Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Rli: Afwegingsruimte gemeente niet goed in Omgevingswet

Dat stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Vernieuwing omgevingsrecht: maak de ambities waar’

03 december 2015

In de uitvoeringsregels (AMvB’s) van de Omgevingswet is nog niet goed geregeld dat gemeenten meer eigen afwegingsruimte krijgen in beslissingen over de leefomgeving. Het is nog onzeker of de wet het werkelijk eenvoudiger en beter maakt voor burgers, bedrijven en gemeenten.

Doelstelling wet

Dat stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Vernieuwing omgevingsrecht: maak de ambities waar’ dat vandaag wordt aangeboden aan minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. De raad vindt het belangrijk dat gemeenten meer ruimte krijgen om hun eigen brede afweging te maken als zij besluiten over ruimtelijke projecten. Dat is ook een van de doelstellingen van de Omgevingswet, zegt Niels Koeman, raadslid van de Rli en opsteller van het advies.


Onvoldoende uitgewerkt

‘Maar in de conceptteksten van de Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s), zoals die nu voorliggen, zien wij dat onvoldoende terug. Daar zit toch weer een veelheid aan regels en procedures in die belemmerend kunnen werken. Straks heb je alles overhoop gehaald met deze Omgevingswet, en zijn we niets opgeschoten.’ Afwegingsruimte ontstaat niet door er enkel lippendienst aan te bewijzen; de instructieregels in de AMvB’s zelf dienen deze ruimte nadrukkelijk te scheppen, stelt de Rli.

Balansbepaling

Een belangrijke vraag is volgens de raad hoe gemeenten kunnen besluiten over projecten die weliswaar per saldo de omgevingskwaliteit verbeteren, maar die één of meer (milieu)normen overschrijden. Om daarin een goede afweging te kunnen maken, moeten begrippen en procedures uniform en vergelijkbaar zijn. Ook zouden gemeenten moeten beschikken over een balansbepaling, stelt de Rli. Ze kunnen dan letterlijk de balans opmaken, legt Koeman uit. ‘Als je woningen bouwt bij een bedrijventerrein, zullen die bewoners meer geluidshinder ervaren dan is toegestaan. Maar voor de volkshuisvesting, de leefbaarheid en de economie kan het project een impuls zijn. Met een balansbepaling die de plussen en minnen in beeld brengt, kan een gemeente een afgewogen besluit nemen. Een gemeente moet daarbij investeren in onderzoek en inspraak en het besluit kunnen verantwoorden.'

Omgevingsplan kan beter 

Ook over de invulling van het omgevingsplan – de opvolger van het bestemmingsplan – is de Rli nog niet tevreden. Koeman vreest dat het plan in veel gemeenten niet veel meer zal zijn dan een nietje door de grote stapel huidige verordeningen en voorschriften over de leefomgeving. Het Rijk moet ervoor zorgen dat het omgevingsplan daadwerkelijk een nieuw instrument wordt dat de lokale onderhandelingen tussen overheid, initiatiefnemers en burgers ondersteunt, stelt de raad. Koeman: ‘Daarom stellen wij voor om te werken met planafspraken. Het gemeentebestuur legt daarin niet alleen de bestemming vast, maar maakt ook afspraken over het realiseren van publieke voorzieningen of een betere omgevingskwaliteit. Hier willen we bouwen, daar ruimte voor natuur.’

Burgerparticipatie 

Een gemeentelijke omgevingsvisie biedt daarvoor een belangrijk houvast. De raad is dan ook blij dat de Tweede Kamer deze zomer besloot om die ook voor gemeenten verplicht te stellen. Hoewel de Kamer bij de wetsbehandeling ook veel aandacht vroeg voor de rol van de burger, is daar in de uitvoeringswetten nu nog niet genoeg voor geregeld, vindt de Rli. In de wet moeten alsnog garanties worden opgenomen over burgerparticipatie bij het begin van een project, vindt de raad. Vroege participatie kan worden beloond met een snellere rechtsgang, zegt Koeman. ‘Als een initiatiefnemer aan de voorkant van een project zorgt voor goede afstemming met burgers, kun je afspreken om de gang naar de rechtbank over te slaan en gelijk naar de Raad van State te gaan bij eventuele bezwaren. Dan is er ook snel duidelijkheid over het plan.’

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Henk de Visser / beleidscoördinator
De afwegingsruimte m.bt ruimtelijke kwaliteit zou twee kanten moeten kunnen opwerken. Grotere vrijheid in gebieden waar dat kan en meer op kwaliteit gerichte regels waar dat mogelijk is. Daarbij gebruik maken van instrumenten die landelijk uniform zijn, maar het aan de gemeente overlaat deze toe te passen. Wijken , linten of straten die een cultuurhistorische kwaliteit hebben, moeten door de gemeente kunnen worden aangewezen als gemeentelijk stads of dorpsgezicht en in deze gebieden moeten gelijk de rijksbeschermde gezichten moeten de gemeenten zelf kunnen bepalen of de landelijke regels voor vergunningvrij bouwen ook in deze gebieden al dan niet toegepast worden. In het omgevingsplan kan de gemeente dan in een gebied met cultuurhistorische waarden aangeven dat voor allen bouwactiviteiten een omgevingsvergunning nodig. Dit biedt de gemeente ruimte daadwerkelijk op kwaliteit te sturen.
Niek / jurist
Ik vermoed dat het helemaal niet gemakkelijker wordt met de Omgevingswet. Bovendien vergeet het bedrijfsleven 1 ding namelijk dat waar de overheid terugtreedt, de civiele rechter het voor het zeggen krijgt. De tijden van Bakker Krul komen dus weer terug. Met andere woorden, elke omwonende kan (met b.v. een rechtsbijstandverzekering) een hinder veroorzakend bedrijf lam leggen. Moet je daar blij van worden?
Joop
Den Haag kennende wordt dit weer een nieuw gedrocht.
Advertentie