Advertentie
carrière / Nieuws

Toekomst is aan de 3.0 ambtenaar

Volgens Hans Boutelier, wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut, leven we in een postideologische en pragmatische maatschappij. ‘Dat is problematisch, want we geloven er niet echt in – althans niet zoals in bijvoorbeeld een religie of het communisme. De passie en de richting moet tegenwoordig echt uit het onszelf komen.’ En dat vraagt volgens hem om een nieuw type bestuurder en ambtenaar, zeker bij de lokale overheid.

25 januari 2018
mensen.jpg

Het beeld dat de overheid zich kan terugtrekken is te ver doorgeschoten. Ook in de participatiesamenleving blijft de gemeente aan zet, vindt Hans Boutellier. Dat vraagt echter wel om 3.0 ambtenaren.

Volgens de wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut leven we in een postideologische en pragmatische maatschappij. ‘Dat is problematisch, want we geloven er niet echt in – althans niet zoals in bijvoorbeeld een religie of het communisme. De passie en de richting moet tegenwoordig echt uit het onszelf komen.’ En dat vraagt volgens hem om een nieuw type bestuurder en ambtenaar, zeker bij de lokale overheid.

Minder op kantoor
Afgelopen najaar schreef hij samen met Freek de Meere en Rob Gilsing het rapport De professie of het proces; De zoekende praktijk van de ambtenaar 3.0. Boutellier legt uit wat hij onder dat type medewerker verstaat. ‘Een procesambtenaar die bereid is om ergens aan te werken zonder dat hij vooraf weet wat er uit gaat komen. Dat past helemaal in de improvisatiemaatschappij van tegenwoordig. De ambtenaar 3.0 is veel op pad en minder op kantoor dan zijn collega’s. En hij houdt van initiatief nemen. Waar zijn collega’s naar elkaar koekeloeren over hoe iets aangepakt moet worden, is de procesambtenaar al aan de slag gegaan.’

‘Slechts een klein deel van het gemeentelijk personeelsbestand is een ambtenaar 3.0, ik schat zo’n 10 procent. Je moet het leuk vinden om te netwerken en met burgers samen te werken. Als je liever volgens vaste protocollen werkt, is het niets voor jou. En dat is prima, er blijven ook gewoon vakinhoudelijke specialisten nodig’, zegt hij. Maar de kleine groep procesambtenaren trekt als intermediair tussen de samenleving en het stadhuis, het hele apparaat mee.

Traineren ontwikkelingen
Boutellier verhult niet dat dat tot spanningen op werkvloer leidt, tussen de procesambtenaar en de vakambtenaar. ‘De laatste is bang dat haar of zijn expertise wordt gemarginaliseerd en kijkt met bezorgdheid toe wat de uitkomst zal zijn van het proces. Er is soms sprake van professionele krenking.’ Ook zien onderzoekers spanning tussen ‘de logica van de organisatie en de dynamiek van het proces’. Dat wordt vooral duidelijk bij de ‘regulerende’ functie van de gemeente, zoals vergunningen, financiële regelingen en lokale geboden en verboden.

‘Inhoudelijke ambtenaren hebben nogal eens bedenkingen bij de ontwikkelingen. Zij beschouwen zichzelf als experts op hun beleidsterrein en zien niet in waarom burgers of collega’s zonder kennis van zaken mee zouden moeten ­praten. Ze gebruiken de traagheid van het systeem om ontwikkelingen te traineren’, aldus Boutellier.

Hoewel de nieuwe werkwijze botst met het systeem, hoeft dat niet te worden aangepast. ‘Nee, want dat systeem heeft een bepaalde institutionele logica; het is goed dat er kapvergunningen en bestemmingsplannen bestaan. Bovendien functioneert onze klassieke Weberiaanse bureaucratie op zich nog prima. Voor efficiënt en doelmatig werken, is veel te zeggen. Ik ben niet van de school dat het hele openbaar bestuur overhoop moet, maar omdat de maatschappij nu eenmaal ingrijpend verandert, moet er wel degelijk wat gebeuren. Ik heb liever een geleidelijk proces dan een revolutie.’

Moeilijk stuurbaar
De onderzoekers wijzen erop dat de nieuwe werkwijze van de ambtenaar ook op gespannen voet kan komen te staan met de kaderstellende en controlerende taak van de gemeenteraad. ‘De keuze voor een ‘proces’ in plaats van een afgebakend kader betekent dat de uitkomst ongewis is, moeilijk stuurbaar en politiek nauwelijks controleerbaar. Paradoxaal genoeg leidt de beoogde ‘participatieve democratie’ soms tot depolitisering van het lokale bestuur.’ 

Raadsleden zullen zich volgens hem meer op hoofdlijnen moeten gaan besturen en zich niet meer met alle details moeten bemoeien. Een risico is wel dat de gemeenteraad onvoldoende betrokken wordt bij projecten. Boutellier: ‘Aan de procesambtenaren en het college is het de taak om de raadsleden goed te blijven informeren.’

Autoritaire leiders
Hij is er niet zo optimistisch over dat burgers meer het initiatief gaan nemen in plaats van de gemeente. Alle heil moet daar ook niet van worden verwacht. Inwoners hebben veel verschillende en vaak tegenstrijdige meningen en zijn niet zelden ontevreden als ze hun zin niet krijgen. Zo leuk zijn mensen niet. Wat mij betreft is het beeld dat de overheid zich terug kan trekken te ver doorgeschoten.’

Wel is volgens hem de tijd voorbij dat bestuurders konden zeggen: “Wij weten wel wat goed is voor u is”. Er zijn in zijn ogen twee opties: ‘we kunnen kiezen tussen een complexe improvisatiemaatschappij of we gaan naar een samenleving met autoritaire leiders. Kijk maar naar landen als de Verenigde Staten, Rusland of Turkije. Dat lijkt mij een eenvoudige keuze. Zonder zoetsappig te zijn, ik geloof in het belang van sociale cohesie. Betrokken ambtenaren passen daarbij. Juist als burgers meer te zeggen krijgen, blijft de overheid enorm belangrijk. De rol van de gemeente in de netwerksamenleving wordt eerder groter
dan kleiner.’

Lees het volledige interview in Binnenlands Bestuur nr. 2 van deze week (inlog)

Reacties: 9

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Eddy Nijmeijer / projectleider
Ambtenaar 1.0



Dit opiniestuk is een reactie op Ambtenaar 3.0 van de wetenschappelijk directeur Hans Boutellier van het Verwey-Jonker-instituut. Daarin geeft hij aan, dat er behoefte is aan een nieuw soort ambtenaar, die zijn passie en koers niet haalt uit religie of levensovertuiging maar puur uit zichzelf.

Mijn stuk is tevens een oproep tot bezinning in deze tijd van polarisatie.



Ik ben toevallig een ambtenaar met een christelijke levensovertuiging. Dankbaarheid voor het leven hier en hierna is een belangrijke drijfveer voor mijn werkopvatting. Zo kunnen bij andere religies een levensopdracht om het goede te doen tot een zelfde werkopvatting leiden. Levensovertuigingen als Boeddhisme en Hindoeïsme gaan meer uit van de zelfverwerkelijking aan de hand van wijze geschriften en dienen daarbij ook als handvat voor passie en koers.

Overigens spelen deze uitgangspunten ook een rol bij mijn werkopvatting.



Een belangrijke overeenkomst tussen de bovengenoemde bronnen van passie en koers is, dat ze uitgaan van de menselijke beperking. Dat je als individu maar beperkt in staat bent om zelf het goede te doen. Of dat nu om kennis, vaardigheden of intrinsieke waarden gaat, ieder mens heeft maar een beperkt bereik. Voor een deel put je daarbij uit de bron van je religie of levensovertuiging. Die bron spoort echter ook aan om het samen met de ander te doen.

Je hebt elkaar nodig, ongeacht religie, levensovertuiging of andere basis, om het beste resultaat te bereiken en zelfs dat is vaak niet perfect. Dat geldt voor de samenwerking in het stadhuis, maar dat geldt ook steeds meer voor de samenwerking met de belanghebbenden buiten het stadhuis.



Het woord ideologie heeft vaak een starre betekenis, omdat het historisch leidde tot het verbijzonderen van groepen. In de beperkingen van de menselijke omgang moesten ze hun plaats bevechten ten opzichte van andere, dan reeds geldende ideologieën. Maar als je wat verder kijkt, zie je dat de grote inclusieve ideologieën in essentie naar verbinding streven. Ze hebben vaak voor het dagelijks leven een algemeen geldend ideaal beeld voor ogen. In de ambtelijke praktijk leiden de verschillende bronnen steeds vaker tot eenzelfde werkopvatting, omdat er steeds meer het besef is, dat het begrip eigen groep eerst, strijdig is met de essentie van de eigen ideologie of het algemeen belang, dat wordt nagestreefd. Het is dan ook maar, hoe je er mee om gaat.



De mens is in de loop der eeuwen steeds meer in staat gebleken om zijn eigen positie te verbeteren, slimmer te worden en allerlei raadsels in de natuur beter te begrijpen. Dat kan gemakkelijk leiden tot een vorm van hoogmoed. Het idee hebben dat je het zelf wel kunt. Zolang men zich echter bewust is van de eigen beperkingen, is het evenwel ook prima om de puur menselijke ratio te hanteren als drijfveer. Heb echter niet de illusie, dat het er beter van wordt ten opzichte van andere drijfveren.



De sleutel ligt derhalve in het inzicht van de menselijke beperking. Feitelijk is dit ook de rechtvaardiging van het ambtelijk bestaan. Mensen kunnen het niet alleen, maar hebben hulp van anderen (in dit geval ambtenaren) nodig, om de maatschappij beter te laten functioneren. Andersom kunnen naar buiten opererende ambtenaren weer niet zonder de burgers. Het gaat er daarbij niet om jezelf helemaal weg te cijferen, maar wel om open te durven staan voor de mening, wijsheid, kennis en/of vaardigheid van de ander.

Tijd is dan de volgende beperking: je kunt nu eenmaal niet alles en iedereen raadplegen en op elkaar laten reageren. De kunst is dan ook meer dan ooit om een goede balans te vinden tussen snelheid en resultaat. Maar ook om ideologie en pragmatisme samen te laten vloeien.

Dat geldt in mindere mate voor ambtenaren, die niet direct met burgers te maken hebben, maar op hun eigen manier met hun vak bezig zijn. Maar ook voor hen geldt, dat ze op bepaalde momenten zonder de ander niet het beste resultaat bereiken. Dus gewoon allemaal ambtenaar 1.0.



Voor de goede orde: de door de heer Boutellier gepredikte werkwijze zelf om het meer samen met de burgers te doen, is mij uit het hart gegrepen en op het lijf geschreven.





Trevor
Het zou fijn zijn als het gebruik van versienummers eens wat gematigd werd. Ambtenaar 3.0? Wat een gezwets. Voor sommige functies moet je gewoon meer de deur uit dan voor andere. En er is niets mis met videovergaderen.
Kristiaan
We kunnen ook een voorbeeld nemen aan de watersport. Regel 1 in het zeeaanvaringsregelement heeft de volgende strekking: je mag van iedere regel afwijken als dat de veiligheid of doorstroming ten goede komt. Kortom: protocollen zijn er als richtlijn, maar blijf wel zelf nadenken! Is dat een ambtenaar 3.0?
H. Wiersma / gepens.
Het grootste probleem is dat ambtenaren en politiek -in een tijd van de digitale- en robotiseringsrevolutie- nog (moeten) steeds werken in een landelijke organisatiemodel en bestuursmodellen die stammen uit de tijd van de trekschuit en paard en wagen.
wimjoost licht / programmamanager Ambitieprogramma excellent overheidsmanagement
Er staan behartenswaardige dingen in dit verhaal. De 10% is echter ongereimd. Je mag toch niet hopen dat iedere gemeenteambtenaar gaat participeren. Rekeningen moeten gewoon betaald, wetten moeten gewoon worden geimplementeer, bijstandsuitkeringen op tijd uitbetalen en riolen moeten het altijd doen! Organisaties bewegen behoorlijk mee met de veranderingen al gaat dat in stapjes. De politiek lijkt daar meer moeite mee te hebben.

E. den Hamer / gepensioneerd ambtenaar
Wat is er zo nieuw aan deze werkwijze?

Ik ben in 1976 op de geschetste wijze te werken en heb dat tot mijn ontslag bij de 3e oliecrisis in 1987 altijd zo gedaan. Bij bepaalde functies kan dat, andere niet.

Gerard
"De ambtenaar 3.0 is veel op pad en minder op kantoor dan zijn collega’s. En hij houdt van initiatief nemen. Waar zijn collega’s naar elkaar koekeloeren over hoe iets aangepakt moet worden, is de procesambtenaar al aan de slag gegaan."..... Dan is 3.0 in de meeste gemeenten al min of meer de werkwijze geworden sinds de PCG-aanpak. En ook toen waren de ondersteunende analyses en monitoren van vakambtenaren zeer waardevol, ook voor de bewoners en andere actoren in het gebied. Het rapport heeft geen methodologische verantwoording ?
Wuf Floor / Sales manager
Wellicht verstandiger om eerst te beginnen met een 3.0 beleid en 3.0 managers, voordat je aan ambtenaren gaat vragen om op 3.0 niveau te kunnen denken, klaarstaan iets op 3.0 te kunnen uitvoeren.
Martin
"Postideologisch", wat een grap. We leven in een groeiend polariserende maatschappij waar identiteitspolitiek de boventoon begint te voeren. Twee klassieke ideologieën, te weten het marxisme en fascisme, komen keihard terug. De zogenaamde "SJW's" en "Alt-right" zijn groeiende en krijgen door dit soort naïeve pseudo-filosofische analyses vrij spel.
Advertentie