Bibob-adviezen vaak stempel ‘ernstig gevaar

Van alle binnengekomen screening-aanvragen bij het Landelijk Bureau Bibob (LBB) is na onderzoek in ruim een op de drie gevallen sprake van ‘ernstig gevaar’. Veruit de meeste adviezen hebben betrekking op de horecasector. 

Dat blijkt uit het jaarverslag 2016 van het Landelijk Bureau Bibob. Het bureau toetst bij vergunning- en subsidieaanvragen, aanbestedingen en vastgoedtransacties (rechts)personen en organisaties op hun integriteit. Dat gebeurt om te voorkomen dat de overheid criminele activiteiten faciliteert. Als er een ernstig gevaar blijkt te bestaan dat de aanvrager crimineel verkregen vermogen aanwendt in het licht van zijn bedrijfsvoering, dan kan de betreffende overheidsinstantie weigeren om met hem in zee te gaan.

In 2016 heeft het Bureau in totaal 332 aanvragen voor een advies en 35 aanvragen voor een aanvullend advies in behandeling genomen. De LBB-adviezen zijn onder te verdelen in de mate van gevaar dat de beschikking mede zal worden gebruikt om crimineel verkregen vermogen te benutten of om strafbare feiten te plegen. Het LBB constateerde in 2016 116 maal een ernstig gevaar, in 28 gevallen een mindere mate van gevaar en 93 keer concludeerde het LBB dat er geen gevaar in de zin van de Wet Bibob is gebleken. De cijfers zijn vergelijkbaar met die van 2015.

De aanvragen komen uit alle regio’s van het land. Van de adviesaanvragen komen evenals in 2015 geografisch gezien de meeste aanvragen van bestuursorganen uit de provincie Noord-Brabant, gevolgd door Zuid-Holland en Noord-Holland. Het minst aantal adviesaanvragen komt uit de provincie Flevoland. Opvallend is volgens het LBB dat van bestuursorganen vanuit de provincies Groningen en Gelderland substantieel meer aanvragen zijn binnengekomen dan voorgaande jaren. Het LBB spreekt zelfs van een ‘flinke stijging.’

In 2016 bestaat de top vijf van de adviesaanvragen uit de sectoren horeca (151), bouw (18), coffeeshops (15), milieu (14) en seksinrichtingen (12).