bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Een nieuwe cao voor de provincies

De cao heeft een looptijd van 1 januari 2024 tot 1 juli 2025.

26 maart 2024
cao provincies
Beeld: shutterstock

Op 13 maart 2024 hebben FNV, CNV, AVV en CMHF een onderhandelaarsresultaat bereikt over een nieuwe cao. De cao heeft een looptijd van 1 januari 2024 tot 1 juli 2025. Hierna volgen de afspraken die zijn gemaakt, op enkele onderdelen voorzien van een commentaar van ons.

Salaris

De salarissen worden met ingang van 1 januari 2024 nominaal verhoogd met € 25,- en procentueel met 4,25%. Op 1 september 2024 vindt een nieuwe salarisverhoging van 2,5% plaats. Het minimumloon bedraagt met ingang van 1 januari 2024 € 16,- bruto per uur. Ook komt er een stagevergoeding van € 700,- bruto per maand naar rato voor alle opleidingsniveaus.

Vitaliteit

De cao kent twee instrumenten in het kader van (behoud van) vitaliteit: de Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU) en het Persoonlijk Budget Duurzame Inzetbaarheid (PBDI).

De RVU
De RVU wordt als nieuw instrument geïntroduceerd binnen de sector provincies en komt overeen met hetgeen daarover nu al in de Cao Gemeenten en Cao Werken voor waterschappen is geregeld. De medewerker die maximaal twee jaar van zijn AOW-gerechtigde leeftijd is verwijderd en op de ingangsdatum van deelname aan de RVU 41 jaar in dienst is geweest van een ABP-werkgever waarvan de laatste 10 jaren in de sector provincies, kan deelnemen. Deelname houdt in dat de medewerker gedurende maximaal twee jaar recht heeft op een maandelijkse uitkering ten laste van de provincie gelijk aan de fiscale drempelvrijstelling voor de RVU (€ 2.182,- voor het jaar 2024).

Hierbij merken wij op dat de gemeenten inmiddels de nodige ervaring hebben met de RVU. In onze adviezen hierover gaan wij in op diverse aspecten die van belang zijn bij het vastleggen van de afspraken over RVU. Dit geldt bijvoorbeeld voor non-activiteit. Een periode van volledige non-activiteit of langdurig verlof voorafgaand aan de AOW, waarbij het salaris wordt doorbetaald, kan namelijk door de Belastingdienst worden aangemerkt als RVU. Dit is één van de aspecten waarmee rekening gehouden moet worden (zoals ook de samenloop met andere regelingen zoals generatiepact, verlofsparen etc.). Onze collega Sjoerd Richters heeft hierover een artikel geschreven op de Capra website. Hij verzorgt ook de cursus ‘RVU: alles wat u moet weten over beëindigingsregelingen’. Zodra er meer bekend is over de details van de provinciale RVU-regeling, zal er mogelijk een speciale cursus voor de provincies aangeboden worden. Informatie hierover zal via de Capra website gegeven worden.

Het PBDI
Het PBDI is een individueel budget, bedoeld om ingezet te worden voor:

  • Loopbaan en arbeidsmobiliteit;
  • Leren en ontwikkelen;
  • Gezonde balans werk en privé;
  • Gezondheid en vitaliteit.

In de nieuwe cao wordt beter ingekaderd welk percentage aan welk doel besteed kan worden.

Het budget wordt verhoogd van € 5.000,- naar € 6.000,- per vijf jaar.

De consignatievergoeding

De vergoeding voor consignatiediensten, oftewel beschikbaarheids- en bereikbaarheidsdiensten wordt met ingang van 1 januari 2024 geïndexeerd met de algemene cao-loonsverhogingen.

Aansluiting bij de landelijke klachtencommissie

Werkgevers worden verplicht zich aan te sluiten bij een externe klachtencommissie, die klachten van medewerkers gaat behandelen over ongewenst gedrag, zoals discriminatie, (seksuele) intimidatie, agressie en pesten. Cao-partijen spreken hun voorkeur uit voor aansluiting bij de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid (LKOG) die op 1 januari 2007 door het College van Arbeidszaken is ingesteld.

Hierbij merken wij op dat het gaat om een zeer actueel en relevant onderwerp, waar – zoals bekend is – veel om te doen is. Het is een onderwerp waarover inmiddels ook de nodige jurisprudentie is verschenen. Kort gezegd gaat het er vooral om, om bij dit soort klachten de zorgvuldigheid zeer goed in acht te nemen, ook naar degenen tegen wie de klacht gericht is. Ook verwijzen wij in dit verband naar de nieuwe handreiking tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag, van regeringscommissaris mevrouw Mariette Hamer. Deze handreiking, ‘Cultuurverandering op de werkvloer’ (van 13 maart 2024), gaat vooral over preventie en de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook deze is voor dit onderwerp van groot (praktisch) belang.

Overige afspraken

Tot slot zijn er afspraken gemaakt over:

  • Verhoging van de arbeidsmarkttoelage van 10% naar 15% en wijziging van de duur van de bindingspremie van 3 naar 2 jaar met ingang van 1 januari 2025;
  • De beschrijving van de functie ‘levensfaseambassadeurs’ in de cao;
  • Versnelde doorgroei in salaris bij bevordering van 3 naar 6%;
  • Het laten beoordelen van inconveniënten door een onafhankelijke deskundige in overleg met de OR;
  • Het uitwerken van de definitie ‘arbeid’ in hoofdstuk 4 (salaris, salarisontwikkeling en IKB) vóór 1 mei 2024;
  • Er komt een nieuwe tekst in hoofdstuk 11 (overleg), waarvan onderdeel gaat uitmaken het voeren van lokaal overleg over de lokale reiskostenvergoedingen woon- werkverkeer.
  • De in de vorige cao geïntroduceerde mogelijkheid van ruil van feestdagen wordt structureel gemaakt;
  • In de cao komt aandacht voor zaken als overgang, ongezonde werkdruk en verlies & rouw;
  • Overlegpartijen maken afspraken over het terugdringen van de flexibele schil;
  • Er komt een registratie van de vermoedens van mistanden;
  • Gezamenlijk met de overige decentrale overheden trekken de provincies op in een lobby richting wetgever tot aanpassing van de Werkkostenregeling (WKR). Binnen veel overheidsinstellingen wordt een groot deel van de vrije ruimte in de WKR aangewend om de eindheffing op de vergoedingen en verstrekkingen voor politieke ambtsdragers te voorkomen. Het kan hier gaan om een fors deel van de vrije ruimte. Hierdoor blijft er weinig vrije ruimte over om medewerkers fiscale voordelen te bieden, zoals bij de vergoeding van reiskosten of elektrische fietsen. Dit plaatst overheidswerkgevers op een achterstand ten opzichte van werkgevers in de markt en kleinere overheidsorganisaties op een achterstand ten opzichte van grotere.

Meer informatie

Wilt u meer weten? Neem dan gerust contact op met Mark van de Laar of Suzanne van Loon van Capra Advocaten.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.