Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Blauwe baas

Gerard Bouman start deze maand als kwartiermaker van de Nationale Politie. Hij is de beoogde eerste nationale korpschef. Portret van een gedreven sfeermaker met een korte spanningsboog, een opvliegend karakter en balorige humor.

13 mei 2011

Op het Haagse Paleis van Justitie stonden weer eens kasten vol met onverwerkte stukken. Gerard Bouman, hoofdofficier van justitie in Den Haag van 2000 tot en met 2003, zei tegen zijn medewerkers dat de stukken voor een bepaalde datum verwerkt moesten zijn. ‘Toen dat na de afgesproken datum nog niet gebeurd was, heeft Bouman de kasten weg laten halen en de stukken laten vernietigen’, vertelt de voormalig Haagse burgemeester Wim Deetman.

Gerard Bouman is een echte ‘verandermanager’, zegt Henk Korvinus, sinds kort hoofdofficier van justitie in Den Haag. Korvinus werkte 3 jaar als plaatsvervangend hoofdofficier in Den Haag samen met Bouman. ‘Zijn kracht is om iets voor elkaar te krijgen. En hij heeft geen moeite om mensen aan te pakken die niet functioneren.’

Han Moraal, lid van het college van procureursgeneraal: ‘Gerard heeft behoefte aan actie en weerstand. Hij is geen housekeeper.’ Zelf zou Bouman regelmatig hebben gezegd: ‘Verbouwen vind ik leuk, maar vraag me niet de laatste kozijnen te schilderen.’

Het is weinig verrassend dat juist Bouman is aangesteld om de grootste reorganisatie van de Nederlandse politie ooit te gaan leiden. Na enkele vruchteloze pogingen in het verleden moet het nu dan eindelijk tot een landelijke politie komen, met Bouman als beoogde eerste korpschef.

Het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) begint aanstaande 16 mei als kwartiermaker Nationale Politie. De huidige 26 politiekorpsen moeten per 1 januari 2012 zijn omgevormd tot een nationaal korps, onder supervisie van Bouman. Mits de Tweede en Eerste Kamer akkoord gaan met het wetsvoorstel. In het geval dat de volksvertegenwoordiging niet mocht instemmen, kan Bouman terugkeren bij de AIVD.

De vorming van een Nationale Politie wordt een tour de force, zoals Bouman vorige maand zelf zei tijdens een korte perspresentatie op het ministerie van Veiligheid en Justitie. Bouman zal in zijn nieuwe functie flink wat hoge politiefunctionarissen teleur moeten stellen. In plaats van de huidige 26 korpschefs komen er tien chefs van een regionale eenheid. Verwacht wordt dat Bouman ook buiten de huidige groep van korpschefs zal rekruteren.

Heilige huisjes

Bouman staat bekend als iemand die zich weinig aantrekt van reputaties en heilige huisjes. Hij geldt niet als een polderaar. Volgens Gerrit van de Kamp, voorzitter van politievakbond ACP, is Bouman ‘non-conformistisch’ en ‘in staat om impopulaire maatregelen te nemen.’ Dat maakt hem volgens Van de Kamp de ‘juiste man in deze ingewikkelde tijden van de politie’. Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie, VVD) acht Bouman uitermate geschikt voor de klus, zo zei hij tijdens de perspresentatie. Opstelten omschrijft hem als een ‘bouwer, een man uit een stuk.’

Op de vraag welke karaktereigenschappen de chef van de Nationale Politie moet hebben, antwoordde Bouman vorige maand in het tv-programma Buitenhof dat het ‘iemand moet zijn die snapt wat het politievak is’. Die omschrijving gaat zeker voor hemzelf op. In 1970 begon hij als 17-jarige zijn loopbaan bij de toenmalige gemeentepolitie Rotterdam. Hij werkte onder meer als surveillant en motoragent, een periode die hij zelf beschrijft als de mooiste van zijn carrière. In een interview vertelde hij als AIVD-baas het werk op straat erg te missen. In zijn tijd als korpschef in Den Haag ging Bouman minstens één keer per maand mee op surveillance, maar als hoofd van de inlichtingendienst was dat niet langer mogelijk. Bouman staat bekend als een ‘blauwe baas die zich verbonden voelt met de werkvloer. Dat hij als korpschef maandelijks de straat op ging en ook diensten in de noodhulp meedraaide, is uitzonderlijk. Hij dwong daarmee veel respect af’, zegt Walter Welting, voorzitter van politiebond ANPV.

Omdat Bouman beroepsvaardigheidstrainingen bleef volgen, mocht hij als een van de weinige korpschefs een wapen dragen. In de toenmalige Haagsche Courant liet Bouman in 2004 optekenen dat hij niet snel op een ‘politiecongres over de wijkzorg in Peru’ zou verschijnen. Hij is liever in de stad: ‘Het gebeurt hier’, aldus Bouman.

Volgens Korvinus beschouwt Bouman zichzelf meer als manager en man van de straat dan als kamergeleerde, ondanks zijn kennis. ‘Gerard is een hele gedegen jurist. Hij wilde nooit wetboeken op zijn bureau hebben liggen, maar hij kent ze allemaal wel.’ Hoewel Bouman geniet van zijn werk als agent in zijn geboortestad Rotterdam, koestert hij ambities om hogerop te komen, hij vertrekt naar het Openbaar Ministerie (OM). Vanaf 1981 houdt hij zich als verkeersschout in Dordrecht bezig met verkeersovertredingen. Een jaar later begint hij naast zijn werk met een studie rechten aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Colleges en werkgroepen volgde hij nauwelijks, vertelde Bouman 2 jaar geleden aan juristenblad Mr. Daar heeft hij vanwege zijn baan en gezin met twee kinderen geen tijd voor. Bovendien vindt Bouman de colleges niet interessant.

‘Na een paar bijeenkomsten zag ik dat het veel sneller ging als ik gewoon die boeken leerde, en zo studeerde ik binnen 3 jaar af.’

Doortastend

Na zijn afstuderen maakt Bouman carrière binnen justitie, waar hij in totaal 25 jaar zal werken. In 1985 wordt hij plaatsvervangend officier van justitie in Dordrecht. Later stapt hij over naar het parket van Breda. Collega’s die hem daar midden jaren 90 meemaken als afdelingschef en plaatsvervangend hoofdofficier van justitie, zijn vooral onder de indruk van de doortastendheid van Bouman.

‘Hij kwam op je bureau zitten en vroeg wat je nu eigenlijk precies voor werk deed en waarom dat belangrijk was. Die directheid waren we niet gewend’, zegt Henk van Nispen, applicatiemanager bij het Bredase parket. ‘Bouman verlangde van iedereen volle overgave, zette de boel op scherp.’

In 1998 wordt Bouman voor het eerst hoofdofficier van justitie, in Middelburg. Ook in Zeeland gaat zijn komst niet onopgemerkt voorbij. ‘Het OM was een log en bureaucratisch apparaat. De toenmalig hoofdofficier deed zijn best, maar was stug en conservatief. Bouman was fris en vernieuwend’, herinnert parketsecretaris Piet Kamstra zich.

Bouman noemt de organisatie van het Middelburgse parket in 1999 in het personeelsblad Opportuun, ‘een beetje een communistische winkel’. Vier mensen staan klaar om de handelingen van één individu te verrichten.’ Dat moet anders, vindt hij. ‘De mensen moeten hier niet een baantje hebben, maar staan voor het bedrijf dat parket Middelburg heet’, zegt hij tegen Opportuun.

Bouman zorgt er onder meer voor dat de stapel oude zaken binnen een paar maanden goeddeels wordt weggewerkt. Ook introduceert hij in Zeeland noviteiten, zoals een ‘mobiel parket’, een bus uitgerust met computer, printer en andere technische hulpmiddelen die bij evenementen kan worden ingezet. Zo zou justitie bij ongeregeldheden ter plekke kunnen dagvaarden en zien of er nog zaken openstaan. Kamstra: ‘We hebben dat mobiele parket maar een paar keer gebruikt, ook al kostte het 2 ton. Later is die bus voor een symbolisch bedrag aan het parket in Den Haag verkocht.’

Korte spanningsboog

Hoewel het parket Middelburg moest bezuinigen, slaagt Bouman er volgens de parketsecretaris ‘elke keer in om geld los te krijgen uit Den Haag. The sky was the limit, alles kon.’ Zo geeft hij toestemming voor een luxe personeelsuitje naar Amsterdam. ‘Een uitgebreid diner, vervolgens stappen met zakgeld en een overnachting in het Bilderberg. De volgende ochtend een golfclinic in Amsterdam en ‘s avonds een dinershow in Hilversum. Kosten: 43 duizend gulden. Bouman zegt hierover: ‘Gewoon doen.’

Voor mensen die hard werken en aan zijn eisen voldoen moet goed worden gezorgd, vindt hij. Voor zichzelf acht Bouman een dienstauto onontbeerlijk. Als die eis aanvankelijk niet wordt ingewilligd protesteert hij. Uiteindelijk komt die dienstauto, een Volvo 940, er toch. Bij het OM in Den Haag voert Bouman de regel in dat de hoofdofficier over een auto met chauffeur kan beschikken. Tot dan toe geldt dat voorrecht alleen voor de Amsterdamse hoofdofficier.

‘Gerard wil graag hard werken, maar dan moet wel alles goed geregeld zijn’, zegt Korvinus. Mede door zijn korte spanningsboog en drang tot verandering, blijft Boumans doorgaans 3 tot 4 jaar op een post en vertrekt dan weer. Ook in Middelburg waar hij de nodige veranderingen inzet, heeft hij het toch vrij snel bekeken. ‘Er gebeurde in Zeeland wel erg weinig naar zijn smaak’, zegt Arthur Docters Van Leeuwen, toenmalig voorzitter van het college van procureursgeneraal. ‘En dat liet hij weten ook, al zei ik dat hij nog even geduld moest hebben.’

Korvinus onderschrijft de ongeduldigheid van Bouman. ‘Gerard verveelt zich snel en dan wordt hij zelfs balorig’, zegt Korvinus. Voor de omslag van Opportuun poseerde Bouman, een groot autoliefhebber, leunend tegen zijn knalrode Chevrolet Corvette. Niet al zijn collega’s vonden dat even gepast, maar volgens Korvinus is dat slechts die ‘balorigheid’. ‘In het artikel wordt Bouman omschreven als ‘calculerende belhamel’.

Na 2 jaar verlaat Bouman Zeeland om hoofdofficier in Den Haag te worden. In 2007 wordt hij, dan als korpschef in Den Haag, ‘onder zware druk gezet’ om hoofd AIVD te worden, herinnert toenmalig burgemeester Deetman zich. ‘Dat vond hij niet leuk, want hij wilde helemaal niet weg. Hij is en blijft een politieman.’

Johan Remkes, destijds minister van Binnenlandse Zaken en tegenwoordig commissaris van de koningin in Noord- Holland, laat via zijn woordvoerder weten: ‘Ik heb destijds wel een dringend verzoek bij hem neergelegd, omdat ik van zijn kwaliteiten overtuigd was.’ Maar van ‘grote druk’ was volgens Remkes geen sprake. ‘Bouman is niet iemand die zich onder grote druk laat zetten.’

Kantoorhumor

Overal waar hij werkzaam is, valt Bouman op door zijn gedrevenheid en arbeidsethos. Hij komt ’s ochtends als eerste aan en vertrekt ’s avonds als laatste. Hij loopt bij iedereen binnen, ook bij de secretaresses. En zijn eigen deur staat altijd voor iedereen open, vertellen oud-collega’s. Hij kan middenin de nacht op politiebureaus verschijnen om te kijken of alles goed gaat. Alles wil hij weten; wie welk werk doet, waar het geld aan wordt uitgegeven. Daarover zegt hij tegen Opportuun: ‘Het recept om te veranderen wat historisch gegroeid is, is dat je alles moet weten, alles moet kennen en iedereen moet kennen.’

De beoogde eerste nationale korpschef is niet vies van kantoorhumor, zoals een monitor van een pc laten verdwijnen of papieren door elkaar gooien. In Breda gooide hij eens met een mobiele telefoon toen die afging tijdens een overleg. En ook zat hij eens in een complot, waarbij de auto van collegelid van procureurs-generaal, Moraal werd verplaatst.

‘Gerard is een sfeermaker’, vindt Moraal, die in de grap trapte en aangifte deed van diefstal. Sommige oud-collega’s hebben een minder positief beeld van Bouman. Hij wordt omschreven als ‘ondiplomatiek’ en zelfs ‘bot’. Bij de Haagse politie vonden sommigen Bouman een ‘naar mannetje’, zegt een anonieme politiebron. De voormalig AIVD-medewerker die werd vrijgesproken van het lekken van staatsgeheimen aan De Telegraaf, uitte in interviews stevige kritiek op Bouman naar aanleiding van haar recent verschenen boek over de AIVD.

In NRC Handelsblad noemde ‘Heleen de Waal’ (een pseudoniem) haar voormalige baas een ‘houwdegen’. En in De Pers zei ze dat Bouman een ‘opgewonden standje’ is. Hij ‘schold mensen een keer zo hard uit dat ze jankend wegliepen.’ Bij het OM in Breda viel het opvliegerige karakter van Bouman ook op. Gerrit van de Kamp, voorzitter van politievakbond ACP, denkt dat ‘binnen de politie best wat mensen hun wenkbrauwen zullen hebben gefronst’ toen bekend werd dat Bouman de Nationale Politie gaat leiden. Vooral in de top van de politie bestaan volgens Van de Kamp ‘op zijn minst gemengde gevoelens’ over de aanstelling van Bouman. De meeste besluiten in de politietop worden nu nog genomen in onderling overleg, bijvoorbeeld in de Raad van Korpschefs. Die tijd van polderen lijkt onder het bewind van minister Opstelten en nationaal korpschef Bouman straks tot het verleden te horen.

Van de Kamp: ‘Sommige mensen hebben moeite met zijn directe manier van opereren. Bouman zit op dezelfde lijn als de minister; als een besluit eenmaal is genomen, wordt dat uitgevoerd. Praten is op een gegeven moment voorbij.’ De directheid van Bouman wordt door niemand die met hem heeft gewerkt betwist. Velen roemen hem daar juist om. ‘Hij gaf helderheid en als je daar tegen kon, had je er een hele goede baas aan’, zegt applicatiemanager Van Nispen van het Bredase OM. Degenen die zich niet kunnen vinden in de lijn van Bouman, hebben het volgens Van Nispen moeilijker.

Of zoals Docters Van Leeuwen het samenvat: ‘Als je doorzet, ben je al gauw ondiplomatiek in Nederland. Verandering heeft geen vrienden.’


‘Grote broek bij AIVD’

Het aantal openbare publicaties van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) is sinds het aantreden van Gerard Bouman als hoofd van de dienst in 2007 fors gestegen. Zo wordt bijvoorbeeld de toename van het aantal ambtsberichten algemeen beschouwd als een teken van grotere openheid van de AIVD. Maar volgens Bob de Graaff , hoogleraar bij de afdeling geschiedenis van internationale betrekkingen van de Universiteit Utrecht en expert op het gebied van veiligheidsdiensten, is dat niet zonder meer het geval.

Via ambtsberichten kan de AIVD informatie over vermeende strafbare feiten aan het Openbaar Ministerie (OM) geven. ‘Meer ambtsberichten is vooral een teken dat er meer maatregelen tegen personen zijn genomen, niet zozeer van meer openheid’, zegt De Graaff . De grotere transparantie van de dienst werd volgens hem al ingezet onder de voorgangers van Bouman. Of de beoogde eerste korpschef van de Nationale Politie het werk van de AIVD bij een breder publiek onder de aandacht heeft kunnen brengen, betwijfelt De Graaff . ‘Bouman was minder op tv dan zijn voorganger Sybrand van Hulst.’

Onder het bewind van Bouman richtte de AIVD zich wel steeds meer op het buitenland. Vorig jaar betoogde De Graaff in De Groene Amsterdammer dat Bouman als AIVD-baas een ‘heel grote broek’ aantrok, omdat hij resultaten in het vooruitzicht stelde ten aanzien van Pakistan, Jemen en Somalië. ‘Terreinen waarop zelfs grote broer CIA nauwelijks resultaten boekt en die dat ook steeds openlijker toegeeft.’ Volgens De Graaff wilde Bouman vooral het ‘sterk groeiende personeelsbestand’ van de AIVD aan het werk houden, ten koste van andere instellingen als de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb).


CV

Gerardus Leonardus (Gerard) Bouman is geboren op 27 augustus 1952 in Rotterdam. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen

OPLEIDING:

Mulo: 1970

Politiediploma A: 1971

Havo: 1975

Politiediploma B: 1976 Verkeersschout: 1981

Rechten: 1985

Dertigtal postdoctorale cursussen, management, financiën, INK etc.

LOOPBAAN:

1970: (hoofd) agent bij de gemeentepolitie Rotterdam

1978: Kandidaat verkeersschout in Den Haag

1981: Verkeersschout in Dordrecht

1985: Plaatsvervangend officier van justitie in Dordrecht

1987: Officier van justitie in Dordrecht

1988: Officier van justitie in Rotterdam

1991: Officier van justitie eerste klasse in Breda

1995: Plaatsvervangend hoofdofficier van justitie Breda

1998: Hoofdofficier van justitie Middelburg

2000: Hoofdofficier van justitie Den Haag

2003: Korpschef regiopolitie Haaglanden

2007: Hoofd Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD)

2011: Kwartiermaker Nationale Politie

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie