Advertentie
sociaal / Ingezonden

CRvB staat discriminatie studenten voor energietoeslag ten onrechte toe

De bestuursrechter gaat helemaal mee in de cijferbrij van de gemeente Amsterdam.

12 maart 2024

In Amsterdam hebben kamerbewoners die niet studeren recht op een energietoeslag van 1.800 euro. Kamerbewoners die wél studeren krijgen niets. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) vindt dit blijkbaar gerechtvaardigd. De consequenties van falend beleid komen niet voor rekening van de gemeente, maar voor de student. Dit is in strijd met het gelijkheidsbeginsel en evenredigheidsbeginsel, betoogt jurist en bijstandsexpert Willy Heesen.   

In 2022 werd een student de deur gewezen toen hij bij de gemeente de energietoeslag aanvroeg. De aanvraag werd afgewezen omdat studenten zijn uitgesloten van deze financiële toelage. Onterecht, oordeelde de rechtbank Amsterdam in februari 2023 in een andere zaak. De categoriale uitsluiting van studenten is in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Het Amsterdamse college kwam in maart 2023 met nieuwe voorwaarden. Zo moeten studenten beschikken over een energiecontract op naam. Opvallend, want deze voorwaarde geldt niet voor andere minima.

Toch vindt de CRvB de ongelijke behandeling van studenten gerechtvaardigd. De hoogste bestuursrechter in socialezekerheidszaken meent namelijk dat de kans op overcompensatie bij studenten groot/groter is.

Opmerkelijk is dat de aanvraag uit 2022 wordt afgewezen op grond van beleid dat pas in maart 2023 is opgesteld. In een dergelijke situatie dient de aanvraag te worden beoordeeld naar de regels die gelden ten tijde van de aanvraag. Als blijkt dat de aanvraag op onterechte gronden is afgewezen, dient de aanvraag, bij gebreke aan andere afwijzingsgronden, te worden toegekend. Natuurlijk mag de gemeente de beleidsregels aanpassen. Maar voor zover deze in de concrete situatie niet begunstigend zijn, dient toepassing met terugwerkende kracht achterwege te blijven.

De overcompensatie is derhalve niet gevolg van het feit dat veel studenten op kamers wonen, maar van falend gemeentelijk beleid

Daar gaat de CRvB echter volledig aan voorbij. Terwijl dat voor de beoordeling van de evenredigheid (voorkomen van onnodig nadelige gevolgen) wel relevant is. Vervolgens gaat de bestuursrechter helemaal mee in de cijferbrij van de gemeente, die discriminatie van studenten zou rechtvaardigen. Maar de CRvB hoort te oordelen of zowel het beleid als het besluit voldoet aan de eisen van evenredigheid. En dat is niet het geval.

Het is niet onredelijk om te stellen dat de stijging van energielasten bij kamerbewoners minder zal zijn dan bij mensen die groter wonen, maar dat is een verschil in woonruimte en geen verschil tussen studenten en andere minima. Een dergelijk verschil rechtvaardigt een differentiatie in de hoogte van de toekenning, niet in de aanvrager. Waarom zou je aan kamerbewoners evenveel energietoeslag betalen dan aan bewoners die veel groter wonen?

Maar Amsterdam maakt dat verschil niet. Ook kamerbewoners komen in aanmerking voor een energietoeslag van 1.800 euro. Gelet op het aparte beleid dat alleen voor studenten geldt, kan de situatie ontstaan dat in dezelfde woning de ene kamerbewoner die niet studeert 1.800 euro ontvangt en de andere kamerbewoner die wel studeert helemaal niets krijgt. En de CRvB vindt dat gerechtvaardigd. 

De overcompensatie is derhalve niet het gevolg van het feit dat veel studenten op kamers wonen, maar van falend gemeentelijk beleid. Vervolgens komen de consequenties van dit beleid niet voor rekening van de gemeente, maar voor de student. De CRvB merkt verder nog op dat ‘het college op zeer korte termijn een complexe socio-economische afweging moest maken’. Erg meelevend, maar ook dat kan de ondermijning van grondrechten natuurlijk niet rechtvaardigen. Nog afgezien dat van een dergelijke situatie helemaal geen sprake is als het beleid pas één jaar na invoering van de energietoeslag wordt opgesteld.

Willy Heesen is juridisch adviseur en expert op het gebied van de Participatiewet. Met twee auteurs schreef hij onder andere het boek ‘De bijstand in praktijk’.

De volledige uitspraak van de CRvB is hier te lezen (29 februari 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:304).

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie