Digitale burgerpanels nog steeds in opmars
De afgelopen jaren is het aantal burgerpanels flink gegroeid. Inmiddels heeft een op de drie gemeenten een digitaal burgerpanel. Door onder meer gemeentelijke herindeling zal het aantal naar verwachting verder toenemen.
Een op de drie gemeenten heeft een digitaal burgerpanel. De afgelopen jaren is het aantal burgerpanels flink gegroeid en zal naar verwachting de komende jaren verder toenemen. Onder meer door gemeentelijke herindelingen.
Van de 403 gemeenten hebben er nu 123 een digitaal burgerpanel. Zes jaar geleden waren dat er 60 (op toen nog 443 gemeenten). In 2011 stond de teller op 87 (op 418 gemeenten). Dat blijkt uit een inventarisatie van I&O Research op gemeentelijke websites.
Laagdrempelig
De toename verklaart Thijs Lenderink van I&O Research onder meer in de relatieve laagdrempeligheid van het instrument. Een online enquête is niet moeilijk te organiseren, kost weinig inzet van menskracht en is relatief arbeidsextensief. ‘Zeker in vergelijking met het organiseren van bewonersavonden.’
Toenemende behoefte
Volgens Lenderink is er ook een toenemende behoefte; van zowel burgers als vanuit de politiek. ‘Burgers vinden het leuk om mee te doen; ze willen graag hun mening geven over onderwerpen die in de politiek spelen.’ Vanuit de raad is er steeds vaker de behoefte om de mening van de inwoners – snel − te peilen. ‘Je moet het niet als referendum zien, maar meer als het peilen van de temperatuur van het badwater.’ Bijkomend voordeel van burgerpanels is dat de doorlooptijd van een online enquête kort is. De reacties komen veelal snel binnen en de resultaten zijn rap verwerkt. Daarnaast hebben gemeenteraden er de afgelopen jaren bij hun colleges op aangedrongen iets met burgerparticipatie te doen.’
Hoge respons
De respons op enquêtes is over het algemeen hoog. ‘Het hangt wel van het onderwerp af, maar de respons ligt vaak tussen de 50 en 80 procent.’ Vragen over verkeersveiligheid kunnen steevast op een hoge respons rekenen, is de ervaring van Lenderink. Hoe abstracter het onderwerp is, hoe minder panelleden reageren.
Omvang gemeente
Grotere gemeenten hebben vaker een digitaal panel dan kleinere, zo blijkt verder uit de inventarisatie. Van de 29 gemeenten van meer dan 100.000 inwoners heeft alleen Westland geen panel. Ook in gemeenten tussen de 50.000 en 100.000 inwoners in de paneldichtheid hoog; twee op de drie gemeenten bevraagd zijn inwoners regelmatig via een digitale vragenlijst. 28 procent van de gemeenten van 20.000-50.000 inwoners heeft een burgerpanel. Gemeenten tot 20.000 inwoners blijven op 8 procent steken.
Herindelingen
‘Dat kan te maken met de afstand tussen burger en politiek. In kleinere gemeenten is die afstand over het algemeen kleiner’, aldus Lenderink. Politici worden simpelweg op straat aangesproken. Ook het ontbreken van ambtelijke capaciteit kan een oorzaak zijn. Bij gemeenten van rond de 25.000 inwoners merkt hij dat men zich meer senang voelt bij inwonersavonden. Door gemeentelijke herindelingen verwacht Lendrink ook de komende jaren een verdere groei van het aantal burgerpanels. Getracht wordt burgers op deze manier te blijven betrekken bij de gemeentepolitiek.
Frequentie
Een succesfactor bij goed draaiende digitale burgerpanels is de frequentie. ‘Zorg er voor dat je de panelleden zeker drie keer per jaar prikkelt met een enquête. Je kunt haast niet te veel peilen’, is de ervaring van Lenderink. Als gemeenten het panel te weinig inzetten, is de kans op mislukking groot. ‘Mensen haken af als ze niet worden gestimuleerd. Je moet een panel niet eens in de twee jaar benaderen.’ Het terugkoppelen van de resultaten is eveneens van belang. Ook moet duidelijk zijn wie het onderzoek doet: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of het ambtelijk apparaat.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.