Hoge zorgrekening door aflopen overgangsrecht
Voor zorggebruikers bij wie het overgangsrecht is afgelopen, kan de rekening voor de eigen bijdrage voor een Wmo-voorziening een onaangename verrassing zijn. Vooral de mensen met een (boven)modaal inkomen zullen de portemonnee moeten trekken.
Voor twee op de tien zorggebruikers kan de rekening voor de eigen bijdrage voor een Wmo-voorziening ook dit jaar een onaangename verrassing zijn. Vooral de mensen bij wie het overgangsrecht per 1 januari is afgelopen en een (boven)modaal inkomen hebben, zullen de portemonnee moeten trekken. Zorgbehoevenden hebben vaak de puf niet om bij hun gemeente aan de bel te trekken.
Financiële klap
De twintig procent zijn die mensen met een (boven)modaal inkomen die niet aan hun persoonlijk plafond zitten, dat wettelijk is vastgelegd. Voor het gros van deze 90.000 mensen liep vorig jaar het overgangsrecht af en heeft toen de grootste financiële klap moeten opvangen; de overige zorgbehoevenden krijgen het vanaf januari voor hun kiezen vanwege het aflopen van hun overgangsrecht. De eerste perioderekening voor 2016 is net binnen of valt een dezer dagen bij de zorggebruikers op de deurmat.
Eerste perioderekening
Maar ook zorggebruikers bij wie vorig jaar het overgangsrecht afliep, kunnen dit jaar opnieuw met hogere rekeningen worden geconfronteerd. Dit is het geval als zij in gemeenten wonen die de tarieven per 2016 hebben verhoogd. De fikse stijging van de rekeningen leidt tot zorgmijding, zo bleek eerder uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en Ieder(in). Ook Professionals in NAH en Spierziekten Nederland stellen dat mensen hierdoor stoppen met zorg of minder uur zorg afnemen. Op de website van Binnenlands Bestuur blijven schrijnende reacties binnenstromen van mensen die met enorme stijgingen van de eigen bijdrage worden geconfronteerd.
Overgangsrecht
Dat overgangsrecht hield in dat mensen, voor de duur van hun indicatie vanuit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz) en/of tot 1 januari 2016, dezelfde zorg kregen als onder de Awbz én een eigen bijdrage moesten betalen die werd berekend op basis van het Awbz-tarief van 14,20 euro per uur. Na afloop van het overgangsrecht is de cliënt aangewezen op het gemeentelijke tarief voor een Wmo-voorziening en het gemeentelijk eigen bijdragenbeleid. Velen van hen zien dan de rekening fors stijgen. Vorig jaar verviel al de zogeheten Wtcg-korting (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten) van 33 procent; waardoor de eigen bijdrage met een derde steeg. Als gemeenten ook nog eens de uurtarieven verhogen, loopt de rekening nog verder op. De uurtarieven voor bijvoorbeeld specialistische begeleiding zijn in sommige gemeenten tot bijna 80 euro gestegen. Op basis van die tarieven berekent en int het CAK de eigen bijdrage. Mensen zien af van zorg of overwegen dit te gaan doen.
Benarde situatie
Vaak nemen zorgbehoevenden de moeite niet, of hebben de puf niet om hun benarde situatie bij de gemeente aan te kaarten, zo bleek uit het eerder genoemde onderzoek naar de gevolgen van de eigen bijdragen. ‘Ik vind het te moeilijk’, ‘Ik heb al vaker bezwaar ingediend maar dit is altijd afgewezen, waardoor ik nu beknibbel op boodschappen’, ‘Je hebt de zorg nodig en je verliest het toch van de gemeente’, lieten Wmo-gebruikers weten aan Ieder(in); de koepelorganisatie voor mensen met een beperking en chronisch zieken. (Vooralsnog) laat een enkeling het er niet bij zitten, en roept de rechter om hulp, zoals een inwoner uit Boxmeer. De voorzieningenrechter heeft de eigen bijdrage met honderden euro’s per vier weken verlaagd.
Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS, PvdA) en de Kamer stellen dat zorgmijding door te hoge eigen bijdrage van Wmo-voorzieningen onacceptabel is. Ingrijpen willen Van Rijn en een Kamermeerderheid nog niet. Van Rijn wil eerst onderzoeken afwachten naar het aantal Wmo-gebruikers dat afziet van zorg door (te) hoge eigen bijdragen en de gevolgen daarvan.
Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr 5 van deze week.
Overigens een stuk tekst dat niet direct verhelderend werkt. Begrijpt de schrijver wel waar hij/zij over schrijft?