In Twente regelt wijkverpleegkundige de Wmo-hulp voor ouderen

In de gemeenten Hellendoorn en Oldenzaal gaan wijkverpleegkundigen binnenkort de Wmo-indicatie regelen voor kwetsbare ouderen. In een deel van Enschede gebeurt dit nu al.

Huisbezoeken

Uit een kleinschalig experiment in de wijk Enschede-Zuid blijkt dat het gemeenten geld kan besparen als wijkverpleegkundigen de Wmo-indicatie regelen voor  kwetsbare ouderen. ‘De gemeente realiseert met deze pilot een besparing op de inzet van Wmo-consulenten’, zo staat in de handreiking die is opgesteld na afloop van het door VWS gefinancierde experiment. ‘Per situatie werd 1 tot 2 uren bespaard op huisbezoeken, reistijd en telefonische consulten door de Wmo-consulent.’

Over de vloer

De werkwijze werd in 2021 drie maanden lang uitgeprobeerd bij 13 kwetsbare oudere inwoners van de wijk Enschede-Zuid. Deze inwoners vonden het prettig om de Wmo-aanvraag te kunnen regelen via een vertrouwde hulpverlener die toch al vaak over de vloer komt. ‘Ander groot voordeel is dat inwoners de hulp de ze nodig hebben sneller krijgen’, zegt Elise Hol, programma-manager van het ‘integrale-zorg-programma’ Twentse Koers waar dit project deel van uitmaakt. ‘Loopt de Wmo- aanvraag via de gemeenten, dan duurt het doorgaans 6 tot 8 weken. Nu kan het in een paar dagen zijn geregeld.'

Win-win-situatie

Volgens Hol staat het ‘buiten kijf’ dat Enschede-Zuid gewoon verder gaat met de manier van werken - meerdere nieuwe zorginstellingen hebben zich inmiddels aangesloten. ‘Het levert echt voor alle betrokken partijen een win-win-situatie op. Voor de inwoners, de gemeenten, de zorgverzekeraars en de wijkverpleegkundigen.’

Landelijk

Ook in de gemeenten Hellendoorn en Oldenzaal gaan wijkverpleegkundigen volgens Hol binnenkort de Wmo-indicaties regelen voor kwetsbare ouderen. ‘Uiteindelijk hopen we deze werkwijze in heel Twente te gaan invoeren. En met het ministerie van VWS, Zorgverzekeraars Nederland, de VNG en de Beroepsvereniging Verzorgenden en Verpleegkundigen Nederland onderzoeken we op dit moment of dat ook landelijk mogelijk is.’

Voorwerk

 Uiteindelijk beslist de consulent van de gemeente nog altijd of een inwoner ook daadwerkelijk een Wmo-indicatie krijgt. Dankzij het ‘voorwerk’ van de wijkverpleegkundige - die het Wmo-ondersteuningsplan opstelt - kan deze beslissing snel worden genomen, zo blijkt. ‘De gemeente voert echt alleen een laatste check achter de schermen uit’, zegt Hol. ‘In de praktijk klopten 12 aanvragen volledig. In één geval was er nog een kort telefoontje nodig, maar daarbij ging het om een complexe situatie.’  

Huishoudelijke hulp

Voorwaarde voor de werkwijze is uiteraard dat er een wijkverpleegkundige is betrokken die de oudere goed kent. ‘Het gaat om een kwetsbare groep die op meerdere vlakken hulp nodig heeft’, zegt Hol. ‘Naast de hulp van de wijkverpleging bijvoorbeeld ook huishoudelijke hulp, dagopvang en hulpmiddelen.’

Overleg 

Het opstellen van het Wmo-ondersteuningsplan kost een wijkverpleegkundige doorgaans een uur. ‘Voorheen was een wijkverpleegkundige ook ongeveer een uur kwijt met de aanvraag’, zo staat in de handreiking. ‘Alleen werd deze tijd niet besteed aan het ondersteuningsplan, maar aan overleg met de gemeente en betrokkenen.’

Zorgverzekeraar

De hulp van de verpleegkundigen bij de Wmo-aanvraag werd tijdens de pilot vergoed door de zorgverzekeraar. Dit blijft volgens Hol ook zo nu de werkwijze in Enschede-Zuid standaard wordt ingevoerd. ‘In de praktijk valt de extra tijd die dit kost mee, en de wijkverpleegkundige komt toch al bij de kwetsbare oudere over de vloer.’

Spoelmachine

Bovendien zijn er voor de zorgverzekeraar zelf ook voordelen. Hol: ‘Zo was er een mevrouw die meerdere keren per dag hulp vanuit de wijkverpleging nodig had om naar het toilet te gaan omdat zij zichzelf na afloop niet goed kon reinigen. Dankzij een door de gemeente betaalde spoelmachine hoeft dit niet meer. Dit scheelt de zorgverzekeraar veel kosten.’

Speeddate sessies

Tijdens de pilot volgden de wijkverpleegkundigen en Wmo-consulenten gezamenlijk een workshop over de nieuwe werkwijze. Ook leerden zij elkaar via ‘speeddate sessies’ beter kennen en wisselden zij contactgegevens uit. Wijkverpleegkundigen kregen bovendien een format overhandigd over indiceren binnen het sociale domein.

Niet zo ingewikkeld

‘Het is allemaal helemaal niet zo ingewikkeld’, zegt Hol. Wel is het volgens haar essentieel dat gemeenten, zorgverzekeraars en zorginstellingen allemaal achter de vernieuwing staan. ‘Is dat niet het geval, dan wordt het heel moeilijk om deze werkwijze te laten slagen.’