Advertentie
sociaal / Achtergrond

Meer preventie en nazorg nodig bij probleemschulden

Gemeenten moeten door de verandering flink aan de bak om hun schuldhulpverlening anders in te richten.

26 mei 2023
man kijkt naar rekeningen op tafel
Shutterstock

De looptijd van de wettelijke schuldsaneringsregeling wordt gehalveerd. Die van de minnelijke regeling volgt snel. Gemeenten moeten door de verandering flink aan de bak om hun schuldhulpverlening anders in te richten.

Projectleider Verduurzamen Bedrijven en Maatschappelijk Vastgoed

JS Consultancy
Projectleider Verduurzamen Bedrijven en Maatschappelijk Vastgoed

Programmamanager Rivierzone

Gemeente Vlaardingen
Programmamanager Rivierzone

Een hamerstuk, zonder discussie vooraf. Meer tijd had de Eerste Kamer begin dit jaar niet nodig voor de halvering van aflosperiode van de wettelijke schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) van drie naar anderhalf jaar. Tot veler verrassing liet minister Schouten (Armoede, Participatie, CU) kort na de behandeling van de Wsnp door de Senaat weten, dat ze de looptijd van minnelijke schuldregelingen (Msnp) gelijk wil trekken aan die van de nieuwe Wsnp, die met ingang van 2024 moet ingaan. De doelstelling van het kabinet is dat het aantal huishoudens met problematische schulden (nu geschat op 600.000) in 2030 de helft lager is. De redenering is dat halvering van de aflosperiode drempelverlagend werkt bij het vragen van hulp.

Schouten wil daarnaast alle gemeenten saneringskredieten laten inzetten. Zij nemen dan de schulden over. Huishoudens met problematische schulden hebben dan nog te maken met één partij, namelijk de gemeente of de kredietbank. Om het risico van gemeenten af te dekken, had het kabinet eerder al een waarborgfonds ingesteld.

De NVVK, de vereniging van financiële hulpverleners, voerde een stevige lobby voor verkorting van de aflosperiode, zegt woordvoerder Auke Schouwstra. Na de verkorting van het traject via de rechter (anderhalf jaar) leek het er even op dat het minnelijke traject nog drie jaar zou blijven duren. Dat was volgens de voormalige vereniging van gemeentelijke kredietbanken lastig uit te leggen. Minister Schouten zag dat volgens Schouwstra ook in. 

‘Vandaar haar snelle stap om de Msnp mee te laten bewegen met de Wsnp.’ Maar dat zij zo snel met haar voornemen zou komen, had de voormalige vereniging van gemeentelijke kredietbanken niet zien aankomen. Gemeenten en schuldhulpverleners krijgen ermee te maken, maar ook schuldeisers. En niet te vergeten huishoudens met problematische schulden. ‘Al snel merkten NVVK-leden het effect van het voornemen van minister Schouten’, weet de NVVK-woordvoerder.

‘Hulpvragers verkiezen het toekomstige beleid boven het huidige, hulpverleners zijn onzeker wat ze precies kunnen aanbieden. Schuldeisers zien zich geconfronteerd met een waaier aan tussenoplossingen die gemeenten hen voorschotelen zolang er nog geen officiële ingangsdatum voor de verkorte aflossingstermijn is vastgesteld.’ Om te voorkomen dat het ruim een jaar stil blijft aan de schuldhulpbalies en om ervoor te zorgen dat eenheid in het beleid bewaard blijft, wordt de ingangsdatum voor de gehalveerde aflossingsperiode in de Msnp na overleg met de betrokken partijen nu vervroegd naar 1 juli 2023.

Forse hobbels

De vraag is nu wel: zijn gemeenten, als belangrijkste schakel in de keten, klaar voor de wetswijziging? ‘Beide veranderingen betekenen nogal wat voor betrokken partijen’, aldus Schouwstra. ‘Als we inderdaad in 2030 die halvering van het aantal mensen met proble matisch schulden willen bereiken, moet er enorm veel gebeuren. Met nog zeven jaar te gaan tot 2030 zouden we jaarlijks 85.000 huishoudens moeten helpen. Voor het beeld: er komen nu jaarlijks 20.000 mensen in een schuldregeling. Kun je nagaan hoe groot de inspanning is die van gemeenten gevraagd zal worden.’

In de uitvoering voorziet hij ‘nog andere forse hobbels’. De wijziging van de aflostermijn van de Msnp heeft mogelijk gevolgen voor lokale beleidsplannen en beleidsregels, als een aflostermijn van 36 maanden expliciet wordt genoemd. Die moeten als de wiedeweerga aangepast en de gemeenteraad moet daarover besluiten; in elk geval vóór 1 juli. Een open eind is verder of er een overgangsrecht komt en zo ja, voor welke gevallen.

Misschien moeten schuldeisers afgekocht worden, als ze een kortere aflossingsperiode krijgen

Auke Schouwstra

Schouwstra: ‘Hoe ga je om met inwoners die er al een deel van die periode erop hebben zitten? Kan je die vertellen: u hebt twaalf maanden achter de rug, nu volgen er nog maar zes in plaats van 24? Misschien moeten schuldeisers afgekocht worden, als ze een kortere aflossingsperiode krijgen. Wij hopen dat zo’n overgangsregeling er komt.’ Maar, waarschuwt hij: ‘Gemeenten moeten er zelf ook over nadenken hoe ze dit willen vormgeven. In de nieuwe situatie is naar onze overtuiging meer nazorg nodig, bijvoorbeeld een periode van begeleiding of budgetcoaching. Nu eindigt meestal het traject als de schuldregeling voorbij is. Dat heeft voor gemeenten financiële consequenties.’

Schuldeisers zijn volgens Schouwstra meestal bereid mee te werken aan het nieuwe schuldhulpbeleid, maar stellen steeds nadrukkelijker als voorwaarde dat burgers die net schuldenvrij zijn, niet na een paar maanden opnieuw betalingsachterstanden hebben. ‘De opdracht richting gemeenten om te zorgen voor een duurzame financiële gezondheid wordt eigenlijk alleen maar sterker.’

Sentiment

De Arnhemse wethouder Mark Lauriks (Bestaanszekerheid en Leefbare Wijken, PvdA) is blij met de halvering van de aflosperiode. Niet alleen inwoners, maar ook schuldeisers weten dan volgens hem sneller waar ze aan toe zijn. Zijn gemeente voert – met nog een aantal gemeenten – een relatief ruimhartig schulden- en armoedebeleid. Zo worden sinds 2020 na een betalingsregeling van drie jaar schulden kwijtgescholden die inwoners bij de gemeente zélf hebben. Inmiddels heeft de gemeente meer dan een miljoen euro aan uitstaande vorderingen afgeboekt.

Hoe eerder ook de klokken van de Wsnp en de Msnp gelijk lopen, des te liever is het hem. ‘Als dat is gefikst, kunnen wij alle aandacht aan hulpverlening geven’, aldus Lauriks. Onderdeel daarvan is dat Arnhem de schuldhulpverlening zelf weer ter hand neemt, nadat die jaren was uitbesteed aan het commerciële bedrijf PLANgroep. Door slechte dienstverlening dreef dat veel inwoners met schulden in het nauw. ‘Door de schuldhulpverlening weer zelf uit te voeren, denkt onze gemeente die beter te kunnen verbinden aan de rest van het sociaal domein en vlot en flexibel op nieuwe ontwikkelingen in te springen’, verwacht hij.

De aanvankelijke vrees dat inwoners schulden op hun beloop laten tot de wetswijziging ingaat, vindt Lauriks ‘niet het juiste sentiment’. Bij zijn weten speelt dat in Arnhem niet. ‘Mijn verwachting is dat de meeste mensen met schulden niet berekenend met de verandering in de schulphulpverlening zullen omgaan. Dat kúnnen ze ook helemaal niet. Vaak vinden ze pas na een jaar of vijf de weg naar schuldhulpverlening, puur omdat ze geen andere weg meer zien. Ze hebben heus al geprobeerd het zelf op te lossen. Ze balanceren met hun schulden bij de verhuurder en de zorgverzekeraar en vullen het ene gat met het andere. Of ze doen een beroep op familie en anderen. Ik zie deze mensen hun problemen niet voor zich uitschuiven. Een schuldhulptraject brengt verlichting, duidelijkheid en toekomstperspectief.’

Dikke bult

Lauriks zou graag zien dat anders naar het fenomeen schuld wordt gekeken. Ook door overheden, zegt hij erbij. De gedachte is nog vaak “eigen schuld, dikke bult”. Schuld en schuldig worden als het aan hem ligt losgekoppeld: ‘Een groeiend aantal mensen in Nederland komt niet rond, of ze nu loon hebben of een bijstandsuitkering. Voor tegenslag kunnen die inwoners niet sparen.’ Hij vindt dat nu het momentum is voor verandering van het schuldhulpsysteem.

Een groeiend aantal mensen in Nederland komt niet rond

Mark Lauriks

‘Maar dan moeten we het ook meteen goed doen. Met kortere aflostrajecten wordt zowel de voorkant als de achterkant belangrijker. Je wilt voorkomen dat schuldhulpverlening überhaupt nodig is. Aan de voorkant moet je de factoren die tot die schulden hebben geleid uit de weg ruimen. Dus nog meer doen aan preventie en vroegsignalering. Dat zal naar mijn overtuiging de groeiende schuldproblemen in Nederland verkleinen.’ 

Geen dure budgethulp, maar digitaal huishoudboekje

Omdat budgethulp relatief duur is en veel tijd kost, kunnen gemeenten innovatieve en minder arbeidsintensieve vormen van begeleiding. Zo biedt een groeiend aantal gemeenten een door Utrecht ontwikkeld digitaal (open source) ‘huishoudboekje’ aan, voor inwoners die extra ondersteuning nodig hebben. Inkomsten (loon, uitkering, toeslagen) komen binnen op de rekening van de gemeente. Gebruikers ontvangen als leefgeld het bedrag dat overblijft op hun rekening, terwijl de gemeente hun vaste lasten betaalt.

De applicatie is onder meer ontworpen voor statushouders, die het Nederlands onvoldoende machtig zijn en weinig kennis hebben van het € nanciële systeem. Van hen is bekend dat zij extra risico lopen op schuldproblemen. De wet verplicht gemeenten hen het eerste jaar te ‘ontzorgen’ en hun vaste lasten te betalen gedurende de eerste zes maanden. Utrecht gebruikt het huishoudboekje ook voor enkele honderden andere inwoners die begeleiding nodig hebben.

Inwoners met een laag inkomen hebben vaak verschillende inkomsten (uitkering of salaris, huurtoeslag, zorgtoeslag) die op verschillende momenten in de maand binnenkomen. Sommige inwoners (bijvoorbeeld zzp’ers, werkenden met een nul-uren contract) hebben wisselende inkomsten en vinden het lastig om door de maand heen inkomsten opzij te zetten om de vaste lasten te betalen, is de ervaring van de gemeente Utrecht. Dan helpt het huishoudboekje. De applicatie is niet bedoeld voor inwoners met grote betalingsachterstanden en/of problematische schulden, of mensen die onder beschermingsbewind staan.

De NVVK is enthousiast over het huishoudboekje, zegt een woordvoerder. ‘Voor een deel van de doelgroep is het een uitkomst. Als gemeente ben je er niet al te veel tijd mee kwijt en bied je toch op een doeltre. ende manier extra begeleiding.’ Bij het huishoudboekje hoort een bu. er, waarmee eventuele schommelingen in het inkomen kunnen worden opgevangen. Als inwoners tijdelijk een klein tekort hebben, schiet de gemeente hen geld voor.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie