Evelien Tonkens: Corona als grote gelijkmaker?
Corona, maar ook Black Lives Matter, maakt het groeiende maatschappelijke probleem van ongelijkheid zichtbaar en plaatst het op de politiek agenda. Dat stelt Evelien Tonkens, hoogleraar Burgerschap en humanisering van de publieke sector aan de Universiteit voor Humanistiek.
Corona, maar ook Black Lives Matter, maakt het groeiende maatschappelijke probleem van ongelijkheid zichtbaar en plaatst het op de politiek agenda. Dat stelt Evelien Tonkens, hoogleraar Burgerschap en humanisering van de publieke sector aan de Universiteit voor Humanistiek.
In korte minicolleges van ongeveer 8 minuten bespreken hoogleraren bestuurskunde uit Nederland en Vlaanderen wat de corona-crisis betekent voor de bestuurswetenschap en omgekeerd wat de bestuurswetenschap betekent voor het begrip van de crisis en voor handelingsgevolgen.
Lotsverbondenheid
Aanvankelijk dachten we dat Corona de ‘grote gelijkmaker’ zou zijn: iedereen kon getroffen worden, het virus bedreigde ons allen, over de hele wereld, we voelden lotsverbondenheid. Maar al snel werd duidelijk dat Corona de ongelijkheid versterkte, zowel tussen als binnen landen. Het werd steeds duidelijker dat Corona anders uitpakt in arme of rijke landen, in slecht of goed bestuurde landen, in landen met goede of minder goede gezondheidszorg, betoogt Tonkens.
Precies zijn
Ook werd binnen landen duidelijk dat groepen burgers ongelijk getroffen werden: oudere versus jongere mensen, rijkere versus armere mensen, mensen met vaste banen versus dagloners. Dat betekent volgens de hoogleraar dat we het vraagstuk van ongelijkheid niet kunnen negeren, zowel politiek en maatschappelijk, alsook academisch, in aansluiting op onder meer het werk van Piketty. Het betekent dat we precies moeten zijn over wat (on)gelijkheid is.
Eerlijke wedstrijd
Tonkens laat zien dat gelijkheid twee betekenissen heeft: gelijke kansen en gelijke uitkomsten. In veel landen staat de eerste betekenis centraal, en wordt getracht een ‘eerlijke wedstrijd’ te creëren. Dat blijkt moeilijk. Hoe je een eerlijke wedstrijd creëert is onduidelijk, en bovendien hebben mensen die aan de ‘wedstrijd’ deelnemen ongelijke talenten. Dat betekent dat een eerlijke wedstrijd structureel tot ongelijke uitkomsten kan leiden. Ongelijke uitkomsten, de tweede betekenis, kunnen daarbij in veel landen niet op breed gedeelde politieke aandacht rekenen. De komende decennia vragen om nieuwe antwoorden op de vraag hoe we met maatschappelijke ongelijkheid omgaan, toont Tonkens in dit minicollege..
Ik vrees dat vele anderen u niet horen.
Het lijkt wel alsof de verzuiling nooit is weggeweest.