Nog veel huiswerk voor Omgevingswet
Zijn gemeenten medio 2019 klaar voor het Digitale Stelsel Omgevingswet? Omgevingswetprofessionals van gemeenten en omgevingsdiensten hebben daar sterke twijfel over. Het kennisniveau over de Omgevingswet verschilt sterk per organisatie en de cultuurverandering vraagt meer tijd. Binnenlands Bestuur peilde onder lezers de laatste zorgpunten over de Omgevingswet.
Zijn gemeenten medio 2019 klaar voor het Digitale Stelsel Omgevingswet? Omgevingswetprofessionals van gemeenten en omgevingsdiensten hebben daar sterke twijfel over. Het kennisniveau over de Omgevingswet verschilt sterk per organisatie en de cultuurverandering vraagt meer tijd. Binnenlands Bestuur peilde onder lezers de laatste zorgpunten over de Omgevingswet.
Niet gerust op digitalisering
Ze zijn er in meerderheid niet gerust op dat de digitalisering, de structuur- en de cultuurverandering die nodig zijn voor de Omgevingswet medio 2019 gereed zijn. Driehonderd publieke professionals die zich bezighouden met de komst van de Omgevingswet (hoofdzakelijk uit gemeenten en omgevingsdiensten) vulden in februari een vragenlijst in van Binnenlands Bestuur. Daarin werd gevraagd hoe zij de voortgang inschatten in hun organisatie rondom de Omgevingswet. Zo moeten gemeenten en provincies bij de inwerkingtreding kunnen werken met de nieuwe juridische instrumenten die de wet introduceert, zoals het omgevingsplan en de omgevingsvisie. Spannend is vooral of hun systemen klaar zijn voor het nieuwe Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO), een ICT-hoogstandje waarbij vergeleken de invoering van het Omgevingsloket Online bij de vorige stelselwijziging (de Wabo in 2010) een peulenschil was. Bijna de helft denkt dat de digitalisering in hun organisatie niet op tijd klaar is voor het DSO. Tel daarbij de 34 procent “enigszins bezorgden” en het beeld tekent zich af dat vier op de vijf professionals uit de peiling niet gerust is op het tempo van de digitalisering.
Kennisniveau: 5, 56
Naast de ICT-processen zien de invullers van de vragenlijst nog uitdagingen voor de eigen organisatie. Gevraagd naar het kennisniveau over de Omgevingswet, geeft bijna de helft van de respondenten een onvoldoende (rapportcijfer 5 of lager). Daar staat tegenover dat de andere helft al heel tevreden is over het kennisniveau. Voor 44 procent is het cijfer 6 of 7 van toepassing en dan is er nog een handvol toppers die meent dat de kennis in huis nu al uitmuntend is. Gemiddeld komt het kennisniveau uit op de kleinst denkbare voldoende: een 5,56. Wat in elk geval een half punt hoger is dan vorig jaar, toen Binnenlands Bestuur in een enquête dezelfde vraag stelde.
Organisatieverandering nodig
Verder stelt tachtig procent van de ondervraagden in de enquête dat een organisatieverandering nodig is om de Omgevingswet goed te kunnen uitvoeren. Het merendeel heeft het dan over zowel de structuur van de organisatie als over de cultuur van werken. Over de structuurverandering hebben de ondervraagden wel beduidend minder zorgen: een derde verwacht dat hun organisatiestructuur over twee jaar klaar is om te gaan werken met de nieuwe instrumenten van de Omgevingswet. Een kwart vraagt zich dat ernstig af en de grote middengroep (41 procent) maakt zich er een beetje zorgen over.
Negatiever over cultuur
Het beeld kleurt negatiever als wordt gevraagd naar cultuur. De Omgevingswet vraagt met integrale besluitvorming en uitnodigingsplanologie om een andere werkcultuur. Zowel binnen de muren van het gemeentehuis of de omgevingsdienst, als met de samenleving daarbuiten. Op de vraag of hun organisatie daar klaar voor is in 2019, zegt slechts een op de vijf ja. De andere invullers hebben daar enigszins (43 procent), aanzienlijk (28 procent) of grote zorgen over (10 procent). Ze zien vooral de gebrekkige samenwerking tussen de verschillende beleidsafdelingen of tussen overheden als een lastige hindernis. “Veel collega's hebben toch wel moeite om buiten hun eigen domein te kijken” vat de toon van veel reacties aardig samen.
Ultrakorte lijntjes
Dat is niet eenvoudig, stellen anderen: “Bestemmingplanmakers en behandelaars van vergunningaanvragen leven in twee, haast strikt gescheiden werelden, waarbij nauwelijks sprake is van samenwerking, laat staan wederzijds respect.” Een andere respondent constateert dat een ingezette organisatieverandering, ook vanwege de nieuwe Omgevingswet, geen voordelen of duidelijkheid heeft opgeleverd. Een positief geluid over cultuurverandering klinkt uit kleine gemeenten, “waar de lijntjes ultrakort zijn. We weten elkaar nu ook al goed te vinden.” En dan zijn er de pragmatici. “In de regel wordt te veel verwacht van organisatieveranderingen of cultuuromslagen. Laat de professionals gewoon hun werk doen.”
Verantwoording
Binnenlands Bestuur stuurde in februari een vragenlijst uit onder 10.000 lezers van het vakgebied ruimte en milieu met als onderwerp ‘De laatste zorgpunten van de Omgevingswet’. De enquête stond twee weken open. 301 personen vulden de vragenlijst (volledig) in. Van de invullers is ruim 80 procent als ambtenaar werkzaam bij gemeente, omgevingsdienst of veiligheidsregio, circa 10 procent is gemeentebestuurder/raadslid en de rest werkt bij provincie, private sector of waterschap. Invullers zijn afkomstig uit zowel kleine, middelgrote als grote gemeenten, waarbij 100.000-plusgemeenten zijn oververtegenwoordigd (39 procent).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.