Achterhoek wars van dorpisme
De grootste herindelingsoperatie in de laatste twee raadsperioden vond op 1 januari 2005 plaats in de Achterhoek. Er ontstonden tien nieuwe fusiegemeenten. Opvallend kenmerk: de lage populariteit van lokale partijen.
Bij de herindelingsverkiezingen voor de tien nieuwe Achterhoekse fusiegemeenten in november 2004 kwamen de landelijke partijen CDA en PvdA sterker uit de bus dan de lokale partijen, respectievelijk met een score van 33, 23 en 18 procent.
De Nijmeegse hoogleraar Vergelijkende Politicologie Monique Leyenaar deed onderzoek naar de raadsverkiezingen in Gelderland in 2004, 2006 en 2010. Zij zoekt een verklaring voor de lage populariteit van de lokale partijen en de kracht van het CDA in de Achterhoek. ‘Van oudsher is de Achterhoek een streek die voornamelijk CDA stemt.’
De lokale partijen in de fusiegemeenten wonnen wel bij de raadsverkiezingen van 2010: plus 5 procent. Het CDA werd opnieuw de grootste partij. Leyenaar noemt de lage populariteit van de lokale partijen in de herindelingsgemeenten ondanks de dominante positie van het CDA opvallend. De lokale partijen scoren in de herindelingsgemeenten zowel in 2004 als in 2010 slechter dan in de Gelderse gemeenten waar niet werd gefuseerd.
‘Verwacht zou kunnen worden dat burgers juist bij verkiezingen vlak voor en vlak na de herindeling op partijen gaan stemmen die de belangen van hun dorp versus de belangen van de andere dorpen in de nieuwe grote gemeente behartigen, het zogeheten dorpisme. Niets lijkt echter minder waar, misschien zegt de dominantie van landelijke partijen in herindelingsgemeenten iets over de verbroken verbondenheid tussen kiezers en lokale politiek in herindelingsgemeenten.
'Als men geen kennis en informatie meer heeft over de lokale politiek in de nieuwe gemeente is het namelijk veel verleidelijker om op basis van landelijk issues te stemmen op een landelijke partij van welke men vaak wel een idee heeft voor welke principes de partij staat’, aldus Leyenaar in het onderzoeksrapport Herindelingsgemeenten (Raadsperiode 2005- 2010), waaraan ook Stef Bouwhuis en Michael Verhulst meewerkten.
Onrust
In de vergelijking met de niet-gefuseerde Gelderse gemeenten vond Leyenaar nog een aantal opvallende uitkomsten. Verhoudingsgewijs was het politiek onrustiger in de fusiegemeenten dan in de andere Gelderse gemeenten: vaker gingen coalities onderuit. Het opkomstpercentage van de kiezers was bij de herindelingsverkiezingen van november 2004 veel lager dan bij de reguliere verkiezingen van de Gelderse gemeenten in 2006.
‘Deze lagere opkomst kan een aantal oorzaken hebben. In vrijwel elke herindelingsgemeente is een substantieel deel van de bevolking het niet eens met de herindeling. Daarnaast is het ook mogelijk dat mensen met de nieuwe gemeente nog niet dezelfde betrokkenheid voelen als met de oude gemeente. Juist op het gemeentelijke niveau zijn de lijnen met de politici kort, maar door een herindeling kunnen deze lijnen verbroken worden en door langere lijnen, met nieuwe, onbekende politici vervangen worden. Een lagere opkomst kan het resultaat zijn.’
Bij de eerste normale raadsverkiezingen in de Gelderse fusiegemeenten, afgelopen maart, steeg de opkomst aanzienlijk terwijl de opkomst in de overige Gelderse gemeenten juist (fors) daalde. Een verklaarbaar verschijnsel, aldus Leyenaar. ‘Dat de opkomst hoger ligt dan in 2004 komt vanwege de afnemende afkeer tegen de herindeling en de grotere binding met de politiek in de nieuwe gemeente.’
10 Fusiegemeenten
- Aalten
- Zevenaar
- Montferland
- Berkelland
- Doetinchem
- Oude IJsselstreek
- Lochem
- Oost Gelre
- Bronkchorst
- Zutphen
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.