Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Ik ben niet van het decorum’

Tjeerd van der Zwan verlaat Heerenveen. De langstzittende burgemeester van Fryslân gaat met pensioen.

29 september 2023
Tjeerd-van-der-Zwan.JPG

Tjeerd van der Zwan verlaat Heerenveen. De langstzittende burgemeester van Fryslân gaat met pensioen. Hij blikt terug op zijn tijd als streberige wethouder en menselijke burgemeester. En hij verklaart zijn geldingsdrang. ‘Ik ben in wezen een onzeker bruin mannetje.’

Beleidsadviseur landschap

de provincie Noord-Holland
Beleidsadviseur landschap

Beleidsadviseur Wonen

OVER-gemeenten
Beleidsadviseur Wonen

Mijnheer de burgemeester wrijft zijn handen in met magnesiumpoeder en loopt naar de brug met gelijke leggers. Olympisch kampioen Epke Zonderland staat erbij en kijkt ernaar. Dat wordt leuk. Of burgemeester Van der Zwan een standaardoefening wil doen. De burgemeester trekt zich op, steekt zijn hoofd boven de legger en duwt zijn benen naar voren. ‘Dat kan ik allemaal, en echt langer dan twee seconden’, grijnst de burgemeester van Heerenveen. Kijk maar bij de afbeeldingen op Google of op Groot Heerenveen. Daar ziet u hem trouwens ook, met ambtsketen om, koppeltje duikelen in een speeltuin en met ontbloot bovenlijf over een schuimbaan roetsjen. Een lefgozertje, die Van der Zwan (69). 

‘Ik ben niet van het decorum. Ik heb ook geen burgemeesterskamer’, zegt de langstzittende burgemeester van Fryslân ten overvloede, als hij zijn fiets op het Gemeenteplein heeft weggezet. Zo lang is Tjeerd van der Zwan dat trouwens niet meer; volgende week draagt hij de ambtsketen over aan oud-gedeputeerde Avine Fokkens. ‘Ik had graag mijn termijn afgemaakt, maar ik word eruit gedonderd. Dat frustreert mij enorm. Net zoals het mij frustreert dat de Heerenveners mij niet mochten kiezen. Ik ben in topvorm. Ik hang nog met Epke aan de rekstok. Vorige week heb ik met Jumbo-Visma honderd kilometer gefietst in Drenthe. We moeten toch allemaal langer door? Waarom wij dan niet?’, klaagt Van der Zwan. 

En dan te bedenken dat hij zich als wethouder in Lelystad één ding had voorgenomen: burgemeester, dat nooit. ‘Lintjes doorknippen, medailles uitreiken – het leek mij hélemaal niks. Daar heb ik mij enorm op verkeken. Ik heb als burgemeester het meeste plezier beleefd aan de dingen die ik als wethouder het meest verafschuwde. Afgelopen zaterdag opende ik in Akkrum de Doarpskeamer, trouwde ik een raadslid in Oranjewoud en reikte ik brandweermedailles uit in Jubbega. Een geweldige dag. Maar ja, van oude mensen, de dingen die voorbij gaan, hè?’ 

Verhalen

Niets leuker dan mensen in het zonnetje zetten en aangrijpend toespreken, zegt Van der Zwan na zestien jaar burgemeesterschap. ‘De bezoeken aan diamanten echtparen waren zó leuk. Ik kon leuke vragen stellen, en er is niets mooier dan dat. Dan zat je in de woonkamer bij die mensen, kinderen en kleinkinderen erbij op de bank. En dan vroeg ik de echtgenote - vrouwen vertellen doorgaans leukere verhalen: “Was je nou meteen helemaal verliefd op hem toen je hem voor het eerst zag?” Negen van de tien keer was het antwoord: “Helemaal niet.” Waar hadden ze elkaar ontmoet? Werd er gefrummeld bij de achterdeur? Oudere mensen vinden het leuk om daarover te praten. De kinderen zaten met rode oortjes te luisteren.’ 

Het stellen van de juiste vragen is de belangrijkste vaardigheid van een burgemeester, vindt Van der Zwan. En tegelijk de moeilijkste. Om goede vragen te kunnen stellen, moet je namelijk ook goed kunnen luisteren. En dat is niet iedere bestuurder gegeven. Van der Zwan: ‘Je moet vragen stellen die mensen uitnodigen om iets te vertellen. Bij blije gebeurtenissen en familiedrama’s, én in vergaderingen. 

Je moet belangstellend zijn en een journalistieke blik hebben. Als burgemeester kon ik mij daarin uitleven.’ Leeft een waardig burgemeester zich niet het liefst uit in besturen en overleggen, zoals het Regionaal Bestuurlijk Politie Overleg? Van der Zwan: ‘Dat liet ik lopen. Dan zei ik tegen mijn buurman in Weststellingwerf: “Wil jij mij niet vertegenwoordigen? De stedelijke burgemeesters hebben altijd een grote mond, maar het noorden is platteland. Jij bent de baas.” Ik bekommerde mij om de veiligheid in Heerenveen. Ik denk dat ik alle politieagenten zo’n beetje bij naam ken.’ 

Teamspeler 

Van der Zwan was niet altijd burgemeester. Voordat hij in Fryslân neerstreek, was hij raadslid en wethouder in Lelystad. Dat was niet voor iedereen een onverdeeld genoegen. Van der Zwan: ‘Ik was zeker de eerste jaren geen prettige wethouder en al helemaal geen teamspeler. Ik was politiek opgegroeid vanuit de oude PvdAdoctrine dat de wethouders de baas in de stad waren. Wij wisten wat goed was voor Lelystad, en daar zorgden we voor. De burgemeester was een geschenk van de Kroon, maar niet meer dan dat. Wij hielden hem kort, en ik was de aanvoerder van dat stel. We waren ook niet leuk voor de burgemeester. Als ik eraan terugdenk: zo gênant, zo kinderachtig.’ 

Wellicht ben ik als burgemeester ook wel lomp tegen ambtenaren geweest

Niet leuk voor de burgemeester, niet leuk voor de collega-wethouders én niet leuk voor de ambtenaren. Van der Zwan: ‘Een ambtelijk medewerker moest zijn deskundigheid inzetten om mijn doelen te bereiken. Ik was er niet zo van gediend als een ambtenaar daar moeite mee had en vanuit zijn of haar deskundigheid de andere kant van de medaille wilde laten zien. Als in die tijd grensoverschrijdend gedrag een issue was geweest, dan was mijn bestuurlijke carrière daar misschien geëindigd. Wellicht ben ik als burgemeester ook wel lomp tegen ambtenaren geweest. Dat had ik dan niet moeten doen. Er zijn vast ook mensen die blij zijn met mijn vertrek – te eigenwijs, te verwaand. Dat zijn rare fratsen van mij. Maar met de meeste ambtenaren had ik een goede band, hoor.’ 

Boodschappen 

In Heerenveen behandelden de wethouders burgemeester Van der Zwan niet zoals hij in Lelystad de burgemeester behandelde. Van der Zwan: ‘En daar ben ik ze dankbaar voor. De boodschappenaffaire (de gemeente had geld teruggeëist van een vrouw in de bijstand die boodschappen had gekregen van haar moeder, red.), het instabiele dak van Thialf en asielzoekers lieten de wethouders mij doen. Dat geeft aan dat ze mij vertrouwden.’ Of dachten: brand jij daar maar je vingers aan. ‘Zo was het niet, het ging in goed overleg. Maar misschien ben ik naïef’, peinst Van der Zwan. ‘En was mijn geldingsdrang nog zo groot. Misschien dachten ze ook wel: dan loopt hij ons niet voor de voeten. Ik sluit namelijk niet uit dat ik dat wel heb gedaan. Ik vertelde de wethouders ook altijd: “Pas op, mijn grootste valkuil is dat ik graag wethouder speel. Als dat gebeurt, verdien ik een dikke tik.”’ 

Die tik van de wethouders heeft hij nooit gekregen, zegt Van der Zwan. ‘Fryslân heeft mij omarmd, terwijl ik eigenlijk in alles het tegenovergestelde van een Fries ben. Ik kom hier niet vandaan, ik spreek nauwelijks Frysk. Mijn vrouw Baukje komt hiervandaan. Ik heet Tjeerd, dat wel. Bij zo’n naam heb je een beeld. We gingen eens voor een zuivelmissie naar China. Nederlanders zijn blond, en groot en sterk, en dat komt door de zuivel! Stap ik daar als aanvoerder van de delegatie uit het vliegtuig: een klein bruin ventje. We hadden heel wat uit te leggen. Ik ben ook voorzitter van de Friesche IJsbond. Mannen met verweerde koppen en grote klauwen, die in dat ijs zitten te bikken. Daar sta ik dan voor te oreren, een in wezen onzeker bruin mannetje.’ 

Heerenveen is te klein gehouden

Van der Zwan legt ook die voorzittershamer neer. Over een paar weken verhuist hij naar een flat in Lelystad. Mooi centraal, betaalbaar en om de hoek van zoon, schoondochter en kleinzoon. Van der Zwan: ‘Het is niet verstandig om als ex-burgemeester in je gemeente te blijven. Mijn opvolger gaat het anders doen dan ik. Zo hoort het ook, maar als Heerenvener zou ik mij daar toch druk over maken.’ Voor de goede orde: Heerenveen (51.000 inwoners) was voor hem de hoofdprijs. Van der Zwan: ‘Heerenveen heeft alles wat een burgemeestersfunctie interessant maakt: betaald voetbal, hoofdkantoren van grote bedrijven, landelijke en internationale uitstraling. Maar Heerenveen heeft ook een nadeel: het is te klein gehouden. Als er een probleem is, Thialf bijvoorbeeld, dan moet de provincie ons uit de brand helpen.

Onze opdracht is groot, maar de gemeente heeft onvoldoende bestuurlijke slagkracht.’ Van der Zwans Friese avontuur begon in 2007 overigens in Achtkarspelen. Hij kwam daar in het nieuws doordat hij van leer was getrokken tegen politieagenten die bezoekers van de nieuwjaarsreceptie hadden bekeurd omdat ze hun auto in de berm hadden gezet. ‘Terwijl die mensen nergens anders naartoe konden en de berm keihard was.’ Van der Zwan betaalde de parkeerboetes uit eigen zak. Toenmalig PVV-Kamerlid Brinkman wist wel raad met die rel. In Kamervragen vroeg hij zich af of de minister ‘deze bestuurder van PvdA-huize niet op non-actief kon zetten?’

‘Dat was een domme actie van mij. Je moet de politie niet afvallen’, zegt Van der Zwan. ‘Maar de ergernis over die dienstklopperij kwam wel uit mijn hart. Eigenlijk heb je dan een bord voor je kop. Dat is geen schande. Je moet als burgemeester, denk ik, juist een bord voor je kop hebben. Je moet je eigen gang durven gaan. Je doet dan dingen die anderen bespottelijk vinden, zoals in een supportersbus van SC Heerenveen meerijden naar Cambuur en met stenen bekogeld worden, maar je moet het wel doen.’ 

Autonoom 

Nu had Van der Zwan (van 1990 tot 1998 raadslid in Lelystad) ook wel een leermeester als het gaat om eigenzinnigheid: Hans Gruijters, van 1980 tot 1996 burgemeester van Lelystad. ‘Gruijters was volstrekt autonoom. Wat de gemeenteraad van iets vond interesseerde hem niets. Hij liep weg uit de raadsvergadering als hij het allemaal maar gezeur vond. Mensen kwamen naar de raadsvergaderingen vanwege het theater. Gruijters was geen warme burgemeester natuurlijk. Zijn opvolger, Chris Leeuwe, was dat wel. Die zorgde ervoor dat iedereen zich op zijn gemak voelde. 'Warm' ... daar had Gruijters geen boodschap aan. Ik heb wel van hem geleerd dat je met grapjes een raadsvergadering kunt leiden. Maar ik deed dat altijd met respect voor de raad’, glimlacht Van der Zwan. 

Gruijters deed ook wel eens gek, maar een turnoefening zou hij dwaas hebben gevonden. Van der Zwan: ‘Mijn vrouw zegt altijd: “Welke Olympische Spelen moet je nu weer halen?” We fietsten deze zomer op Terschelling tegen de harde wind in: zij op een elektrische fiets, ik op een gewone. Twee mensen reden ons op een racefiets voorbij. Ik ben ze achterna gereden en heb ze ingehaald. Daarna ben ik op een mooi plekje gaan zitten wachten op mijn vrouw. Weet je wat ze zei? “Wat was jij weer kinderachtig.” 

Daar heb ik over nagedacht. Waarom deed ik dat nou? Ik wilde kijken of ik nog de power had. En ik heb op dat punt ook vast een minderwaardigheidscomplex. Ik ben ooit bij het CIOS Overveen afgewezen op het testprogramma. Misschien komt mijn geldingsdrang daar ook wel vandaan.’

CV

Tjeerd van der Zwan (Rheden, 1954) studeerde in Leeuwarden geschiedenis en Nederlands aan de lerarenopleiding. Hij werd in 1985 leraar Nederlands in Lelystad en daarnaast werd hij stafmedewerker van het Landelijk Bureau Racismebestrijding. Van der Zwan was van 1990 tot 2002 voor de PvdA lid van de gemeenteraad van Lelystad. In 1998 werd hij er wethouder. In mei 2007 werd Van der Zwan burgemeester van de gemeente Achtkarspelen. In juni 2011 maakte hij de overstap naar Heerenveen. Luisteraars van Omrop Fryslân riepen hem in dat jaar uit tot Frysk politicus van het jaar. Hij versloeg toen bekende Friezen als Lutz Jacobi en Sander de Rouwe. Tjeerd van der Zwan gaat op 2 oktober met pensioen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie