Advertentie
digitaal / Column

Weer een blunder van de toezichthouder!

Toezichthouders zijn als het Nederlandse weer: iedereen heeft er een mening over en het is niet snel goed.

26 februari 2024
Kind in regenlaarzen stampend in een modderpoel
Goed weer? Ligt eraan aan wie je het vraagt.Shutterstock

Beste bestuurder in het openbaar bestuur,

Welke toezichthouder verdient wat u betreft een prijs voor de toezichtsblunder van de maand? Wie heeft door een rietje naar de wereld gekeken en een buitensporig hoge boete opgelegd, terwijl er veel ergere zaken niet werden aangepakt? Welke toezichthouder heeft zich geprofileerd over de rug van andere overheidsorganisaties die wél iets beters te doen hebben dan anderen de maat nemen?

Minstens zo erg: toezichthouders die wel blaffen maar niet kunnen bijten, oftewel papieren tijgers. Wat denkt zo’n toezichthouder zélf dat er met een ‘kritische rapport’ gebeurt?  Verwachten ze misschien dat u of de Tweede Kamer er wakker van ligt? En is dat zo?

Voorbeelden genoeg van toezichthouders die uit de bocht vliegen of er een verkeerde prioriteit op nahouden, als ik de media en sommige LinkedIn-posts mag geloven.

Maar als ik vraag om een actie van een toezichthouder te noemen die wél gepast en ‘sterk’ is, heeft u dan ook een voorbeeld?

Enkele maanden geleden heb ik tijdens een presentatie in een goed gevulde collegezaal de toehoorders gevraagd om voorbeelden te noemen van ‘topacties’ van toezichthouders. Alle toezichthouders mochten als voorbeeld gebruikt worden; nationaal of internationaal, van het Staatstoezicht op de mijnen tot de Franse Voedsel- en Warenautoriteit. Anderen uit de zaal mochten hier vervolgens op reageren.

  • ‘Best practice’ nummer één was een forse boete aan een bestuursorgaan. Volgens de aangever meer dan terecht was omdat betrokkenen werkelijk schade hadden geleden.

Echter, de zaal vond de boete rijkelijk laat. Als de toezichthouder eerder had ingegrepen waren er niet onnodig veel nieuwe slachtoffers bij gekomen. Dus die viel af.

  • Goed voorbeeld twee was een besluit van een toezichthouder dat door de aangever als helpend en ‘mooi’ werd werd vanwege de zeer welkome normuitleg. 

Vanuit de zaal werd tegengeworpen dat deze normuitleg alleen interessant is voor een handvol juristen dat op de vierkante millimeter opereert. ‘De burger’ had er nu weinig of niets aan, dus de toezichthouder had de energie beter op iets anders kunnen richten. Dit voorbeeld viel ook af.

  • Voorbeeld drie was een boete voor een bedrijf dat onrechtmatig bepaalde software zou hebben ingezet.

De zaal was het in ieder geval erover eens dat het goed was dat dit bedrijf eindelijk eens van iemand een tik kreeg. Echter, ook dit bleek geen goed voorbeeld want een rechter heeft inmiddels geoordeeld dat deze toezichthouder helemaal niet bevoegd was om deze boete op te leggen. Zonde van de tijd en energie dus.

Ik zal u de andere voorbeelden besparen, maar de trieste uitkomst was dat er geen één voorbeeld overbleef dat volgens de hele zaal een geslaagde actie van de toezichthouder was.

Er was wel consensus over feit dat de toezichthouder het niet goed deed, maar verrassend genoeg vaak gebaseerd op elkaar uitsluitende gronden. De één noemde het mosterd na de maaltijd, en de ander prematuur, maar allebei vonden ze moment van ingrijpen door de toezichthouder verkeerd! Diezelfde verwarrende feedback kwam terug in tegenstellingen als te strikt versus te begripvol en te streng versus te slap. Het wordt al snel een gesprek over waartoe toezichthouders op aard’ zijn: het sterken van burgers zodat zij hun rechten kunnen uitoefenen? Het aanpakken van grote bedrijven? Het trekken van een grens? En houd je met boetes de nieuwe cowboys uit te markt of val je onbedoeld vooral de organisaties lastig die toch al hun best doen zich aan de regels te houden? Zijn boetes aan overheden ‘weggegooid belastinggeld’ of juist een terechte ultieme maatregel om de overheid scherp te houden?

De conclusie is duidelijk: je doet het als toezichthouder eigenlijk nooit volgens iedereen goed. Uw FG zal dit als intern toezichthouder op de naleving van de AVG vast herkennen. Collega’s teleurstellen of last bezorgen is helaas een onlosmakelijk onderdeel van het FG-schap.

Een toezichthouder gaat niet voor de populariteitsprijs en moet tegen wat weerstand kunnen. De realisatie dat je je succes en werkgeluk niet kunt laten afhangen van de goedkeuring van ‘iedereen’ brengt echter ook een zekere vrijheid en rust met zich mee. Dat ontslaat toezichthouders overigens niet van de opdracht een duidelijk prioriteringsbeleid te voeren en contentieus te werken.

Het helpt enorm als kritiek niet op de persoon maar op de inhoud gespeeld wordt. U heeft daar als bestuurder een voorbeeldfunctie in. Hoe ú met ons omgaat, zet de toon voor de rest van de organisatie. Een respectvolle omgang is overigens iets anders dan adviezen overnemen. Dat maakt het misschien wat aantrekkelijker om inderdaad voor uw FG de deur altijd open te zetten. Vervolgens is het aan de fortuinlijke FG’s (zoals ikzelf) om hier geen misbruik van te maken. Dat je met de hoogste in rang ‘mag’ praten, wil niet zeggen dat je dat steeds zou moeten willen doen.

Wanneer u de volgende keer iets leest over een actie van welke toezichthouder dan ook en denkt: ‘Die boete is ook veel te hoog, te laag, te vroeg, te laat, te snel, te makkelijk, te symbolisch, et cetera’, weet dan dat waarschijnlijk net zoveel mensen die precies het tegenovergestelde vinden óók balen van het toezicht. In die zin zijn toezichthouders als het Nederlandse weer: een geweldig gespreksonderwerp omdat ieder er het zijne van vindt en we het nooit echt eens hoeven zijn.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie