Dan stond je te trillen met een pistool in de hand.’

Van der Burg vertelt dat hij regelmatig in de Schilderswijk en Spoorwijk ‘stenen heeft staan happen’. Het was hard tegen hard. ‘Iemand die een bom onder een politieauto gooide was de held van de wijk, maar als je die jongens te pakken kreeg konden ze een week niet lopen. Ik had geen medelijden met die gasten.’

Per ongeluk
De politiemannen vertellen bijvoorbeeld dat arrestanten soms hun hoofd tegen de rand van de politiewagen stootten. ‘Per ongeluk’, natuurlijk. Maar klachten of aangiftes kreeg de politie vrijwel nooit, zegt Van der Burg. ‘De volgende dag zeiden ze: “Je hebt me een pak op m’n flikker gegeven, maar dat had ik verdiend.”’ Tegenwoordig is dat wel anders, merken de (ex-)agenten. Het is ‘geniepiger’ geworden, vinden ze. Relschoppers bedekken zich met hoofddeksels en sjaals. En alles wordt ontkend, klagen de politiemannen. Van der Burg: ‘Je moet nu alles goed op papier zetten, want die jonge gastjes zeggen meteen dat ze hun advocaat bellen. En dan komen ze nog net niet met Moszkowicz aanzetten.’

Er is minder respect voor agenten en hulpverleners, merkt Anker. ‘Ouders gaven hun kinderen vroeger een standje als ze door de politie werden gepakt. Nu kafferen ze dienders uit, omdat ze zich niet met hun kinderen moeten bemoeien.’ In de 21e eeuw heeft de voorbereiding van oud en nieuw veel weg van een nauwkeurig geplande militaire operatie, maar 30 jaar geleden was daar nog geen sprake van. Anker: ‘Om nou te zeggen dat er van tevoren over was nagedacht, nou nee. We deden maar wat.’

Adjunct-directeur bij de Haagse politie Errold Mooy (55) was in de jaren 80 als leidinggevende verantwoordelijk voor een deel van de Schilderswijk. ‘Je kreeg een lijst mee wie er dienst had, waar de lange latten lagen en waar je koffie kon krijgen. Dat was je draaiboek.’ Jan Brand, van 1982 tot en met 1997 hoofdcommissaris in Den Haag, bevestigt dat. ‘Als iemand op de Hoefkade in de Schilderswijk staat, weet hij wat hij kan verwachten. Daar hoeft geen chef naast te staan, politiemensen zijn professionals die weten hoe ze de openbare orde moeten handhaven’, zegt Brand (74) telefonisch vanuit zijn huidige woonplaats, het Friese Sloten.

Bij zijn aantreden als hoofdcommissaris in 1982 vielen tijdens de jaarwisseling tientallen gewonden en bedroeg de schade zo’n 6 miljoen gulden, herinnert Brand zich. Een jaar later was de schade van een vergelijkbare omvang. ‘Toen hebben we als korps gezegd: dit moet anders, oud en nieuw moet weer een feest worden.’

Hans van der Vet, van midden jaren 80 tot halverwege de jaren 90 werkzaam bij het kabinet van de burgemeester, zegt over de jaarwisselingen in de eerste helft van de jaren 80: ‘Je zag het elk jaar slechter gaan, terwijl alle politie al op straat was. Op een gegeven moment kon de politie niet harder meer slaan. Maar er moest wel wat gebeuren, want het was voor de Haagse burger onveilig op straat en in de eigen woning.’

Preventieve aanpak
Van een ‘reactief’ optreden stapte de politie halverwege de jaren 80 over naar een meer preventieve aanpak, zegt Brand. In die periode was veiligheid nog vrijwel alleen een taak voor de politie. Door een grotere nadruk op de preventieve aanpak kreeg de gemeente een grotere rol bij de bestrijding van de misstanden. Samen met buurtbewoners werden tijdens de oudejaarsnacht feesten in tenten en buurthuizen georganiseerd. Vanwege de vele rellen was de straat het domein geworden van jonge, dronken mannen. Op buurtfeesten zouden ook ouderen en kleine kinderen zich op hun gemak voelen, zo was het idee.

Ook wilden politie en gemeente controle krijgen over de vreugdevuren. Er werden verschillende locaties in de stad aangewezen waar - onder voorwaarden - vuren gemaakt mochten worden. De vuren helemaal verbieden was geen optie, zegt Van der Vet. ‘Fikkie stoken zit in de Haagse genen.’ Op de aangewezen plekken stortte de gemeente zand en leverde zelfs hout. Het gebruik van autobanden werd, vanwege de zware rookontwikkeling, verboden. Daarnaast namen gemeente en politie diverse andere maatregelen. Errold Mooy vertelt dat de straatverlichting op veel plekken weer aanging en dat etalages open werden gehouden. ‘Als je het dichtspijkert is het bijna een vrijbrief om te vernielen en te plunderen.’

Op de Haagse kabel werden op nieuwjaarsdag 1986 direct na 12 uur de films The Sting en 48 Hrs. uitgezonden. Voor Robert Redford, Paul Newman en Nick Nolte zouden (sommige) relschoppers misschien binnen blijven, hoopte de gemeente. In 1994 stuurde burgemeester Havermans (CDA) 23 duizend jongeren in de leeftijd van 12 tot 16 jaar een brief waarin hij waarschuwde voor de gevaren van vuurwerk. Ook stelde de politie een lespakket samen waarmee wijkagenten de hoogste klassen van Haagse basisscholen bezochten. Zelfs Haagse Harry werd ingeschakeld om mensen bewust te maken van de gevaren van vuurwerk.

De preventieve aanpak sloeg op een gegeven moment zelfs door, vindt Mooy. In de jaren 90 werden de ergste relschoppers van de stad op kamp naar de Ardennen gestuurd. ‘Gelukkig zijn ze daar op teruggekomen, slecht gedrag werd beloond.’ Van der Vet erkent dat lang niet alle experimenten even succesvol waren. ‘We hebben in de loop der jaren heel veel geprobeerd. En ja, de ene maatregel werkte beter dan de andere.’

Huisarrest
Naast alle preventieve maatregelen trad de politie hard op tegen personen die zich toch misdroegen. Relschoppers die zich tijdens oud en nieuw hadden misdragen, kregen huisarrest voor het jaar erop. Verdachten van de jaarwisseling ervoor kregen in de aanloop naar oud en nieuw een ‘gele kaart’ van de politie. In december 1985 schreef Brand aan potentiële relschoppers: ‘Volgens ons dossier bent u een van de mensen die zich vorig jaar niet aan de spelregels hield; dat is de reden dat u alsnog deze gele kaart ontvangt. We hebben er weliswaar alle vertrouwen in dat u dit jaar op een normale en gezellige manier oud en nieuw viert, maar we willen u er toch aan herinneren dat “tweemaal geel rood is”.’

De mix van een harde en softe aanpak wierp zijn vruchten af en de schade en het aantal gewonden daalden aanzienlijk, al kende Den Haag eind jaren 80 nog een paar ‘rumoerige’ jaarwisselingen. In de jaren 90 bedroeg de schade ‘slechts’ tonnen in plaats van miljoenen. De kranten kopten in 1991 ‘Preventief beleid in Den Haag werkt’, ‘Vrij rustige jaarwisseling’ en ‘Betrekkelijk rustige jaarwisseling’. Maar de gemeenteraad, burgemeester en politie wilden nog minder schade. Daarop werd de preventieve aanpak verder uitgebreid, onder meer door jongerenwerkers in te zetten in de aanloop naar oud en nieuw.

Gerard Anker, tegenwoordig plaatsvervangend bureauchef in Leidschendam- Voorburg: ‘De politie gaat nu veel fijnmaziger te werk. Er worden van tevoren afspraken gemaakt met jongeren.’ Ook legden politie en gemeente het aantal vreugdevuren verder aan banden. Het vuur in Scheveningen werd naar het strand verplaatst. ‘Dat zorgde voor een flinke afname van de schade’, zegt Brand. De voormalige hoofdcommissaris weet nog dat hij in 1997 met Wim Deetman (CDA) na zijn eerste oudejaarsnacht als burgemeester door de stad reed en dat ze tegen elkaar zeiden: ‘Er is eigenlijk bijna niets gebeurd.’ Errold Mooy was een paar jaar geleden algemeen commandant tijdens de jaarwisseling. Hij haalde het in zijn hoofd om over een ‘relatief rustige’ oud en nieuw te spreken. ‘Toen kreeg ik heel Nederland over me heen, maar vergeleken met vroeger gebeurt er naar verhouding weinig.’


650 agenten, kwart miljoen schade
De schade aan de Haagse openbare ruimte tijdens de laatste oud en nieuw bedroeg 250.701 euro, een stijging van 10 procent ten opzichte van 2010: 224.000 euro. In 2009 was de schade in Den Haag 261.000 euro. Tijdens de laatste oudejaarsviering waren er in totaal 650 agenten op de been, blijkt uit de evaluatie jaarwisseling 2010/2011 van burgemeester Jozias van Aartsen. Er werden 73 mensen aangehouden, een jaar eerder waren dat er 53. In 2007/2008 gingen in Den Haag 99 auto’s in de brand, reden voor de politie een speciaal ‘autobrandenteam’ in het leven te roepen. Een jaar later brandden met oud en nieuw nog ‘slechts’ 52 auto’s uit en in 2009/2010 23. Maar de laatste jaarwisseling kende weer een stijging: 32. Ook dit jaar wordt het autobrandenteam ingezet. Van Aartsen stelt geen ‘betrouwbare’ schatting te kunnen maken wat de totale inzet van politie en gemeente kost.


Den Haag schakelt dit jaar de hulp van burgers in
Zo erg als in de jaren 80 is het niet meer, maar de jaarwisseling anno 2011 is in Den Haag op lang niet alle plekken in de stad een feest.

Vele honderden agenten op straat, tientallen autobranden, vernielingen, en geweld tegen hulpverleners; dat kun je toch bezwaarlijk ‘normaal’ noemen, zegt burgemeester Jozias van Aartsen. Hij typeert de jaarwisseling als een ‘crisissituatie van een paar uur’. De burgemeester noemt de rellen een fenomeen. ‘Die traditie zit in de genen van de stad. Voor sommigen is oud en nieuw kennelijk een moment om eens helemaal los te gaan.’

Van Aartsen denkt dat het geweld en de schade met oud en nieuw verder terug te dringen met hulp van inwoners van de stad. ‘Burgers moeten op elkaar letten. Het is ook in het belang van Turkse en Marokkaanse Hagenaars dat zij niet weer een slechte naam krijgen.’ Bij de afgelopen jaarwisseling hebben driehonderd vrijwilligers, veelal jongeren, zich ingezet voor een goed verloop van de jaarwisseling. Van Aartsen is zeer te spreken over de behaalde resultaten. Zo pakte een experiment in de wijk Escamp met ‘rolmodellen’ goed uit.

Onder meer een in de wijk bekende bokser en de trainer van een taekwondoclub spraken jongeren aan op hun gedrag en verantwoordelijkheden. Een voorwaarde is volgens Van Aartsen dat de rolmodellen een natuurlijk gezag hebben. ‘In Escamp hadden we vorig jaar bijna geen problemen meer. Als het daar kan moet het overal in de stad kunnen.’ De aanpak wordt komende jaarwisseling uitgebreid naar Transvaal en het westen van de Schilderswijk.

Politie en gemeente trachten geweld en vernielingen niet alleen te voorkomen met praten, ook de ‘randen’ van het wettelijk instrumentarium worden opgezocht, zegt Van Aartsen. Via de Voetbalwet legde de burgemeester zes Hagenaars tijdens oud en nieuw een gebiedsverbod op. In de Voetbalwet, ook wel ‘overlastwet’ genaamd, kunnen voorbereidingen tot het plegen van geweld strafbaar worden gesteld. Het ‘streven’ van politie en het Openbaar Ministerie is ‘om bij concrete verdenking de verdachte tijdens de jaarwisseling voorlopig vast te zetten’, staat in het beleidskader voor de komende jaarwisseling.

Op twee plekken in de stad kondigt Van Aartsen - net als vorig jaar - een alcoholverbod af. De burgemeester stuurde in de aanloop naar de afgelopen jaarwisseling 107 personen die in het verleden betrokken waren bij incidenten een waarschuwingsbrief. Daarin werden zij gewezen op de gevolgen die het ‘voor hen zal hebben als zij tijdens de jaarwisseling worden betrapt op een strafbaar feit’.

En als mensen zich toch misdragen wordt in enkele gevallen het supersnelrecht ingezet, waarbij verdachten binnen 3 dagen voor de rechter staan. Supersnelrecht, mensen preventief vastzetten of verbieden op bepaalde plekken te komen; in het beleidskader noemt de burgemeester het een ‘lik-op-stukbeleid’. Toch is er onder Van Aartsen meer ruimte voor activiteiten van bewoners dan onder zijn voorganger Deetman, zegt Hans van der Vet, hoofd openbare orde en veiligheid bij de gemeente. Verschillende politieagenten hebben dezelfde indruk. Van der Vet: ‘Maar als je het verknalt, is het ook gelijk afgelopen.’

Tot nu toe zijn op vijf plekken in de stad vreugdevuren toegestaan, een zesde locatie wordt nog onderzocht. Van Aartsen zegt dat als de organisatoren zich niet aan de afspraken houden, hij het jaar daarop geen vuur meer toestaat. De burgemeester vat zijn beleid graag als volgt samen: ‘Zacht waar het kan, hard waar het moet.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie