Rechter: beledigen wethouder toegestaan
Het Almelose raadslid Gerwin Kamphuis mag van de politierechter zeggen dat het college een maffiabende is en dat de wethouder een dikke bakkes heeft.
Maffiabende
Kamphuis reageerde in 2009 op de website van TC Tubantia op het functioneren van CDA-wethouder Anton Sjoers. Hij noemde het college een maffiabende en zei dat Sjoers een dikke bakkes had. Sjoers deed aangifte van belediging en Kamphuis moest 400 euro boete betalen. Hij weigerde dit en liet de zaak voorkomen bij de politierechter. Die oordeelde dat de belediging in het huidige politieke klimaat toelaatbaar is.
Paus
Persrechter Martijn van Wees wijst erop dat bovengenoemde termen door de politierechter weliswaar als beledigend worden gezien, maar in de wet een reden tot strafuitsluiting staat, namelijk als het een oordeel over behartiging van openbare belangen is en niet onnodig grievend. ‘Kennelijk is dit onderdeel van het publieke debat. Hij deed de uitspraken ook namens een politieke beweging. In dat geval moet je kijken wat gebruikelijk is. In de Tweede Kamer worden ook stevige bewoordingen gebruikt. Als lokale politiek moet je dan niet roomser zijn dan de paus.’
Volgend
Nederland was voor de rechter de maatstaf voor het politieke klimaat, maar Van Wees vindt het moeilijk te zeggen of we kunnen concluderen dat de beoordeling van deze termen straks ook voor andere beledigingen telt of maatgevend is voor hoe ver politici kunnen gaan. ‘De rechter wilde geen precedent scheppen, maar volgend zijn.’ Of een politicus verder kan gaan dan de man in de straat valt ook moeilijk te zeggen. ‘Het is moeilijk hier een algemene uitspraak van te maken.’ Dat Kamphuis ten tijde van zijn uitspraken tijdelijk ambtenaar was, is niet meegewogen in de zaak. ‘Ten tijde van zijn uitspraak schreef Kamphuis wel dat morgen zijn laatste dag als ambtenaar zou zijn.’
Knettergek
Kamphuis, die nu als eenmansfractie in de Almelose raad zit met de Lijst Kamphuis Almelo, is tevreden met de uitspraak. ‘Terechte uitspraak. De motivatie van de rechter was dat mijn uitspraken niet beledigend genoeg waren en binnen het toelaatbare. Mijn opmerkingen waren ook niet beledigend bedoeld, maar wel met lading.’ Hij beaamt dat de rechter sprak over het huidige politieke klimaat, waarin de uitspraken passen. ‘Dat had ik zelf niet bedacht, maar als Geert Wilders in de Tweede Kamer een minister voor knettergek kan uitmaken, dan valt dit nog wel mee. Ik had het ook over het college in het algemeen, het was niet op de man. Meer als knipoog bedoeld.’
Diplomatieker
Het feit dat belediging in het huidige politieke klimaat voorkomt is misschien nog wel erger dan dat dit lijkt, vindt Kamphuis. ‘Het ging mij om het beleid niet om de persoon zelf.’ Hij benadrukt dat hij nog geen raadslid was toen hij de uitspraken deed. Sindsdien heeft hij zich niet meer bediend van dergelijke woorden. ‘Ik spreek nu wat diplomatieker, maar wel met dezelfde lading.’ Zijn opmerkingen hebben misschien wel meegewerkt in zijn verkiezing tot raadslid, denkt hij. ‘Je bent dan toch in de publiciteit.’ Juist in de politiek moeten zulke uitspraken kunnen, vindt Kamphuis. ‘De grens daarvoor ligt in de politiek toch iets hoger dan tegen de gemiddelde burger.’ Er volgt ook geen hoger beroep in de strafzaak, vertelt hij. ‘Het OM vroeg zelf om ontslag van strafvervolging.’
1. de ernst van de door hem geuite kwalificaties ("maffiabende", "dikke bakkes");
2. de mate van juistheid van de kwalificaties;
3. als de kwalificaties niet juist zijn, hoe ernstig zijn dan de consequenties van het gebruik van deze woorden voor degenen die door de gebruiker zo zijn aangeduid.
In dit geval zou ik zelf, intuïtief, de geuite woorden ook niet strafbaar vinden. Maar kennelijk was de rechter een beetje te bang om er met een nuchtere bril naar te kijken, en kwam dus met "het politieke klimaat" op de proppen (in navolging van zijn bange collega's in het Wilders-proces).
Het politieke klimaat mag voor een rechter echter nooit een argument zijn, behalve voor zover dit klimaat in de wet tot uiting komt. Een professionele rechter beroept zich op de wet en op redelijkheid en billijkheid, niet op politieke stemmingmakerij.
Waarschijnlijk hoort deze rechter zelf ook bij zo'n maffiabende en vond het daarom wel aardig als iemand het beestje een keer bij de naam noemde. Of mag ik dit soms niet zeggen?
Was het niet Jort Kelder die ooit werd veroordeeld omdat hij advocaat Moskowicz een "maffiamaatje" noemde?