Sociale wijkprojecten hebben nauwelijks effect
Straatbarbecues, burgerbesturen, gedragscode-projecten, de inzet van straatcoaches, wijksport, het helpt allemaal niet om de leefbaarheid in achterstandswijken te vergroten.
De Nederlandse achterstandswijken zijn de laatste jaren overspoeld met sociale projecten die de leefbaarheid moeten verbeteren. Van straatbarbecues tot burgerbesturen en van gedragscode-projecten tot de inzet van straatcoaches. Al die projecten hebben echter nauwelijks effect.
Weinig wetenschappelijk onderbouwd
Een ware tsunami aan sociale projecten heeft de afgelopen jaren de achterstandswijken overspoeld. In opdracht van Kennisinstituut Movisie legde socioloog Vasco Lub de belangrijkste buurtaanpakken langs de wetenschappelijke meetlat. Slechts een klein deel van de projecten blijkt gebaseerd op aannames die wetenschappelijk kunnen worden onderbouwd.
Twijfelachtig tot ongeloofwaardig
Van het merendeel van de onderzochte projecten is het twijfelachtig tot ronduit ongeloofwaardig dat zij hun gestelde doelen bereiken. Voor het onderzoek werden meer dan 300 nationale en internationale studies geanalyseerd. De bevindingen heeft Lub opgeschreven in zijn boek Schoon, heel en werkzaam? Een wetenschappelijke beoordeling van sociale interventies op het terrein van buurtleefbaarheid, dat donderdag gepresenteerd wordt tijdens een debat met wetenschappers en bestuurders.
Sociale cohesie maakt niet veiliger
De studie toont ondermeer aan dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat meer sociale cohesie ook leidt tot een veiligere wijk. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat frequentere en hechtere contacten tussen bewoners in achterstandswijken meer sociale controle opleveren en daardoor een gunstige invloed uitoefenen op de buurtleefbaarheid. Sociale cohesie lijkt eerder een gevolg van een veilige leefomgeving dan de oorzaak ervan. Dit roept volgens Movisie vragen op over de talloze leefbaarheidsinitiatieven rond bewonerscontacten.
Invloed burgerinspraak beperkt
Ook bewonersplatforms, die een rol moeten spelen in het oplossen van meervoudige leefbaarheidsproblematieken, dragen daartoe maar weinig bij. Mensen hebben soms door het veelvuldig contact met overheidsdiensten wel het gevoel dat het wat beter gaat met de buurt, maar vermindering van criminaliteit en verloedering heeft het niet tot gevolg. Daarbij gaan overheidsdiensten er vaak van uit dat bewoners de “ogen en oren” van de wijk zijn. Maar wijkbewoners blijken wijkproblemen vaak heel verschillend te interpreteren.
Impact straatcoaches twijfelachtig
De inzet van straatcoaches vertaalt zich ook niet in een grotere veiligheid in probleemgebieden. Hun invloed is volgens de onderzoeker op zijn best twijfelachtig. Uit geen enkele van de stedelijke evaluaties blijkt dat de inzet van de coaches daadwerkelijk leidt tot een afname van (jeugd)overlast.
Wijksport verandert gedrag niet
Veel wijken zetten wijksport in om het gedrag van jongeren te beïnvloeden. Wijksport kan weliswaar dienen als een pedagogisch aanknopingspunt voor risicojongeren, maar is op zichzelf geen gedragsveranderaar, blijkt uit het onderzoek. Jongeren worden er wel mee bereikt, maar de sport zelf is geen sociaal wondermiddel. En vechtsporten hebben zelfs een negatief effect: ze wakkeren gewelddadig en antisociaal gedrag van jongens eerder aan dan dat ze deze beperken.
Burgerwachten verbeteren leefbaarheid
Onderzoeker Lub heeft echter ook nog iets positiefs te melden. Burgerwachten en buurtpreventieteams hebben wel degelijk een gunstige invloed op de leefbaarheid in de buurt. Hoewel er in Nederland nog niet echt aan resultaatmeting is gedaan, laat buitenlands onderzoek zien dat de criminaliteit wel degelijk verminderd in wijken met buurtpreventieteams.
Verandering van perspectief
Vasco Lub pleit er dan ook voor een verandering van perspectief in achterstandswijken. Het ongericht stimuleren van bewonerscontacten heeft weinig zin. Veeleer moet de oplossing worden gezocht in het ondersteunen en begeleiden van bewoners die actief een rol willen spelen in het beveiligen van hun wijk, daarbij ondersteund door professionele instanties. Maar dan moet wel de overheid zelf als eerste de verantwoordelijkheid nemen bij het oplossen van veiligheidsproblemen in de publieke ruimte. En subsidies voor vechtsporten, daar kan de overheid maar beter mee stoppen.
Gevangenisstraffen werken vaak averechts wegens 'criminele besmetting', en zijn zeer kostbaar. Ze moeten daarom in veel gevallen worden vervangen door nieuwe straffen.
Hierbij denk ik aan de onderstaande strafvormen, waaruit de rechter een keuze kan maken, afhankelijk van de zwaarte van het misdrijf, de mate van recidivering en de persoonlijke situatie van de beklaagde. Straffen kunnen bij elke volgende veroordeling worden verdubbeld tot een bepaald maximum.
De discussie in Nederland over straffen verloopt helaas vaak op basis van ideologische dogma’s, hypothesen en weinig onderbouwd door onderzoeksresultaten. De onderstaande straffen kunnen in proefprojecten internationaal worden onderzocht op effectiviteit en (maatschappelijke) neveneffecten. Deze voorstellen zijn bedoeld als brainstorming.
De onderstaande strafvoorstellen gelden uitsluitend voor veroordeelden. Ze moeten dus niet aan alle burgers worden opgelegd!
1. Elektronisch huisarrest buiten werktijden. Dat moet tien keer zo lang duren als de huidige gevangenisstraffen. Tijdens deze straf krijgt de veroordeelde weinig kans om misdrijven te plegen (incapacitatie). Bijvoorbeeld tien of twintig jaar lang voor veelplegers. Het is daardoor minder belangrijk of hij zijn leven wil beteren dan bij veel kortere straffen.
2. Tijdens werktijden kan de veroordeelde bovendien gevolgd worden met satellietbewaking via GPS. Als de veroordeelde zich niet houdt aan de regels van zijn elektronische detentie, moet hij een zware werkstraf krijgen. Volgens onderzoek werkt elektronische detentie vaak goed.
3. Een avondklok voor criminelen. Kan worden uitgebreid met een uitgaansverbod voor hen in het weekend. Na 3 kleine misdrijven: 10 jaar lang avondklok voor de veroordeelde.
4. Onteigening van de woning. De veroordeelde krijgt daarbij een 'eenzaam’ schuurtje om in te wonen, in een ver gelegen provincie. Dit om afstand te nemen van criminele vrienden. Hierdoor wordt de status van de gestrafte verlaagd en zal zijn criminele gedrag minder als rolmodel dienen voor jongeren.
5. Verplichte verhuizing naar een klein dorp met grote sociale controle.
6. Sociale omgeving van een veroordeelde verplicht betrekken bij resocialisatie via video-conferencing en een besloten webforum. Betrek hierbij ook familie, straatbewoners, vrienden, klasgenoten en collega's van de veroordeelde.
7. Glen Mills-heropvoeding kan ook voornamelijk worden aangeboden via internet of ingebouwd in het reguliere onderwijs. Dat is veel goedkoper dan in wooninstellingen. En is daardoor geschikt voor zeer veel daders en voor preventie van wangedrag. Ik doel hierbij op de principes van het originele Amerikaanse Glen Mills-systeem en niet op de Nederlandse variant.
8. Neem luxe bezittingen en spaargeld blijvend af van veelplegers. Dat verlaagt hun status en schadelijke criminele voorbeeldrol voor jongeren.
9 Met een GSM-verbod wordt verhinderd dat criminelen elkaar bellen voor hulp bij een vechtpartij.
10. Verbod op leren kleding, want die worden door criminelen vaak gedragen ter bescherming bij een steekpartij.
11. Verbod op kogelwerende kleding en zomers op handschoenen, want dat geeft bescherming bij geweld.
12. Verbod op onnodig wijde kleding, want die wordt vaak gebruikt bij winkeldiefstal.
13. Verbod op zwaar schoeisel en op schoeisel met harde neus en op schoeisel met zachte zolen, want daar kun je mee schoppen, respectievelijk sluipen.
14. Verbod op samenscholing voor veroordeelden van meer dan twee personen.
15. Toegangsverbod voor veroordeelden tot diverse gelegenheden, zoals winkelcentra en horeca.
16. Verbod om een hond te bezitten die kan worden gebruikt voor intimidatie.
17. Verbod op gebruik en bezit van auto, motorfiets, scooter en taxi.
18. Een verbod op zaken die herkenning bemoeilijken, zoals lang haar en capuchon.
19. Verbod op donkere kleding. Want daarmee kun je je verstoppen in het donker.
20. Verbod op contact met anderen met een strafblad.
21. Verbod op het dragen van sieraden, luxe kleding en nieuwe tatoeages. Deze straf vermindert status en intimiderend imago van de veroordeelde.
22. Verplichting om elke avond een e-mail te sturen aan de politie met een uitgebreid verslag van alle activiteiten, uitgaven en communicatie van de afgelopen dag met tijdvermeldingen en foto’s. Die verslagen kunnen steekproefsgewijs worden gecontroleerd, net als bij belastingaangiftes. Onjuistheden moeten in die verslagen strafbaar zijn.
23. De politie kan jarenlang zeer uitgebreide opsporingsbevoegdheid krijgen bij een veroordeelde. Dit inclusief verborgen afluisterapparatuur en betaalde informanten, onverwachte huiszoekingen, fouilleringen en controle van bankrekeningen, persoonlijke aantekeningen, e-mails, websurfen, enzovoort.
24. Een verbod op het dichtdoen van de gordijnen.
25. Een verbod op het raadplegen van informatie die nuttig kan zijn voor het plegen van misdrijven.
26. Tv-verbod
27. Via speciale software wordt al het internetgedrag van de veroordeelde gearchiveerd door een controlerende instantie.
28. De huidige taakstraffen moeten elke volgende keer worden verdubbeld en beter worden gecontroleerd dan nu.
29. Verbod op het beoefenen van schiet- en vechtsporten.
30. Verbod op reizen buiten het noodzakelijke woon-werkverkeer.
31. Verplicht gebruik van psychofarmaca en van psychotherapie via video-conferencing/videochat, en voorlichtingsvideo’s op internet.
32. Levenslange zware werkstraffen voor veelplegers met heel sobere behuizing en voeding. Privé-cellen zijn daarbij wel nodig.
33. Doodstraf onder narcose voor de gevaarlijkste veelplegers.
34. Verbod op dominant gedrag zoals hard praten, provocerend aankijken, enz... Dit kan steekproefsgewijs worden gecontroleerd door under-cover-agenten.
35. Verbod op tweedehands verkoop om heling te voorkomen.
36. Telefoneerverbod. De veroordeelde mag wel emailen, want emails kunnen makkelijker automatisch worden gecontroleerd dan telefoongesprekken, en hij mag zo nodig wel 112 bellen.
37. De gestrafte moet zich aan een heel uitgebreid systeem van positieve leefregels houden op het gebied van voeding, werk, studie, geld, slaap, huishouden, contacten, alcohol, drugs, enzovoort. Overtreding daarvan moet zwaar worden gestraft.
38. Bij al deze strafvormen moeten cursussen worden gegeven om op een positieve manier om te gaan met allerlei levensproblemen. Bijvoorbeeld op het gebied van gevoelens, relaties, beroepskeuze, drugs, financiële problemen, enzovoort. Deze cursussen zijn massaal en kostenbesparend aan te bieden, als zij worden gegeven via films op internet.
39. Detentie is volgens mij wél nodig bij vluchtgevaar en bedreiging van het slachtoffer. De detentie moet dan altijd samen gaan met zwaar werk van 60 uur per week. De huidige Nederlandse celstraffen zijn meer een vakantie dan een afschrikwekkende straf. Ze bestaan vooral uit het bekijken van video’s, liggend op bed, omringd door magnetron, koelkast, stereo-set, enzovoort. Voor bijvoorbeeld een stratenmaker kan dat aanlokkelijker zijn dat de huidige zware baan.
Ook kan detentie worden uitgevoerd in een warm lage-lonenland voor kostenbesparing. Dat kan bijvoorbeeld in Griekenland of Kenia. Griekenland kan daarmee ook zijn schulden aan Nederland aflossen. Voer die detentie in het buitenland dan wel uit volgens Nederlandse wetgeving.
Zie ook mijn eerdere reactie op dit artikel.