Schimmengevecht
Tegen informatie uit onbekende bron, is het lastig je te verweren. Al moet je bij bezwaar gehoord worden, tenzij redelijkerwijs vaststaat dat de aangevoerde bezwaren niet leiden tot een ander besluit.
Reyhan Ceylan (een pseudoniem) is lid van een bekende Koerdische familie in Turkije. In haar dorp is zij politiek actief voor de Hadep, die banden zou hebben met PKK. De Turkse autoriteiten beschouwen PKK-aanhangers als terroristen. Nadat Ceylan eerder is mishandeld en verkracht door militairen en nadien opnieuw wordt gezocht, vlucht zij naar Nederland.
Op 1 juli 2003 vraagt zij een verblijfsvergunning aan. Die wordt afgewezen, mede op grond van het ambtsbericht dat het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) in 2004 uitbrengt. Volgens de lokale bronnen van BZ is Ceylan niet bekend bij Hadep en wordt zij evenmin gezocht. Ceylan begint een schimmengevecht tegen de informatie uit onbekende bron. In deze strijd komt zij onder meer op de proppen met een kopie van een proces-verbaal uit een strafproces en een ondertekende verklaring van de burgemeester en twaalf bewoners van haar dorp. Daaruit blijkt dat zij wordt verdacht en militairen haar huis zijn binnengevallen.
In twee andere verklaringen zeggen de voorzitter van de voormalige Hadep-vrouwentak respectievelijk de penningmeester van Hadep dat Ceylan actief was voor die partij. Ondanks deze verklaringen weigert de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) BZ om een nieuw onderzoek te vragen. En volgens de wet kan BZ zonder verzoek van de IND of de vreemdelingenrechter geen nader onderzoek instellen of het ambtsbericht wijzigen.
Ceylan krijgt met een beroep op de Wet openbaarheid bestuur (Wob) het ambtsbericht te zien op enkele weggelakte passages na. Om onder de lak te kunnen kijken, brengt Ceylan het inzage- en correctierecht uit de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) in stelling. Maar ook die weg loopt dood. Volgens de Raad van State hoeft BZ de weggelakte informatie over de kennis, werkwijze en onderzoeksmethoden van de bronnen niet prijs te geven. De verklaringen kan Ceylan volgens de Raad alleen inbrengen in de procedure over de verblijfsvergunning.
Wel zegt de Raad van State dat BZ Ceylan had moeten horen alvorens haar bezwaar af te wijzen. Het horen kan alleen achterwege blijven als bijvoorbaat mag worden aangenomen dat de bezwaren toch niet tot een ander besluit leiden. Nu Ceylan een beroep doet op het correctierecht uit de Wbp staat dat niet vast en had zij moeten worden gehoord. Veel wijzer wordt Ceylan niet van deze uitspraak. BZ gaat haar niet alsnog horen. En inmiddels heeft de rechtbank Dordrecht het beroep tegen de afwijzing van haar herhaalde aanvraag om een verblijfsvergunning ongegrond verklaard.
Hoewel zij in hoger beroep gaat tegen dat vonnis dreigt Ceylan nu te worden uitgezet. Ceylans advocate Gerda Later: ‘Ik ga dat proberen te voorkomen met een verzoek aan het Europese Hof in Straatsburg. Zij heeft in Nederland geen effectief rechtsmiddel om zich te verweren tegen informatie uit anonieme bron.’
Vindplaats: LJN BL1852
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.