Als het een beetje wil lukken, komt er meer ruimte voor nieuwe scholen. Staatsecretaris Sander Dekker wil hiervoor begin 2017 een wetsvoorstel indienen. Met die wet in de hand zou het voor initiatiefnemers gemakkelijker moeten worden een nieuwe school op te richten. Voor mijn kinderen twintig jaar te laat, maar tocht leuk en spannend als het straks kan.
Toen mijn kinderen klein waren wilde ik een school oprichten, waar ze niet in een “voorschool-tussenschool-naschoolregime” hoefde en ook niet de hele dag op school hoefde te zijn. Ik zag ze liever drie of vier dagen in de week in een (stads) boerderij met lesruimte en konijnen om voor te (leren) zorgen; een belangrijke competentie in deze tijd. Een soort thuis met een gezellige keuken, waar je warme soep kon krijgen van een warm persoon, wiens taak het vooral was een praatje te maken met kinderen die even niet zo lekker in hun vel zaten. Zo’n persoon past in geen enkele functieomschrijving, maar dat is voor kinderen geen probleem.
Ik was al een eind met meester Henk, de toenmalige directeur van de school van mijn zoon. Hij stond er wel open voor. Ik zou de organisatie op poten zetten en we zouden het onderwijs van zijn school betrekken. Die school is er niet gekomen. De lat voor instappers lag te hoog. Tegen de tijd dat ik de school zou hebben opgericht, “stichten” noemen ze dat, zouden mijn kinderen al aan hun volgende fase van hun leven toe zijn en vooruit werken heeft in zo’n situatie weinig zin.
Ik werd opnieuw enthousiast van het wetsvoorstel van Dekker, maar kwam er al gauw achter dat er minder ruimte wordt geboden dan de titel suggereert. Ik zie wel voordelen. We zijn al een forse stap verder als we buiten de lijntjes van het zuilentijdperk een school mogen “stichten”. En het is ook winst als een school kan worden gesloten als er geen kwaliteit wordt geboden. Maar als ik weer in de kleine kinderen zou zitten, zou ik toch niet opnieuw aan een scholenavontuur beginnen. Ook niet met deze wet in het vooruitzicht.
Het wetsvoorstel lijkt te zeggen: “Je mag een nieuw stekkertje ontwikkelen, maar hij past in geen enkel stopcontact.” De spanning, de afmetingen van de behuizing waar hij in moet passen, de bedrading en bekabeling, de werktijden van de installateurs en hun cao’s en heel het verdere systeem blijft zoals het is. Dat is innoveren met de rem er op. Wat mij betreft mag er wel een tandje bij en maken we van het “stop-contact” een “innovatie-contract” waarbij initiatiefnemers met het hart op de goed plaats en hun blik op de kinderen én de samenleving, de steun krijgen die ze verdienen. Zien we later wel hoe we daar een wet van maken.
We zijn voor de Omniumschool (http://Omniumschool.nl) onder huidige wetgeving vastgelopen voor een start. Ook in de nieuwe wetgeving zien wij angels, waar helaas geen aandacht voor is bij het ministerie in verband met een andere zienswijze. Ook voor een verzoek tot een pilot kregen wij geen gehoor bij de staatsecretaris.
Maar we gaan door!
Groet
Dorien Kok