Advertentie

Initiatiefnota integriteit moet kabinet vooruit helpen

Tijd voor beter integriteitsbeleid van bewindspersonen en topambtenaren, vinden Tweede Kamerleden Laurens Dassen (Volt) en Pieter Omtzigt.

10 mei 2022
Pieter Omtzigt
Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt

Er komt weinig informatie naar buiten en zowel het publiek als het parlement wordt ondermaats en laat geïnformeerd door de achtereenvolgende kabinetten-Rutte. Problemen blijven zo veel te lang verborgen en worden zeker niet opgelost. Het GRECO-rapport over politiek-bestuurlijke integriteit had een wake up call moeten zijn, maar geen van de aanbevelingen is tijdig en volledig opgevolgd. Tijd voor betere maatregelen, vinden Tweede Kamerleden Laurens Dassen (Volt) en Pieter Omtzigt.

Beleidsadviseur Veiligheid en Ondermijning

Gemeente Soest
Beleidsadviseur Veiligheid en Ondermijning

Omgevingsmanager Programma Natura 2000

Provincie Overijssel
Omgevingsmanager Programma Natura 2000

Wob-verzoeken

Dinsdagochtend sprak Omtzigt op het Landelijk Congres der Bestuurskunde in Madurodam een zaal vol studenten toe. Hij memoreerde dat hij Kajsa Ollongren, de vorige minister van Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties, drie keer had gevraagd of antwoorden op Wob-verzoeken worden vertraagd om politieke redenen. Haar antwoord was dat haar geen voorbeelden daarvan bekend waren. Toen hij de nieuwe minister Hanke Bruins Slot er opnieuw naar vroeg stuurde een statistiek: meer dan de helft van de Wob-verzoeken is in 2021 niet binnen de wettelijke termijn afgehandeld. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat maakte het nog bonter: niet één Wob-verzoek afgehandeld binnen de wettelijke termijn in 2020 en 2021. Bij Financiën was het minder dan 20 procent. Maar ook deze minister had geen signalen dat Wob-verzoeken bewust werden vertraagd.’

Niet ver genoeg

Ollongren had eind november 2021 voorgesteld hoe het kabinet invulling zou geven aan de GRECO-aanbevelingen. Bruins Slot gaf tijdens het commissiedebat integriteit openbaar bestuur op 10 maart 2022 aan dat het haar inzet als minister is om tot een goede uitvoering van de GRECO-aanbevelingen te komen en al bezig te zijn met de uitvoering van alle GRECO-aanbevelingen richting rijksoverheid. Positief en stappen in de goede richting, vinden Dassen en Omtzigt, maar deze maatregelen gaan hen niet ver genoeg. Daarom schreven zij een initiatiefnota voor het kabinet met oplossingen om het integriteitsbeleid van bewindspersonen en topambtenaren te verbeteren en te voldoen aan alle GRECO-aanbevelingen.

Mildheid

Maar Omtzigt en Dassen vinden bindende wet- en regelgeving alléén onvoldoende om integriteit binnen de overheid, en als onderdeel van het politieke handelen, duurzaam te versterken. Die wet- en regelgeving moet zijn ingebed in een breder kader dat tot mentaliteits- en gedragsverandering leidt. Dat bredere kader impliceert waarden als nuance, begrip en mildheid – ‘een mildheid ook ten aanzien van inschattingsfouten die politici maken, zonder hen er meteen keihard op af te rekenen’. ‘Het is kortom van belang om een politieke context te creëren waarin ruimte is om fouten te maken en ervan te leren. Hiermee wordt een angstklimaat voorkomen en is het mogelijk om ernstige fouten en corruptie binnen de overheid juist scherp aan de kaak te stellen.’

Concrete oplossingen

De nota moet concrete oplossingen bieden aan het kabinet om zo de noodzakelijke voortgang te boeken op naleving van de GRECO-aanbevelingen en de anti-corruptiewaakhond voor 30 september 2022 meer informatie over de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen te kunnen geven. ‘Op deze manier voldoet Nederland weer aan de naleving van anti-corruptie wet- en regelgeving en versterkt het de politiek-bestuurlijke integriteit.’ Groot bijkomend voordeel is volgens de Kamerleden dat voor bewindspersonen duidelijker wordt wat van hen wordt verwacht, ‘opdat zij hun gedrag hierop kunnen aanpassen en zichzelf beter kunnen verdedigen aan de hand van de rapporten van de toezichtsautoriteit’.

Gedragscode

Hoe kan het dan beter? Omtzigt en Dassen willen een strenge en duidelijke gecoördineerde standaardmethodologie voor de beoordeling van corruptierisico’s op basis van risicoanalyses. Daarbij moet er onderscheid zijn tussen bewindspersonen, topambtenaren en politiek assistenten. Ook willen ze een onafhankelijke commissie die bewindspersonen begeleidt en vertrouwelijk advies geeft over naleving, toepassing en interpretatie van de gedragscode. Daarnaast zou er een integrale bindende (wettelijke) gedragscode voor bewindspersonen moeten komen en een toezicht- en handhavingsautoriteit die de naleving ervan toetst.

Lobbyregister

Verder willen ze een wettelijk verplicht, openbaar en online toegankelijk registratiesysteem voor lobbyisten en lobbyorganisaties en een onafhankelijke lobbyfunctionaris die de naleving ervan waarborgt. Er moet een wettelijk verbod komen voor bewindspersonen om als belangenbehartiger op hetzelfde werkterrein buiten de publieke sector te gaan werken voor achttien maanden na aftreden. ‘Verplicht overheidswerkgevers in arbeidsovereenkomsten met topambtenaren een afkoelperiode af te spreken.’ Lobbyactiviteiten van oud-bewindspersonen mogen niet voor een periode van twee jaar na aftreden. Overheidswerkgevers dienen in arbeidsovereenkomsten met topambtenaren een regeling te treffen over een afkoelperiode en lobbyactiviteiten na aftreden. Bij overtreding van de verboden kan de toezichtsautoriteit een bestuurlijke boete opleggen.

Wetswijzigingen

De nota vraagt ook enkele wijzigingen in de Ambtenarenwet en de Gedragscode Integriteit Rijk. In de wet moet staan dat topambtenaren verplicht financiële belangen melden en openbaar maken bij indiensttreding en daarna iedere wijziging meteen melden. Voor de meldplicht geldt dat er een relatie moet zijn met de ambtelijke functie of dat die relatie vermoed kan worden. Ook moet de verplichte briefing bij de aanstelling en een verplicht open gesprek met de vertrouwenspersoon binnen drie maanden na indiensttreding worden geregeld. Verder komt er verplichte periodieke bijscholing is en moeten er normen worden opgenomen over communicatie tussen topambtenaren en derden die het besluitvormingsproces willen beïnvloeden. Voor de afkoelperiode kan het college van SG’s ontheffing verlenen en deze ontheffingen publiceren op de website van de rijksoverheid. Voor de secretarissen-generaal geldt dat het kabinet ontheffing kan verlenen en deze ontheffingen ook publiceert op de website van de rijksoverheid.

Verdrag van Tromsø

Die transparantie is een terugkerend thema. Op het bestuurskundecongres komt Omtzigt terug op het bewust vertragen van Wob-verzoeken om politieke redenen. Zijn ervaring is namelijk anders dan de bewindspersonen hem vertellen. ‘Wob-stukken worden echt tegengehouden. Als het beantwoorden langer dan vier weken duurt en zelfs 161 dagen gemiddeld dan hebben we echt een probleem.’ Ook wordt er doorgeprocedeerd om stukken niet openbaar te hoeven maken en worden Kamerbrieven met gevoelige informatie bewust vlak voor Kerst of Sinterklaas verstuurd, merkt Omtzigt. Nederland was in 2009 initiatiefnemer van het Verdrag van Tromsø, waarin het algemeen recht op toegang tot officiële documenten van overheidsinstanties is vastgelegd. 'Maar het kabinet weigert het verdrag te tekenen en te ratificeren.’

Grondwettelijk hof

De lijst van documenten die de Tweede Kamer niet krijgt van de regering is erg lang, weet Omtzigt. ‘Het enige middel om een stuk toch te krijgen is een motie van wantrouwen indienen. Maar dat gaat veel te ver en die haalt het toch niet, dus dat instrument is bot. Daarom moet er een grondwettelijk hof komen om het af te dwingen. Eigenlijk zou dat niet moeten, vindt hij. 'Maar de verhoudingen zijn zo verzuurd.’ Of er ook een dergelijke initiatiefnota zou moeten komen voor het lokale bestuur vindt Omtzigt een ‘interessante vraag’. ‘Vanuit mijn positie richt ik mij op het orgaan dat ik controleer. Overigens vind ik dat de gemeenteraad van Enschede beter rekening houdt met integriteit en belangenverstrengeling dan de Tweede Kamer.' Lokaal gaat het dus niet per se minder dan landelijk. ‘Een lobbyrichtlijn zou je op lokaal niveau kunnen regelen in een VNG-richtlijn’, vindt Omtzigt. ‘Verschillen tussen Ameland en Amsterdam moeten dan wel mogelijk zijn.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
De meeste ministeries bij het Rijk zijn nog niet met 'een trekschuit' vooruit te krijgen.
Advertentie